Gemeente Vlaardingen


Mei 2006: Stinkende gouwe

Stinkende gouwe, een plant met historie

Nu de temperaturen na de lange winter zijn gestegen, blijkt de natuur in rap tempo een enorme inhaalslag te hebben gedaan. De lente openbaart zich in onze twee Heemparken met de massale bloei van de voorjaarsflora. Sommige planten, zoals bijvoorbeeld de Paarse schubwortel, is meer dan zeven weken later gaan bloeien dan we gewend waren. Andere soorten, zoals het Sneeuwklokje en Lenteklokje, hebben door de koude temperaturen juist extreem lang staan bloeien.

Op dit moment is de inhaalslag grotendeels voorbij en de planten die nu in bloei komen zijn keurig op tijd. Een hiervan zullen we deze maand bespreken: de Stinkende gouwe.
Internet/Stadswerk/Pics/NME/Algemeen natuur/bloem stinkende gouwe.JPG Stinkende gouwe is een plant die we overal in Nederland kunnen aantreffen. Hij is niet veel eisend wat de grondsoort betreft. In veel tuinen staat hij als ongewenst kruid ergens half verscholen onder de heg. Of de plant groeit op de composthoop, een plek in de halfschaduw of een rommelplek waar oude potgrond is neergegooid.

Het is een opvallende plant die je s winters al gemakkelijk kunt herkennen aan de grijsgroene kleur van de bladrozetten. Zodra de ergste kou voorbij is gaat hij groeien en eind april verschijnen de eerste bloeiende planten om tot het eind van het jaar door te bloeien met de fraaie goudgele bloemen.

De naam heeft de plant niet alleen te danken aan zijn bloemen, maar ook aan het fel oranje sap dat in de bladeren, stengels en wortels volop aanwezig is. De geur van dit geneeskrachtige sap is heel karakteristiek.
Sap van stinkende gouwe
Tegenwoordig wordt de plant door veel mensen gebruikt om wratten te laten verdwijnen. Zelf hebben wij er ook ervaring mee, want de dochter van een van ons had er ooit eens bijna twintig op haar rug. Na twee weken enkele keren per dag insmeren met stinkendegouwesap werden de wratten zwart en zijn nimmer meer teruggekeerd. Het gebruik tegen wratten raden wij natuurlijk niet aan op gevoelige plaatsen zoals in het gezicht. Dat zijn zaken die aan een arts moeten worden overgelaten.

Tijdens een excursie vertelde een arts ons eens dat de werkzame stof van deze plant tegenwoordig chemisch nagemaakt wordt en gebruikt wordt bij de bestrijding van kanker.
Vroeger waren er legio verhalen over de geneeskrachtige werking van deze plant bekend en om die reden werd de plant al in de vroege middeleeuwen in tuinen aangepoot en werd er flink mee gedokterd.

In het bijgeloof speelde de plant vroeger een bescheiden rol: degene die een tak van deze plant en het hart van een Mol bij zich zou hebben zou zich uit slechte zaken kunnen redden.

Ook gaat het verhaal dat de beroemde schilder Rembrandt de plant gebruikte, om hem als grondstof voor zijn verf te gebruiken.

Stinkende gouwe maakt als de bloemen uitgebloeid raken langwerpige vruchten waarin een rijtje zaadjes liggen. Wanneer deze vruchten openspringen en op de grond vallen worden ze door mieren meegenomen naar het nest omdat er een voor hen smakelijk olie-achtig druppeltje aanzit. Door deze transportmethode worden de zaden overal heen verspreidt en bijgevolg kunnen ze dus spontaan bij u in de tuin opkomen.

Een Vlaardingse nieuwkomer het bont zandoogje

bont zandoogje

Behalve de planten hebben ook de vlinders dit jaar een rem gehad om te verschijnen. In normale jaren kun je begin maart de eerste overwinterende dagvlinders, zoals de Dagpauwoog, Gehakkelde aurelia en Kleine vos zich bij mooi weer in de zon zien opwarmen. Ook de fraaie felgele mannetjes van de Citroenvlinder kunnen dan al weer door de tuin komen aanscheuren om weer snel bij de buren te verdwijnen Internet/Stadswerk/Pics/NME/Algemeen natuur/kleine vos 02.JPG

Begin april kun je ook de eerste verse vlinders verwachten, vlinders die als pop hebben overwinterd en nu beginnen te vliegen. Dat zijn het Boomblauwtje en de twee kleinere soorten witjes. Sinds enkele jaren is daar een soort bijgekomen, het Bont zandoogje.

Het Bont zandoogje is een donkerbruine vlinder met vele okergele vlekjes op de vleugels. Het is een echte bosrandvlinder die met onze parken en tuinen genoegen neemt. Hij heeft een zelfde patroon als zijn leefomgeving op de vleugels staan. Deze vlekkerige tekening komt min of meer overeen met de zonnevlekken die tussen de boombladeren doorschijnen. Wanneer je door onze parken wandelt en een vlinder van een boomblad vlak voor je ziet opvliegen dan is het vaak deze soort.

De mannetjes van het Bont zandoogje hebben een territorium en vliegen snel op wanneer er iets bewegends langs komt. Al snel weten ze of het een vrouwtje is en indien niet dan zullen ze spoedig weer naar hun zonnevlek aan de padrand terugkeren. Als je ze langzaam nadert laten ze zich gewoonlijk goed bekijken.

De vrouwtjes vliegen langs de paden op zoek naar geschikte graspollen om hun eitjes op kwijt te raken.

De vlinders hebben twee, in warme jaren soms drie elkaar deels overlappende generaties per jaar en kunnen dus de hele zomer door gezien worden.

Tot ver in de negentiger jaren van de vorige eeuw waren er boven de Nieuwe Waterweg slecht twee waarnemingen van deze vlinder in onze regio bekend. Sindsdien is deze vlindersoort langzaam gaan toenemen en pas in 2001 kwam er in Vlaardingen een lichte toename. Er zijn ons waarnemingen bekend van twee exemplaren in de Heemtuin in de Westwijk en één in de Hoevenronde. In onze waarnemingenschriften uit 2002 staan er twee genoteerd in het Natuurpark in de Holy.

In 2003 zagen wij 19 Bont zandoogjes in het Natuurpark en ongeveer een zelfde aantal in de Heemtuin in de Westwijk.

Sinds 2004 is het een algemene vlindersoort in Vlaardingen en zijn opmars naar het noord-westen schijnt nog volop in ontwikkeling te zijn. De vlinder doet het zelfs zo goed dat we vorig jaar half november nog enkele Bont zandoogjes op de vlinderwei in het natuurpark zagen vliegen.

Ook dit jaar hebben we de eerste al gezien, op 20 april in de Heemtuin.

Internet/Stadswerk/Pics/NME/Algemeen natuur/gehakkelde aurelia.JPG