IP/06/557
Brussel, 3 mei 2006
De uitbreiding twee jaar later: iedereen wint bij rijker wordende nieuwe
lidstaten
Twee jaar na de feiten is de grootste uitbreiding ooit van de Europese
Unie een economisch succes gebleken: de economieën van de tien nieuwe
lidstaten groeien in snel tempo, waardoor deze in staat moeten zijn de
kloof met hun rijkere buurlanden geleidelijk aan te overbruggen. Maar
ook deze laatste varen wel bij een dergelijke ontwikkeling: de
uitbreiding van de Europese interne markt met 75 miljoen inwoners tot
450 miljoen inwoners biedt immers tal van nieuwe handelsmogelijkheden
en investeringskansen. Nog belangrijker is dat de uitbreiding voor de
gehele EU als katalysator voor modernisering heeft gefungeerd - net op
tijd gezien de plotselinge opkomst op het wereldtoneel van China en
India.
"De hereniging van Europa is niet alleen een geweldige politieke
verwezenlijking, maar ook een economisch succes," aldus de heer
Joaquín Almunia, het Commissielid verantwoordelijk voor economische en
monetaire zaken. "We winnen er allemaal bij als de burgers van de
nieuwe lidstaten hun levensstandaard zien toenemen. We winnen omdat
ondernemingen uit de EU de daardoor ontstane kansen aangrijpen,
efficiënter worden en dus concurrerender zijn op de wereldmarkten. De
uitbreiding draagt ertoe bij dat de EU zich beter staande kan houden
in de nieuwe economische wereldorde."
EU-Commissielid voor uitbreiding Olli Rehn voegde daaraan toe: "In de
aanloop naar de uitbreiding naar het oosten deden tal van
doemscenario's de ronde, maar geen daarvan is uitgekomen. Het
onmiskenbare bewijs dat alle EU-lidstaten economische voordelen
ondervinden, zou alle resterende misverstanden uit de wereld moeten
helpen. We moeten de hereniging van Europa het krediet geven dat zij
verdient. Het is een ingrijpende economische en politieke
transformatie geweest die de veiligheid en de welvaart van de
EU-burgers heeft vergroot."
Ter gelegenheid van de tweede verjaardag van de uitbreiding van de
Europese Unie met tien nieuwe landen heeft de Commissie vandaag
haar goedkeuring gehecht aan een mededeling met als titel "De
uitbreiding twee jaar later - Een economisch succes", waarin de
economische aspecten van deze gebeurtenis worden belicht. De
mededeling gaat vergezeld van een gedetailleerdere en algemene
beoordeling van het Bureau van Europese beleidsadviseurs en het
directoraat-generaal Economische en financiële zaken.
De integratie in de Europese Unie heeft in de tien nieuwe lidstaten
(EU10) tot een krachtiger economische groei geleid. Dit was des te
noodzakelijker omdat deze landen met een fors stijgende werkloosheid
werden geconfronteerd als gevolg van de enorme structurele aanpassing
die met de overgang naar een markteconomie gepaard ging.
Met een economische groei van gemiddeld 3¾% per jaar tussen 1997 en
2005 heeft de EU10 het weliswaar beter gedaan dan de oude lidstaten
(EU15) (gemiddeld 2½% tijdens dezelfde periode), maar de
werkloosheidsgraad ligt er met 13,4% nog steeds 5,5 procentpunt hoger
dan in de EU15.
De aanneming van het EU-corpus van wet- en regelgeving - het zogeheten
acquis - heeft tot de hervorming van de voormalige
centrale-planeconomieën bijgedragen, voor macro-economische
stabiliteit en stabiele financiële markten gezorgd en het
bedrijfsleven grote kansen geboden daar de economieën van de EU10 zeer
open zijn. Het handelsverkeer (uitvoer plus invoer) van de EU10 is
gemiddeld goed voor 93% van het BBP, tegen een gemiddelde van 55% voor
de EU15.
Het aandeel van de EU15 in de totale handel van de EU10 is gegroeid
van ongeveer 56% in 1993 tot 62% in 2005. De EU10 heeft aanzienlijke
handelstekorten geboekt, hetgeen kenmerkend is voor economieën die aan
een inhaalbeweging bezig zijn, maar deze tekorten zijn later
teruggelopen (tot ongeveer 3% van het BBP in 2005).
De EU10 heeft tevens veel buitenlandse directe investeringen (BDI)
aangetrokken, die in 2004 een totaalbedrag van 191 miljard EUR of 40%
van het totale BBP vertegenwoordigden, terwijl de BDI in de EU10 een
tiental jaar geleden nog nagenoeg onbestaande waren. Hoewel dit
indrukwekkende cijfers zijn uit het oogpunt van de EU10,
vertegenwoordigt genoemd bedrag slechts 4% van de totale investeringen
in hetzelfde jaar in de EU25 en hangt het niet samen met een
grootschalige verplaatsing van bedrijfsactiviteiten.
Drijvende kracht achter hervormingen
Hoewel de EU10 destijds zelf een aanpassingsproces doormaakte, heeft
de landengroep structurele veranderingen in de EU als geheel in de
hand gewerkt in een periode die samenviel met de opkomst van China en
India als geduchte concurrenten, dat wil zeggen wanneer daar het meest
behoefte aan was. De implementatie van de Lissabon-agenda van
hervormingen om het groeipotentieel van de EU te verhogen, zal dit
sinds 2004 aan de gang zijnde proces ter bevordering van het
concurrentievermogen en de werkgelegenheidsschepping ondersteunen.
Inmiddels is geen van de doemscenario's uitgekomen. De uitbreiding
bracht geen economische problemen voor de EU met zich mee en gaf
evenmin aanleiding tot massale migratiestromen uit de toetredende
landen naar de markten van de oude lidstaten. Zij maakte daarentegen
wel een snelle economische ontwikkeling van de EU10 mogelijk, die de
EU-begroting de afgelopen 15 jaar 28 miljard EUR heeft gekost. Het
jaarlijks overgedragen bedrag is in 2005 opgelopen tot niet minder dan
2,1% van het BBP van de EU10, maar vertegenwoordigt slechts 0,1% van
het jaarlijkse BBP van de oude lidstaten.
De volledige mededeling en studie over de uitbreiding zijn beschikbaar
op:
http://europa.eu.int/comm/economy_finance/publications/occasionalpaper
s_en.htm.
Zie ook MEMO/06/176 betreffende overgangsmaatregelen voor het vrije
verkeer van werknemers.
---
Tsjechische Republiek, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland,
Litouwen, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.
European Union