BedrijfsautoRAI

Nieuwe Fiat Ducato, Peugeot Boxer en Citroën Jumper onthuld

(5/11/2006)
De samenwerking tussen Fiat en PSA Peugeot Citroën in de sector lichte bedrijfswagens is een nieuw hoofdstuk ingegaan met de prestatie van het X250-model. Deze nieuwe bedrijfswagen is de erfgenaam van een zeer succesvol model en moet toonaangevend blijven in zijn klasse wat betreft design, functionaliteit, prestaties, comfort en betrouwbaarheid.
Daarom onderscheidt hij zich door een opvallende en vernieuwende vormgeving, veel ruimte en laadgemak, uitstekende prestaties en een hoge kwaliteit. Verder is hij voorzien van nog modernere uitrustingen op het gebied van elektronica en veiligheid, maar nog belangrijker, hij heeft een zeer aantrekkelijke kilometerkostprijs. Het nieuwe model heeft dezelfde mechanische structuur als zijn voorgangers (voorwielaandrijving en dwarsgeplaatste motoren) en profiteert van een zeer veelzijdige opbouw van het gamma:
⢠modellen voor zowel goederen- als personenvervoer en een chassis dat geschikt is voor opbouw en inrichtingen
⢠GVW van 3 tot 4 ton
⢠2 soorten onderstellen: voor wielen en banden van 15â (GVW van 3 tot 3,5 ton) en van 16â (GVW van 3,5 tot 4 ton) ⢠laadvermogen van 1.000 tot 2.000 kg
⢠3 wielbases, 4 lengtes en 3 hoogtes voor de bestelwagens ⢠7 laadvolumes van 8 tot 17 m3
⢠4 wielbases en 5 lengten voor het chassisgamma

Dankzij dit uitgebreide productaanbod bestaat er voor iedere klant een op maat gemaakte auto, die aan al zijn behoeften kan voldoen.

Het nieuwe model is leverbaar met vier direct ingespoten 16 kleppen-turbodieselmotoren met common railtechnologie van de laatste generatie (met multipoint inspuiting) en met een vermogen van 100 tot 157 pk. Deze milieuvriendelijke Euro 4-motoren worden gekoppeld aan een vijfversnellingsbak of een gloednieuwe zesversnellingsbak. Bovendien bieden al deze motoren een hoog koppel (van 250 tot 400 Nm) in de lage toerentalgebieden. Voor de klant staan deze eigenschappen garant voor veel vermogen bij het optrekken en accelereren, rijplezier, optimaal comfort, maar ook voor een laag brandstofverbruik.

Ook op het gebied van veiligheid en comfort behoort het X250-model tot de beste in zijn klasse. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de carrosserieën met verschillende stijfheden, de nieuwe remsystemen met vier remschijven en het voor het gehele gamma standaard gemonteerde integrale ABS-systeem met elektronische remkrachtverdeler, en de bestuurdersairbag. Verder zijn, afhankelijk van de markt en van de modellen, tractiecontrole, ESP, gordijn- en zijairbags en een passagiersairbag leverbaar als standaarduitrusting of optie, evenals anti-diefstalsystemen die beschermen tegen diefstal van de auto of van de lading ervan.

Het nieuwe model maakt met name duidelijk hoeveel zorg er is besteed aan de ergonomie, het akoestische en thermische comfort en aan de soepelheid van de vering. Het comfort aan boord is namelijk van doorslaggevend belang voor gebruikers die uren lang achter het stuur zitten onder vaak lastige omstandigheden. Daarom is het interieur gemaakt als een ruime, lichte, comfortabele en stille mobiele werkruimte waarin de bestuurder het idee krijgt in een personenauto te zitten en bovendien talrijke opbergmogelijkheden (bakken, portiervakken en tafeltjes) ter beschikking heeft voor het opbergen van persoonlijke spullen (laptop en mobiele telefoon, wegenkaarten). Ook aan de laadruimte is veel aandacht besteed, zodat deze geschikt is om dagelijks zonder stress en vermoeidheid te worden gebruikt. Zo zijn de handig ingedeelde laadgedeelten lekker ruim. De toegang tot de laadruimte is vergemakkelijkt met een zeer lage laaddrempel, grote openslaande achterdeuren en grote zijschuifdeuren. De luchtgeveerde achterwielophanging en de elektronische uitrustingen â van de handsfree Bluetooth-telefoon tot de multimedialezer voor MP3-bestanden â bieden bovendien veel comfort aan de inzittenden.

DE GESCHIEDENIS VAN DE SAMENWERKING TUSSEN DE TWEE GROEPEN

Een duurzame, winstgevende en veelzijdige samenwerking

Sinds 1978, het jaar waarin onder de naam âSevelâ (Società Europea Veicoli Leggeri) â een 50-50 joint venture tussen Fiat Auto en PSA - in het Italiaanse Atessa werd opgericht, delen Fiat en de PSA Peugeot Citroën Groep knowhow op het gebied van techniek en productie. Met deze samenwerking lopen de twee partners voorop in de Europese sector lichte bedrijfswagens.

In 1981 starten de activiteiten van Sevel in een fabriek in het Italiaanse Val di Sangro, waar 350 autoâs per dag worden geproduceerd. Deze fabriek wordt later uitgebreid om een breder gamma te kunnen produceren en uit te komen op de huidige productiecapaciteit van meer dan 900 autoâs per dag (waaronder de Ducato voor Fiat, en de Peugeot Boxer en Citroën Jumper voor PSA Peugeot Citroën). Deze zal overigens met nog eens tien procent worden verhoogd vanaf de commerciële introductie van de nieuwe bedrijfswagenfamilie. Op 15 december 2005 werd in de fabriek de grens van 3 miljoen geproduceerde autoâs bereikt. Achter elkaar geplaatst, zouden deze een rij vormen van 15.000 kilometer, ongeveer de afstand van Val di Sangro tot Sydney.

De samenwerking tussen de twee groepen, die wordt gestimuleerd door een succesvolle verkoop in Europa, is in de loop der jaren verder versterkt en voldoet vandaag de dag voor het grootste gedeelte aan de vraag naar lichte bedrijfswagens. In januari 2002 werd de overeenkomst verlengd tot 2017. In deze overeenkomst staan de plannen beschreven voor de ontwikkeling en productie van twee nieuwe programmaâs lichte bedrijfswagens, evenals de economische en industriële doelstellingen van dit project.

De verlenging van deze vruchtbare samenwerking stelt de twee partners in staat om de onderzoeks- en investeringskosten te delen en zo een aanzienlijke economische schaalvergroting te realiseren. Het eerste gamma, de X250, de nieuwe generatie van de Fiat Ducato, de Peugeot Boxer en de Citroën Jumper, zal in de tweede helft van dit jaar op de markt worden gebracht en worden geproduceerd in de Sevel-fabriek in Val di Sangro (Italië). Het tweede gamma wordt in het Franse Valenciennes geproduceerd en zal pas later worden onthuld.

Om te kunnen inspelen op de verwachte veranderingen in het Europese lichte bedrijfswagensegment hebben de twee groepen tenslotte in maart 2005 een akkoord ondertekend over de ontwikkeling en productie van een derde autofamilie: hierbij gaat het om een nieuwe, kleine bestelwagen die in nauwe samenwerking tussen de twee partners en onder toezicht van Tofas zal worden geproduceerd in zijn fabriek in Bursa (Turkije).

Volgens de akkoorden van 2002 en 2005 zijn Fiat en PSA Peugeot Citroën overeengekomen om in totaal ongeveer ⬠2,2 miljard te investeren. De helft van dit bedrag is bestemd voor de fabriek in Italië, die tot 230.000 autoâs per jaar kan produceren en op termijn zelfs 260.000. De investeringen voor Sevel in Atessa voor de ontwikkeling en productie van toekomstige modellen â de nieuwe Ducato, Boxer en Jumper â worden geschat op meer dan ⬠1,1 miljard, waarvan ⬠700 miljoen is bestemd voor de ontwikkeling van het nieuwe product en de financiering van de productieketen van de fabrikanten. De overige ⬠400 miljoen is gereserveerd voor de uitbreiding van de gebouwen waarin de plaatwerkbewerking en de eindassemblage zijn ondergebracht, de installatie van nieuwe productiemiddelen en de realisatie van een nieuwe logistieke zone en een nieuwe spuitwerkplaats voorzien van de nieuwste technieken. Sevel Atessa is voor 50-50 in handen van de twee partners, waarbij het management is toevertrouwd aan Fiat Auto.

DE SEVEL-FABRIEK IN VAL DI SANGRO: GOED VOOR EEN ABSOLUTE RECORDPRODUCTIE

Sevel Val di Sangro is de grootste productiefaciliteit voor lichte bedrijfswagens in Europa. De fabriek is in 1981 opgericht in het kader van de 50-50 joint venture van Fiat en PSA Peugeot Citroën, en is gebouwd tussen de steden Atessa en Paglieta in de provincie Chieti, op een oppervlakte van meer dan 1,2 miljoen m2 (120 hectare), waarvan 344.000 m2
(34 hectare) is overdekt. Een dergelijke infrastructuur maakt het mogelijk om daar de gehele productiecyclus van a tot z uit te voeren: staalbewerking, spuiten en eindmontage.

Op het moment biedt de fabriek werkgelegenheid aan 5.200 mensen (waarvan meer dan 95% in de Abruzzen woont). Dagelijks komen zoân 250 vrachtwagens met halffabrikaten binnen en verlaten 200 autotrailers en 4 treinen met geproduceerde autoâs de fabriek. Er worden ongeveer 300 verschillende carrosserieën gemaakt, bij de spuitafdeling worden 122 kleuren gebruikt en bij de eindmontage worden meer dan 6.000 modellen met meer dan 150 opties geproduceerd. Deze ongelofelijke cijfers zijn te verklaren aan de hand van de verscheidenheid aan eisen van professionele gebruikers en grote wagenparken waaraan de producten van Sevel kunnen voldoen. Eén van de troeven van Sevel is dan ook het vermogen om met de complexiteit van de producten te kunnen omgaan. Bewijs van het succes van zijn modellen is het feit dat de productie van het bedrijf in 25 jaar tijd niet één keer is stilgelegd, maar juist alleen maar is toegenomen, net als het aantal werknemers en de investeringen. Daarbij voldoet de fabriek aan de hoogste kwaliteits- en milieunormen: het interne kwaliteitssysteem is gecertificeerd conform de ISO 9001:2001-normering en ook het milieumanagementsysteem is ISO-gecertificeerd (ISO 14001).

De nieuwe spuitunit van Sevel is van essentieel belang, omdat deze is gemaakt voor de nieuwe auto X250; deze unit behoort tot de meest geperfectioneerde van Europa zowel wat betreft techniek als milieuvriendelijkheid â dit blijkt uit de keuze voor watergedragen lakken. In het gebouw â dat ongeveer 330 meter lang en 60 meter breed is â werken 150 mensen in teams en brengen 23 robots kit en lak aan. Kataforesebaden en drooginstallaties, alles is geautomatiseerd. De werknemers behoeven alleen maar de procedures in de gaten te houden en de resultaten te controleren. Zelfs het voorbereiden van de te spuiten oppervlakken is gedeeltelijk geautomatiseerd met behulp van rolborstels met emoeveren die daarvoor bijzonder geschikt zijn omdat ze niet statisch worden als de carrosserie wordt schoongemaakt.

Bovendien wordt het interieur van de bedrijfswagens in tegenstelling tot personenautoâs ook gespoten, omdat bij bedrijfswagens meer carrosserieoppervlak zichtbaar is. Voor ieder X250-model moet ongeveer 65 m2 plaatwerk worden gespoten: daarvoor wordt 10 kg lak en 137 meter kit gebruikt. In een jaar wordt daarvan dus 25 miljoen meter verbruikt, wat neerkomt op ongeveer 4 keer de omtrek van de aarde.

Ten slotte is de nieuwe spuitruimte uitstekend geventileerd, licht en stil dankzij een zeer goed ventilatiesysteem en de rubberen lopende band waarop de autoâs staan.