Vrije Universiteit Amsterdam

Thuistest baarmoederhalskanker onderzocht

VU medisch centrum gaat een onderzoek uitvoeren onder vrouwen die niet deelnemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Zon 44.500 vrouwen in Noord-Holland en Flevoland krijgen in de komende maanden een thuistest toegestuurd, waarmee zij zelf kunnen vaststellen of zij besmet zijn met het Humaan Papilloma Virus (HPV). Dit virus is vrijwel altijd de oorzaak van baarmoederhalskanker. Een tweede groep van 450 vrouwen ontvangt alleen een tweede herinneringsuitnodiging.

Vrouwen die niet reageren op een uitnodiging voor screening en ook niet op een herinneringsuitnodiging, zijn moeilijk te bereiken. Alternatieven voor de brief, zoals bijvoorbeeld opbellen of een publiekscampagne, hebben weinig effect. Daarom zou een thuistest uitkomst kunnen bieden. Daarnaast wil VUmc vaststellen wat de verschillen zijn wat betreft risicoprofiel tussen vrouwen die de thuistest accepteren en zij die meedoen aan het vijfjaarlijkse bevolkingsonderzoek.

De thuistest bestaat uit een uitgebreid onderzochte zelfafnameverzamelaar met spoelvloeistof, waarmee vrouwen zelf een cervico-vaginale uitstrijk kunnen afnemen. Deze moet vervolgens naar VUmc worden opgestuurd, waar het monster wordt onderzocht op aanwezigheid van het virus. In eerder onderzoek is vastgesteld dat de gevoeligheid van deze thuistest even groot is of zelfs groter dan die van het traditionele uitstrijkje.

Vrouwen bij wie een infectie met het HPV wordt vastgesteld krijgen het advies om naar de huisarts te gaan voor het gebruikelijke uitstrijkje. Deze zal zowel worden gecontroleerd op afwijkende cellen als op aanwezigheid van het virus. Indien wel het virus maar geen afwijkende cellen worden gevonden, zullen deze vrouwen binnen zes tot achttien maanden opnieuw een uitnodiging krijgen voor een onderzoek. De herhaaladvies is van belang omdat de kans op het ontstaan van afwijkende cellen in dat geval is verhoogd.

Sinds 1976 krijgen vrouwen tussen 30 en 60 jaar elke vijf jaar een uitnodiging voor het maken van een uitstrijkje. Deze wordt in een laboratorium onderzocht op afwijkende cellen, de zogenaamde CIN. In totaal neemt circa 77 procent van hen deel aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Jaarlijks wordt er bij ongeveer 700 vrouwen in Nederland baarmoederhalskanker geconstateerd, waarvan er 250 overlijden. Het krijgen van baarmoederhalskanker hangt in zestig procent van de gevallen samen met het nooit of langer dan vijf jaar voor de diagnose gescreend zijn. Met name niet-westerse allochtone vrouwen, vrouwen onder de 40 jaar en vrouwen met een lage sociaal-economische status reageren minder vaak op de uitnodiging voor het onderzoek.

De onderzoekers verwachten dat zij met dit onderzoek in totaal 240 vrouwen kunnen traceren die afwijkende cellen hebben (CIN2 tot 3) en 8 tot 10 vrouwen met invasieve kanker.