Erasmus MC


02-05-2006: Registratie belangrijk bindmiddel in kankerbestrijding
Regionale samenwerking en afstemming cruciaal voor surveillance

De Nederlandse kankerbestrijding is de laatste 25 jaar volwassen geworden dankzij een groot aantal beleidsinitiatieven uit de jaren 70, waaronder de kankerregistratie. De veelheid van veranderingen in de stand der geneeskunde vragen om een toekomst-perspectief, gebaseerd op analyses van trends en variaties in het verleden. Een goed gevalideerde, regionaal gewortelde, langlopende registratie van kanker biedt daartoe informatie. Bijvoorbeeld over veranderende risicos, toepassing van behandelingen en prognose. De overheid hoeft alleen voorwaardenscheppend te zijn, er is geen behoefte aan veel coördinatie. Dit concludeert prof. dr. Jan Willem Coebergh in zijn oratie ter gelegenheid van de aanvaarding van de Bijzondere Leeropdracht Kankersurveillance aan het Erasmus MC.

Uit de huidige registratie komt een gunstig beeld naar voren van de kankerzorg in Nederland, ook in internationaal perspectief. Het betreft kwalitatief goede zorg tegen lage kosten per patiënt. De registratie heeft in de afgelopen jaren het inzicht in het functioneren van de diverse professionele groeperingen en het vermogen tot bijsturen door diezelfde groeperingen sterk vergroot.

De wereld van de kankerbestrijding heeft te maken met langlopende ontwikkelingstrajecten bij het ontstaan en behandelen van kanker. Daarbij zijn grote investeringen nodig in bijvoorbeeld opleidingen, ontwikkeling van apparatuur of het bouwen van behandelomgevingen. Hierbij gelden termijnen van tientallen jaren. Zicht op de toekomst van de kankerbestrijding is dus wezenlijk, waarbij de registratie een onontbeerlijke rol vervult.

Terwijl zij serieus bezig waren met de aanpak van de kankerzorg, blijkt uit historisch overzicht dat overheid en parlement de preventie hebben laten liggen in de jaren 80. Ook de planning van de radiotherapie ging met horten en stoten. Volgens Coebergh kan meer gebruik worden gemaakt van scenario-ontwikkeling, zoals bij de recente toekomstverkenningen tot 2015 ten dienste van KWF- kankerbestrijding. Het gaat dan om identificatie van domeinen in de zorg die met een stijgende zorgvraag worden geconfronteerd, zoals de zorg voor ouderen met vaak wezenlijke co-morbiditeit, bijvoorbeeld met diabetes, of de zorg voor de wassende stroom patiënten met huidkanker.

Coebergh is werkzaam bij de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC. Hij is benoemd vanwege het Integraal Kankercentrum Zuid, waar hij sinds een jaar of twintig bij een 250-tal publicaties betrokken was, de laatste tien jaar ook met de Nederlandse en Europese kankerregistraties. Voor beleid in de kankerzorg geeft hij de voorkeur aan inhoudelijke samenwerking en afstemming tussen de diverse professionele groeperingen en instellingen op regionaal en landelijk niveau boven landelijke ambtelijke coördinatie.