Time : 18:35:41
Date : 28 April 2006
Sender Name: Kabinet Dirk Van Mechelen

PERSMEDEDELING VAN DIRK VAN MECHELEN

VLAAMS MINISTER VAN FINANCIËN EN BEGROTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Brussel, 28 april 2006

Grimbergen: beroep particulier inzake de bouw van een asfaltcentrale wordt voorwaardelijk ingewilligd

---

------

Vandaag heeft de Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening, Dirk Van Mechelen, gevat in beroep, geoordeeld over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor het inplanten van een asfaltcentrale in een industriegebied in de gemeente Grimbergen.

Na grondige studie van het dossier door de bevoegde administratie (afdeling stedenbouwkundige vergunning AROHM), blijkt uit de nota aan de minister dat met het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning de regels inzake de goede ruimtelijke ordening ruimtelijke ordening niet geschonden worden. Om de dorpskern en de naburige woonwijk maximaal te vrijwaren van bijkomend vrachtwagenverkeer, verbindt minister Van Mechelen een harde randvoorwaarde aan de vergunning. De eigenaar moet de toegang tot zijn site rechtstreeks aansluiten op de Westvaartdijk en hiervoor de nodige verhardingen met fluisterasfalt en groenschermen voorzien.

WAAROM DIENT MINISTER VAN MECHELEN ZELF TE OORDELEN? OMDAT HET GEMEENTEBESTUUR EN DE BESTENDIGE DEPUTATIE GEEN BESLISSING NAMEN.

Na het uitblijven van een beslissing van de gemeente heeft de aanvrager op 19 oktober 2005 beroep ingesteld bij de Bestendige Deputatie van Vlaams-Brabant. Nadat hij vaststelde dat ook de provincie geen beslissing nam stelde de aanvragen hoger beroep in op 18 januari 2006 bij de Vlaamse minister Van Ruimtelijke Ordening.

OVER WAT DIENT MINISTER VAN MECHELEN TE OORDELEN?
OVER DE STEDENBOUWKUNDIGE ASPECTEN, NIET OVER DE MILIEUASPECTEN.

Minister Van Mechelen en zijn administratie kunnen enkel oordelen over de stedenbouwkundige aspecten van deze aanvraag, zoals vervat in de regels en de procedures van de ruimtelijke ordening.

Dit ontslaat de aanvrager niet van de plicht ook alle andere wetgeving na te leven inzake de exploitatie van een asfaltcentrale en hiervoor de nodige vergunningen aan te vragen. Meer in het bijzonder inzake de milieuaspecten, zoals geluids- en geurhinder, de leefkwaliteit e.d. die vervat liggen in de milieuwetgeving waarvoor de Vlaamse minister van Leefmilieu, Kris Peeters, bevoegd is.

Ter informatie kan meegegeven worden dat de aanvrager op 8 september 2005 een milieuvergunning van de Bestendige Deputatie verkreeg. In beroep verleende Vlaams minister van Leefmilieu, Kris Peeters, op 23 februari 2006 de definitieve milieuvergunning.

DE STEDENBOUWKUNDIGE PROCEDURE VOORZIET IN DE AANVRAAG VAN HEEL WAT ADVIEZEN EN BEVRAGING VAN DE BETROKKENEN.

Tijdens een openbaar onderzoek, gehouden van 9 juni tot 8 juli 2005 werden 5 bezwaren ingediend, waarvan de meeste elementen betrekking hebben op milieuaspecten, zoals:

- bijkomende stof-, geur- en geluidshinder;

- mogelijke gezondheidsrisico's omwille van de emissies van het bedrijf;

- de exploitatiemogelijkheden;

- de weigering van een identieke milieuvergunning in een andere gemeente.

De ruimtelijke aspecten vervat in de bezwaren, hadden enkel betrekking op de inplanting van de installatie nabij een natuurgebied en de vraag of de omliggende wegen wel voldoende geschikt zijn. Het college van burgemeester en schepenen van Grimbergen heeft hierop geantwoord met de stelling dat de installatie voor een asfaltcentrale in een gebied voor watergebonden industrie wordt ingepland en dus in overeenstemming is met het gewestplan. 90% van het transport naar het bedrijf zal over water gebeuren en dus was het college van oordeel dat er geen bijkomende belasting van het wegennet zal worden veroorzaakt.

Op 6 juni 2005 gaf de directeur der Werken van de gemeentelijke dienst Openbare Werken een gunstig advies.

Op 17 juni 2005 gaf de dienst Waterlopen van de provincie Vlaams-Brabant een ongunstig advies. Als gevolg hiervan werd een nieuw plan met verduidelijkingen omtrent de onderhoudsstrook langs de Tangebeek opgemaakt.

Op 23 juni 2005 gaf de brandweer van Vilvoorde een voorwaardelijk gunstig advies.

Op 22 juli 2005 gaf de afdeling Waterwegen en Zeekanaal een voorwaardelijk gunstig advies. De voorwaarden slaan vooral op de signalisatie, de bewegwijzering en het voorkomen van vuil op de wegen.

Op 16 augustus 2005 gaf het college van burgemeester en schepenen van Grimbergen een gunstig advies mits naleving van de voorwaarden van de afdeling Waterwegen en Zeekanaal.

Op 19 oktober 2005 tekent de aanvrager wegens het uitblijven van een beslissing van de gemeente Grimbergen beroep aan bij de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams Brabant.

Op 18 januari 2006 tekent hij dan hoger beroep aan bij de Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening bij afwezigheid van een beslissing van de Bestendige Deputatie.

Tijdens deze hogere beroepsprocedure wordt er een petitie met meer dan 5.000 handtekeningen ingediend. De bezwaren slaan opnieuw op milieutechnische aspecten zoals de vervuilde staat van het terrein en de nabijheid van een natuurgebied. Verder wordt in de petitie twijfel geuit over de watergebondenheid van het bedrijf en worden er vraagtekens geplaatst bij de gepaste verkeerssituatie.

In tegenstelling tot het gunstig advies verstrekt op 16 augustus 2005, levert het college van burgemeester en schepenen van Grimbergen in deze beroepsprocedure een ongunstig advies af op 30 januari 2006. Het college haalt de onaangepastheid van de bestaande wegeninfrastructuur als argument aan. Dit argument wordt ook aangewend op de hoorzitting van 8 maart 2006... Echter het onderhoud van deze infrastructuur is een gemeentelijke bevoegdheid. Meer zelfs, navraag door de afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen bij de technische dienst Openbare werken van de gemeente Grimbergen, leert dat de gemeente het wegdek binnenkort zal laten herstellen.

BESLUIT

Na een grondig stedenbouwkundig-technisch onderzoek blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de gewestplanvoorschriften. De inrichting van dit gebied is voldoende gekend en uit de feiten blijkt dat de meeste aanwezige bedrijven vergund werden voor de gewestplanwijziging van 17 juli 2000 én dat deze bedrijven watergebonden activiteiten ontwikkelen. Hierdoor is geen bijkomend ontwikkelingsplan, BPA of ruimtelijk uitvoeringsplan vereist.

De minister heeft dan ook besloten de stedenbouwkundige vergunning, met inbegrip van het aanleggen van een groenbuffer, voorwaardelijk te verlenen. Als harde randvoorwaarde stelt de minister dat de dorpskern en de nabije woonwijk maximaal moeten gevrijwaard blijven van bijkomend verkeer. Daarom dient de aanvrager de ontsluiting van de site rechtstreeks aan te sluiten op de Westvaartdijk.


----------------
Voor meer persinfo:
Kabinet Vlaams minister Dirk Van Mechelen
Persdienst: Philippe Heyvaert en Sabine Van Dooren Tel.: 02/552.67.35 GSM: 0495/23.16.90 Fax: 02/552.67.01 e-mail: persdienst.vanmechelen@vlaanderen.be