Randstad WerkMonitor: werkenden rijp voor de switch

Randstad nederland

Diemen, 3 mei 2006

Groeiend vertrouwen voedt neiging tot baanwissel

Werkenden in Nederland zijn in de afgelopen twee jaar nog nooit zo 'mobiel' geweest. Dat heeft volgens het WerkMonitor onderzoek van Randstad twee oorzaken. Zo wisselen mensen sneller en vaker van baan vanwege hun behoefte aan een nieuwe uitdaging. Ook ontslag (en angst om ontslagen te worden) maakt mensen mobieler. Bovendien blijken werkenden steeds meer vertrouwen te hebben dat ze een andere baan zullen vinden. Ook noemen opvallend veel werkenden als aanleiding voor hun 'switch' dat ze in hun baan een aanhoudende negatieve werksfeer ervaren. Het voorjaar is voor werkenden kennelijk het moment waarop ze die sfeer echt beu zijn: ze gaan op zoek naar een andere baan!

Uit de meest recente peiling onder werkenden in Nederland in het kader van de Randstad WerkMonitor blijkt dat de mobiliteitsindex van mei ten opzichte van twee maanden geleden opnieuw fors is gestegen van 97 naar 103, het hoogste niveau sinds juli 2004. Ook in maart steeg de index al, van 91 naar 97. De stijging van de mobiliteit is het sterkst in de drie grote steden en in het oosten van Nederland is de mobiliteit het sterkst. Zeggen dat je een andere baan gaat zoeken, wil niet zeggen dat het ook gebeurt. Een half jaar geleden verwachtte een zesde (18%) van werkend Nederland binnen zes maanden van werkgever te zijn gewisseld. Uiteindelijk heeft 8% daadwerkelijk in de afgelopen zes maanden de stap gezet.

Tevreden over balans werk/privé
Uit het onderzoek blijkt ook dat tweederde van de werkenden in Nederland redelijk tevreden is met de balans tussen werk en privé. Anders dan wat wel eens gedacht wordt, zijn er maar weinig huishoudens in Nederland waarbij één van de twee volwassenen voor het inkomen zorgt en de ander niet werkzaam is. In tweederde van de huishoudens met twee gezinshoofden werken beide partners. In eenderde van deze huishoudens werkt één van beide partners. Meestal de man, maar in een kwart van deze gevallen is dat de vrouw. In totaal vormen deze 'geëmancipeerde' gezinnen 8% van alle tweekoppige werkzame huishoudens. Het onderzoek heeft verder uitgewezen dat werkenden bijzonder kritisch zijn op ouders die hun kinderen vier dagen per week naar de crèche brengen. Ongeveer de helft van de werkenden vindt dat ouders die dit doen het ouderschap niet serieus nemen. Mannen zijn hier nog stelliger in dan vrouwen (mannen 58% (zeer) mee eens, vrouwen: 51%)

Overwerk
Eén derde van werkend Nederland werkt (naar eigen zeggen) meer dan zij eigenlijk volgens contract zouden moeten werken. Mannen werken vaker over dan vrouwen: 40% ten opzichte van 28%. Van de fulltimers werkt 36% wel eens over, bij parttime werkenden is dit 23%. Bij 15% van de werkende Nederlanders wordt overwerk op geen enkele manier gecompenseerd. Dit is vaker het geval in de dienstverlening (20%) dan in de productie/ industrie (13%). Als er wel compensatie plaatsvindt dan is dit meestal in de vorm van tijd-voor-tijd (32%) in de verhouding 1:1. Deze vorm van compensatie komt vaker voor bij de overheid/ non-profit (44%) dan bij de overige branches.

Thuiswerk
Er wordt nog niet veel thuis gewerkt. Acht op de tien Nederlandse werkenden werken niet thuis. Bij 58% laten de werkzaamheden het niet toe, bij 23% laten de werkzaamheden het wel toe, maar wordt er geen gebruik van gemaakt. Als men niet thuis werkt maar de werkzaamheden dit wel toelaten, dan wordt dit meestal veroorzaakt doordat de werkgever geen voorstander is van thuiswerken (54%), omdat de faciliteiten ontbreken (20%), of omdat men er zelf geen voorstander van is (16%). Wanneer de werkgever wel faciliteiten ter beschikking stelt, dan is dit meestal in de vorm van inloggen op de mail (36%) of het netwerk van het werk (35%). Daarnaast wordt vaak een laptop of computer ter beschikking gesteld (29%) en de internetverbinding (mee)betaald of geregeld (26%).

Na vijven?
Driekwart van Nederland heeft minimaal één keer per week een avond waarop niets gepland is. Echter, ook één op de tien heeft altijd iets gepland staan. Het overgrote deel (77%) van de samenwonende/ getrouwde partners in Nederland is een paar keer per week 's avonds samen thuis. Slechts 7% ziet elkaar minder dan één keer per week 's avonds thuis.
Naast de normale baan voert meer dan een kwart van de werkende Nederlanders ook nog eens vrijwilligerswerk uit, zoals bij een sportvereniging, school, geloofsgenootschap, dierenambulance of liefdadigheidsinstelling. Een achtste van werkend Nederland noemt zichzelf mantelzorger. De persoon die verzorgd wordt is meestal de ouder (47%), in andere gevallen een kind (19%), een ander familielid (18%) of andere dierbare (26%). Gemiddeld besteedt men acht uur per week aan zorgdragen. Bij het onderzoek bleek dat de bekendheid van de verlofregelingen voor mantelzorg laag is. Maar liefst de helft van de mantelzorgers heeft nog nooit gehoord van calamiteitenverlof, kortdurend verlof en langdurend (onbetaald) verlof.

Een extra uurtje vrije tijd?
Als een etmaal niet 24 uur zou bevatten, maar 25, wat zouden de werkenden van Nederland met deze extra tijd doen? De top 5:

1. persoonlijke, ongeplande vrije tijd (bij 33%)

2. slapen (28%)

3. geplande activiteit, zoals sporttraining (16%)

4. zorg/aandacht voor de kinderen (13%)

5. zorg/aandacht voor anderen (4%)

Toelichting illustratie Randstad WerkMonitor:
De mobiliteitsindex geeft een indicatie van het aantal werkenden dat verwacht binnen nu en
6 maanden hetzelfde of vergelijkbaar werk te doen bij een andere werkgever. De index is gebaseerd op het aantal mensen dat positief antwoordt op deze vraag. De stand van de index is te zien aan de onderzijde van de grafiek. Tussen februari en april steeg de index van 97 naar 103 punten.

De mobiliteitsindex wordt voorspeld door een viertal factoren; te weten:
- Het vertrouwen dat men heeft in een 'baanswitch'

- Hoe groot men de kans inschat dat men de huidige baan verliest
- Het aandeel mensen dat toe is aan een nieuwe uitdaging
- De tevredenheid met de huidige werkgever.




Randstad Holding NV