Raad van de Europese Unie
| | | |
|RAAD VAN | |NL | |DE EUROPESE UNIE | | | |Brussel, 3 mei 2006 | |8966/06 (Presse 123) | |(OR. en) | |PERSMEDEDELING | |Betreft: Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, | |inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake | |milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen |
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE NL
Brussel, 3 mei 2006
8966/06 (Presse 123)
(OR. en)
Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen
De Raad en het Europees Parlement, op 2 mei bijeen in het Bemiddelingscomit , hebben overeenstemming bereikt over een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, op de communautaire instellingen en organen.
Opdat het wetgevingsbesluit kan worden aangenomen, dient dit akkoord te worden bevestigd door het Parlement (volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen) en door de Raad (gekwalificeerde meerderheid van stemmen).
Doel van de verordening is toepassing van de regels van het Verdrag van Aarhus op de instellingen en organen van de Europese Unie, met name door:
? het recht van toegang te garanderen tot milieu-informatie die door communautaire instellingen of organen is ontvangen of opgesteld en die bij hen berust;
? ervoor te zorgen dat milieu-informatie geleidelijk beschikbaar wordt gesteld en onder het publiek wordt verspreid, om te bereiken dat deze informatie op de breedst mogelijke basis systematisch ter beschikking komt van en verspreid wordt onder het publiek;
? te voorzien in inspraak van het publiek ten aanzien van plannen en programma's betreffende het milieu;
? op communautair niveau toegang tot de rechter te verlenen in milieuaangelegenheden, overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde voorwaarden.
De voornaamste wijzigingen in het gemeenschappelijk standpunt die uit het bemiddelingsakkoord voortvloeien, hebben betrekking op de volgende punten:
- de communautaire instellingen en organen houden rekening met het resultaat van de inspraak van het publiek bij de besluitvorming ten aanzien van plannen en programma's betreffende het milieu en stellen het publiek hiervan op de hoogte;
- gegevensbanken of registers moeten informatie bevatten over de stand van de procedures met betrekking tot inbreuken op het Gemeenschapsrecht; procedures met betrekking tot inbreuken op het Gemeenschapsrecht
- er wordt een termijn van 15 werkdagen vastgesteld voor een antwoord van de communautaire instellingen of organen op een verzoek om toegang tot informatie;
- de communautaire instellingen en organen moeten gronden voor weigering van toegang tot informatie op restrictieve wijze interpreteren, rekening houdend met het openbare belang dat met openbaarmaking wordt gediend en met de vraag of de informatie betrekking heeft op emissies in het milieu;
- verlenging tot acht weken van de termijn voor de indiening van commentaren van het publiek op plannen en programma's;
- verlenging tot zes weken van de termijn waarin een niet-gouvernementele organisatie een verzoek om herziening van een communautair besluit kan indienen;
- de verordening wordt 9 maanden na de inwerkingtreding ervan van toepassing.
---
(1) Het bemiddelingscomité bestaat uit 50 leden: 25 leden van het
Europees Parlement en 25 vertegenwoordigers van de Raad. De
vergadering werd gezamenlijk voorgezeten door de heer Alejo Vidal-
Quadras Roca, vice-voorzitter van het Europees Parlement, en de de
heer Josef PRÖLL, minister van Milieubeheer van Oostenrijk.