Op 27 april 2006 heeft Commissaris van de Koningin in Zeeland, de heer
W.T. van Gelder in zijn functie als voorzitter van de Kring van
Commissarissen een brief over de bevindingen van de eerste
toetsingsronde planvorming rampenbestrijding verstuurd aan de heer
J.W. Remkes, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksbelangen.
Deze brief is eveneens in afschrift gezonden aan de voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten Generaal.
Toetsing rampenplannen
Gemeenten zijn verplicht om met ingang van 1 juli 2005 te beschikken
over planvorming (rampenplannen, rampbestrijdingsplannen, regionale
beheersplannen) die is aangepast aan de nieuwe criteria van de Wet
Rampen en Zware Ongevallen, zoals deze luidt na doorvoering van de Wet
Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding. Alle 12 provincies hebben een
half jaar de tijd gehad om de ingediende planvorming te toetsen. De
rapportages per provincie hebben minister Remkes inmiddels bereikt.
Aanbevelingen
Los van deze rapportages die ingaan op de bijzonderheden per
provincie/regio, acht de Kring van Commissarissen het van belang een
aantal 'rode lijnen' uit de toetsingservaringen uiteen te zetten. Dit
wordt mede gedaan omdat in het lopende jaar minister Remkes bezig zal
zijn met de behandeling van het voorstel tot wijziging van de Wet
Rampen en Zware Ongevallen en deze ervaringen daarbij wellicht zal
kunnen betrekken.
De kring van Commissarissen stelt onder andere voor de planvorming
eenvoudiger te maken en het ijkinstrument 'maatramp' tegen het licht
te houden. Tevens stellen de commissarissen voor om de aankomende
herzieningen in wetgeving van een wettelijke basis te voorzien en voor
één algemene GRIP (Gecoördineerde Regionale
Incidentsbestrijdingsprocedure)-structuur te kiezen.
4 mei 2006, A. Slabbekoorn-Flohr, 0118-631857, persberichtnummer 63/06
Zie ook: Overige informatie
Website Commissaris van de Koningin
Bevindingen eerste toetsingsronde planvorming rampenbestrijding
E-mail mij bij wijziging E-mail deze pagina
Provincie Zeeland