Federale regering Belgie
Toespraak Eerste Minister bij de opening Brussels Forum
(2006-04-28)
Persdienst Eerste Minister
Toespraak Eerste Minister bij de opening Brussels Forum
Brussel, 28 april 2006
EMBARGO: 19.00 UUR!!!!
TOESPRAAK VAN EERSTE MINISTER GUY VERHOFSTADT BIJ DE OPENING VAN HET
BRUSSELS FORUM.
BRUSSEL, 28 APRIL 2006.
Monseigneur,
Your excellencies,
Ladies and Gentlemen,
Op 28 september 1948 sprak Paul-Henri Spaak voor de Verenigde Naties
de intussen legendarische woorden uit: "Nous avons peur". We zijn
bang. Die historische woorden van mijn beroemde voorganger waren
gericht aan de Sovjet-Unie. Een half jaar later leidde deze angst tot
de oprichting van de NAVO, de eerste strategische alliantie tussen
Europa en de Verenigde Staten.
Die alliantie tussen Europa en de VS was een natuurlijke alliantie,
die in de lijn lag van de geschiedenis. Reeds tweemaal had de VS haar
soldaten naar het Europese slagveld gestuurd om het oude continent te
vrijwaren van dictatuur. Iets dat wij nooit zullen vergeten. Daarom ga
ik op 8 mei ook naar Washington. Om er een monument in te huldigen ter
ere van de veteranen en de gesneuvelden van de Battle of the Bulge.
Maar even belangrijk als de overwinning op de dictatuur was de
heropbouw achteraf, de heropbouw van de democratie, van de economie.
Het Marshall-plan heeft ervoor gezorgd dat Europa op de ruïnes van het
fascisme opnieuw snel bloeiende democratieën werden. Als een soort van
wederzijdse erkenning groeide ook het German Marshall Fund of the
United States. Dat deze organisatie veel meer is dan een souvenir,
bewijst dit Brussels Forum, dat als ik goed rondkijk, nu al geslaagd
is.
De strategische alliantie tussen Europa en de VS ligt dus inderdaad in
de lijn van de geschiedenis. Maar de reden waarom de NAVO werd
opgericht, reikte verder. Zij was geïnspireerd door die concrete angst
waarover Spaak sprak, namelijk de angst voor één duidelijke vijand:
het communistisch blok. Die angst was reëel, maar bovenal was ze
zichtbaar, herkenbaar, haast tastbaar. Het was Zij tegen Wij. En
tussen ons beiden stond een muur, lag een ijzeren gordijn.
De val van de Berlijnse muur veertig jaar na de oprichting van de NAVO
was voor ons, het democratische westen "our finest hour". Die
overwinning van de democratie had evenwel als belangrijkste
neveneffect dat de wereldorde die tot dan toe klaar en duidelijk was,
plots wegviel, en hiermee ook de evidente reden waarom de NAVO werd
opgericht. Waartegen moesten wij ons nu verdedigen? Tegen wie of wat
dienden we onze gezamenlijke veiligheid te organiseren?
11 september en de dramatische aanslagen die ook in Europa
plaatsgrepen, maakte een brutaal einde aan deze comfortabele vragen.
Terrorisme is nu de nieuwe uitdaging, het nieuwe gevaar. Dit gevaar is
minstens even reëel als de vroeger communistische vijand, maar wel
veel minder zichtbaar, veel minder tastbaar. Bovendien zijn we van een
bipolaire wereld (Moskou en Washington), over een unipolaire wereld
(enkel Washington), stilaan aan geëvolueerd naar een multipolaire
wereldorde. Vandaag spreken we niet alleen meer van Washington of
Moskou, maar ook van New Delhi, Peking, Tokyo, Brasilia, Brussel.
Nieuwe economische grootmachten zijn opgestaan. En hun macht zal in de
toekomst niet alleen economisch blijven. Ze zullen onvermijdelijk ook
politieke en militaire grootmachten worden.
Een tweede verandering, die uiteraard samenhangt met de eerste, is de
globalisering. Economie, media, publieke opinie, ngo's, research zijn
allemaal geglobaliseerd. Vandaag is het nodig om bijna alles aan
iedereen uit te leggen.
Ten derde zijn ook de uitdagingen veranderd. Vandaag worden we niet
alleen geconfronteerd met internationale netwerken van terrorisme,
maar ook met complexe problemen zoals milieuvervuiling, grote
migraties, energie.
Ten slotte is ook Europa sterk veranderd. Sinds de val van de Muur is
het aantal lidstaten (van 12 naar 25) meer dan verdubbeld, is onze
markt eengemaakt en hebben we een gemeenschappelijke munt. We hebben
een gemeenschappelijk veiligheids en defensiebeleid ontwikkeld en met
een hoge vertegenwoordiger de basis voor een reëel gemeenschappelijk
buitenlands beleid. Kortom, de Europese Unie wordt een "ever closer
Union".
Dat laatste verloopt, zoals u weet, niet altijd even gesmeerd. Maar
dat is niet abnormaal. De Verenigde Staten van Amerika kende in haar
geschiedenis gelijkaardige moeilijkheden. Ondanks de grondwet van 1789
werd de VS meer dan een eeuw eerder bestuurd als confederatie in
plaats van als een federatie. De staten hadden veel meer macht dan de
federale regering. Er waren nauwelijks departementen en de president
had geen staf. Het grootste federale departement in de 19de eeuw was
de post. Vandaag gaat ongeveer 20% van het BBP van de VS naar de
federale regering. In 1929 echter, meer dan 150 jaar na haar
onafhankelijkheid, was het federale budget van de VS slechts 1% van
haar BBP. Dat is exact het percentage waar de Europese Unie vandaag,
vijftig jaar na haar oprichting, over beschikt.
Al deze evoluties: een veranderend Europa, de globalisering, nieuwe
uitdagingen en nieuwe spelers op wereldvlak, verklaren wellicht, naast
het dossier van Irak, de spanningen die we de voorbije jaren tussen
Europa en de Verenigde Staten hebben zien ontstaan. Als er zo'n
belangrijke, grote verschuivingen op wereldschaal voorvallen, is het
niet verwonderlijk dat onze eerste reacties hierop verschillend zijn.
De vraag die evenwel overblijft, is: "Hoe moeten we met die spanningen
omgaan?" We kunnen ons terugtrekken in onze loopgraven van het grote
gelijk. Maar dat heeft geen enkele zin. Of concluderen dat ons
Transatlantisch partnerschap voorbijgestreefd is, en dat we als
vrienden uiteengaan. Maar dat heeft in de wereld van vandaag zeker
geen zin.
Wat staat er ons dan wel te doen? Eerst en vooral denk ik dat we
elkaars visie beter moeten leren begrijpen. Ik heb immers de indruk
dat er meer dan ooit gepraat, maar des te minder geluisterd wordt. Dat
is de reden waarom ik in januari 2005 het voorstel heb gelanceerd van
de Transatlantische Gymnich, waarbij een paar keer per jaar, de
ministers van Buitenlandse Zaken van de EU én de NAVO, met andere
woorden van heel Europa en Noord-Amerika informeel de gang van zaken
in de wereld bespreken. Dr. Rice en president Bush hebben inmiddels
dit idee opgepikt. En deze Transatlantische Gymnich is intussen reeds
een aantal keer met succes georganiseerd. Om dezelfde reden vind ik
ook het Brussels Forum zo'n belangrijk initiatief is. Het brengt
politici, opiniemakers, captains of industry samen om met elkaar
informeel over de toekomst van de transatlantische betrekkingen van
gedachten te wisselen.
Luisteren alleen is echter niet voldoende. We moeten ook verder durven
gaan. Ik denk dat we ook het transatlantische kader waarin we werken
moeten moderniseren. We moeten de NAVO aanpassen aan de nieuwe
evoluties, aan de nieuwe realiteit, er een instrument van maken van de
21ste eeuw.
Uitgangspunt daarbij is teruggaan naar de kern van onze alliantie: het
verdedigen van onze veiligheid en van onze waarden, democratie,
vrijheid, mensenrechten. En dat uiteraard in het kader van de
Verenigde Naties. We moeten ons evenwel niet beperken tot onze
kernopdracht, namelijk het verdedigen van onze veiligheid en waarden
op ons eigen, Europees grondgebied. Immers, hoe meer landen vrij,
democratisch en veilig zijn, hoe groter ook onze veiligheid is. Daar
is onze gemeenschappelijke actie in Afghanistan een mooi voorbeeld
van.
De vraag evenwel is hoe we deze nieuwe inzichten in de NAVO
verankeren? Persoonlijk denk ik dat de NAVO zich in drie richtingen
moet ontwikkelen. Een eerste ontwikkeling is deze waarbij de NAVO
eerder dan een uitdeinende alliantie van landen, zich omvormt tot een
hecht partnerschap tussen twee pijlers: de Amerikaanse en de Europese
pijler. Het Europees Veiligheids en Defensiebeleid kan haar eerste
geloofsbrieven voorleggen. Denken we maar aan Aceh, Rafah of Congo. We
zijn goed op weg om met onze Battle Groups snel gemeenschappelijk
inzetbare middelen te creëren. De Europese defensie zal in de toekomst
alleen maar sterker worden. Met of zonder Europese grondwet. Nogmaals,
ik heb het al dikwijls herhaald, een sterke Europese defensie is niet
tegenstrijdig met een sterke NAVO. Integendeel. Een gemeenschappelijke
Europese Defensie maakt de Atlantische alliantie alleen maar sterker
en efficiënter. Zoals een mens heeft ook de vrije wereld nood aan twee
benen om vooruit te geraken: Noord-Amerika en Europa.
In een tweede ontwikkeling zou de NAVO de imbroglio van
samenwerkingen, partners en contactlanden die ze vandaag al kent,
moeten stroomlijnen tot een echt Wereldveiligheidsnetwerk. En ik heb
het hier niet over de uitbreiding van de NAVO. Ik heb het hier over de
noodzaak om de wildgroei van partnerschappen samen te bundelen tot één
netwerk van partners.. Partners die uiteraard dezelfde waarden delen.
Naast de VS en de Europese pijler denk ik hierbij aan Australië,
Nieuw-Zeeland of Japan om maar de meest voor de hand liggende
voorbeelden te noemen.
Ten derde moet de NAVO ook als een Veiligheidsforum kunnen fungeren,
van waaruit in dialoog kan worden gegaan met de diverse reeds
bestaande regionale organisaties. Ik denk aan de Afrikaanse Unie of
aan ASEAN. Met het Veiligheidsforum zouden we bovendien tegemoet komen
aan een reeds bestaande realiteit. Dit zou ons bijvoorbeeld toelaten
om te overleggen met de Afrikaanse Unie indien we op dat continent
iets zouden willen ondernemen. Ik ben er in elk geval van overtuigd
dat de NAVO met een dergelijk Veiligheidsforum een enorme investering
in de toekomst zou doen. Want regionale organisaties zullen in de
toekomst alleen maar belangrijker worden.
Maar welke nieuwe wegen de NAVO in de 21ste eeuw ook mag opgaan, het
moet gebeuren binnen de cultuur van het Noord-Atlantisch Verdrag waar
in de preambule geschreven staat: "The Parties to this Treaty reaffirm
their faith in the purposes and principles of the Charter of the
United Nations and their desire to live in peace with all peoples and
all governments."
Dames en heren,
Voor Amerikanen en voor Europeanen is er geen vrijheid zonder
veiligheid. Maar nu is al duidelijk dat we in deze nieuwe eeuw
geconfronteerd worden met nieuwe, grote uitdagingen, nieuwe, grote
bedreigingen, waarbij het vanzelfsprekend is dat we onze structuren
zullen moeten aanpassen. Nieuwe wegen van samenwerking zullen moeten
geopend worden. Dit vraagt om nieuwe ideeën, nieuwe concepten. En
vooraf veel debat. Daarom ben ik blij dat ik u allen dit weekend in
Brussel mag verwelkomen. Dit Brussels Forum is een enorme kans om dit
debat aan te vatten. Laat ons die kans met de beide handen grijpen.
Ik dank u.
Ik geef nu graag het woord aan Senator John McCain