IP/06/560
Brussel, 3 mei 2006
Concurrentie: Commissie legt zeven ondernemingen voor 388,128 miljoen EUR
geldboeten op in bleekmiddelenkartel
De Europese Commissie heeft vastgesteld dat negen ondernemingen
betrokken waren bij kartels op de markten voor waterstofperoxide (HP)
en perboraat (PBS) en zo duidelijk de regels van het EG-Verdrag op
mededingingsbeperkende gedragingen van ondernemingen (artikel 81)
hebben overtreden. Zeven van deze ondernemingen (Akzo Nobel, Edison,
FMC/Foret, Kemira, Snia, Solvay en Total/Elf Aquitaine/Arkema) kregen
daarom voor in totaal 388,128 miljoen EUR geldboeten opgelegd. Voor
Arkema (het vroegere Atofina), Solvay en Edison werd de geldboete
verhoogd, omdat zij recidiveerden. Ook Degussa, dat eveneens
recidiveerde, had een geldboete gekregen indien zij geen volledige
boete-immuniteit had gekregen in ruil voor informatie over het kartel.
De verbodsbeschikking betreft ook L'Air Liquide (en haar dochter
Chemoxal), maar de Commissie mag deze onderneming geen geldboete meer
opleggen omdat deze onderneming in 1998 de markt verlaten heeft. In de
periode 1994-2000 was dit kartel van negen ondernemingen actief op de
markten voor waterstofperoxide en perboraat in de Europese Economische
Ruimte (EER). Daarbij wisselden zij belangrijke en vertrouwelijke
zakelijke informatie uit, beperkten de productie, verdeelden
marktaandelen en afnemers onder elkaar, legden (streef)prijzen vast en
zagen toe op de naleving van die prijzen.
In een reactie verklaarde Neelie Kroes, Commissaris belast met het
mededingingsbeleid: "Kartels zijn onduldbare praktijken in het
bedrijfsleven omdat klanten daarmee niet de voordelen van de interne
markt kunnen plukken. In deze hoge geldboeten is ook verrekend dat er
bij sommige ondernemingen van recidive sprake is. Het management, maar
ook aandeelhouders moeten zich afvragen waarom dit soort praktijken
konden blijven voortduren."
Waterstofperoxide is een oxidant dat wordt gebruikt bij de productie
van pulp en papier, voor het bleken van textiel, als desinfectiemiddel
en voor andere milieutoepassingen zoals de behandeling van afvalwater.
Het dient ook als grondstof voor de productie van afgeleide peroxiden,
zoals perzouten (waaronder perboraat). Perboraat wordt vooral gebruikt
als actieve substantie in synthetische detergenten en waspoeder. In
1984 had de Commissie al waterstofperoxide- en perboraatkartels
verboden, waarbij Degussa, Solvay, Atochem (thans Arkema) en L'Air
Liquide betrokken waren. In 2000 was de totale EER-markt voor
waterstofperoxide en perboraat naar raming goed voor zo'n 470 miljoen
EUR.
In december 2002 diende Degussa bij de Commissie een verzoek in om
boete-immuniteit te krijgen. De Commissie heeft daarna in maart 2003
inspecties uitgevoerd bij Atofina (thans Arkema) en Solvay. Na deze
inspecties kwamen er van diverse ondernemingen verzoeken om
boetevermindering.
Expliciete bewijzen
Deze inbreuk wordt nog het best beschreven in de notities over een
bijeenkomst tussen concurrenten begin 1995: daar is er sprake van
discussies over "een model waarbij de producenten de zaak onder mekaar
verdelen".
Op een bijeenkomst in een Brussels restaurant op 26 november 1997
bespraken de deelnemers de tenuitvoerlegging en de evaluatie van
prijsverhogingen die in augustus 1997 tijdens een bijeenkomst op
topniveau waren afgesproken. Daar maakten zij ook plannen voor verdere
prijsverhogingen.
Documenten over een andere bijeenkomst op topniveau begin 1998 laten
zien dat deelnemers opgetogen waren dat de prijsverhoging van
oktober/november 1997 goed werd toegepast. Zij gingen ook na of
iedereen zich wel aan de uitvoeringsrichtsnoeren hield die op deze en
eerdere bijeenkomsten waren vastgesteld.
Geldboeten
De praktijken die aan het licht zijn gebracht, zijn een zeer zware
inbreuk. Bij het bepalen van het bedrag van de geldboeten hield de
Commissie rekening met de omvang van de EER-markt, de levensduur van
het kartel en de grootte van de betrokken ondernemingen. De Commissie
verhoogde de geldboeten met 50% voor de ondernemingen bij wie er
sprake was van recidive.
Sommige ondernemingen werkten aan het onderzoek mee en gaven
informatie die van belang was om de inbreuk aan het licht te brengen.
Daarvoor werden zij beloond in lijn met de clementieregeling van de
Commissie (zie IP/02/247 en MEMO/02/23). Zo kreeg Degussa volledige
boete-immuniteit voor de boete die anders 129,938 miljoen EUR zou
bedragen. Akzo/EKA, Total/Elf AquitaineArkema en Solvay zagen hun
geldboeten dan weer verminderd in ruil voor de door hen verstrekte
informatie. Het toekennen van boetevermindering hangt niet alleen af
van de waarde van de verstrekte informatie, maar ook van het tijdstip
waarop die wordt verstrekt. In deze zaak werden diverse
clementieverzoeken ingediend binnen een tijdspanne van enkele dagen of
zelfs uren.
Wat L'Air Liquide/Chemoxal betreft, is de termijn van vijf jaar voor
het opleggen van geldboeten, verstreken; de onderneming heeft zich
immers in 1998 uit de waterstofperoxidemarkt teruggetrokken. Toch
heeft de Commissie haar beschikking ook tot L'Air Liquide gericht,
omdat de onderneming bij een eerder kartel in deze sector betrokken
was, omdat er talrijke bewijzen voorhanden zijn dat L'Air Liquide bij
de inbreuk betrokken was tot zij zich in 1998 uit deze markt
terugtrok, en omdat haar rol te vergelijken was met die van de overige
partijen. Ten slotte kan de beschikking de benadeelde partijen ook
helpen bij de nationale rechter een schadeclaim in te dienen tegen
alle kartelleden.
Schadeclaims
Particulieren of ondernemingen die van concurrentiebeperkende
praktijken zoals in deze zaak te lijden hebben, kunnen voor de
nationale rechter schadevergoeding eisen en daarbij de gegevens van de
bekendgemaakte beschikking Commissie als bewijs aanvoeren dat de
kwestieuze praktijken hebben plaatsgevonden en dat deze onrechtmatig
waren. Schadevergoedingen kunnen worden toegekend zonder dat deze
hoeven te worden verlaagd omdat de Commissie al een geldboete heeft
opgelegd.
Voor meer informatie over de strijd van de Commissie tegen kartels,
zie MEMO/06/184.
De Commissie legde de volgende geldboeten op en gaf de volgende
kortingen:
Naam
Korting geldboete
%
Geldboete
(miljoen EUR)
(*) de desbetreffende rechtspersonen kunnen hoofdelijk aansprakelijk
worden gesteld voor het geheel of een deel van de opgelegde geldboete
1. Degussa
100 0
2. Solvay 10 167,062
3. Total/Elf Aquitaine/Arkema *
30 78,663
4. Akzo Nobel/Akzo Nobel Chemicals Holding/EKA Chemicals AB *
40
25,2
5. FMC Corporation/FMC Foret * -- 25
6. Kemira -- 33
7. Edison/ex-Ausimont (now Solvay Solexis) * -- 58,125
8. Snia/Caffaro * -- 1,078
TOTAL 388,128
European Union