bDe Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nlPostbus 90801
2513AA22XA 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Telefoon (070) 333 44 44
Fax (070) 333 40 33
www.szw.nlPostbus 90801
Ons kenmerk POND/06/
Datum 28 april 2006
Onderwerp Toezeggingen AO 19 april stimulering
ondernemerschap
Op 19 april j.l. vond een Algemeen Overleg met uw Kamer plaats over het eindrapport van de
projectgroep Stimulering Ondernemerschap, TK 29 804, nr 20 en het onderzoeksrapport
`ondernemend de uitkering uit', TK 28 719, nr 34. Tijdens dit overleg hebben wij u toegezegd
bij brief op een aantal zaken in te gaan.
Wij zullen u voor het zomerreces nader informeren over de mogelijkheid om de
kredietfaciliteit voor starters te verbeteren. Wij zullen nagaan of de Stichting Gak bereid is
hieraan in financiële zin een bijdrage te leveren.
U hebt ons gevraagd na te gaan of gemeenten vanuit het WWB-werkdeel microkredieten aan
startende uitkeringsgerechtigden mogen verstrekken. Deze mogelijkheid bestaat inderdaad.
Het WWB-werkdeel is bedoeld voor voorzieningen ter ondersteuning van
bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigde werkloze werkzoekenden bij de
arbeidsinschakeling. Het is daarbij aan de gemeente om te bepalen óf betrokkene
daadwerkelijk een voorziening nodig heeft om op de arbeidsmarkt aan de slag te komen, en
om te bepalen wat de kortste en meest efficiënte weg naar duurzame arbeidsparticipatie is.
Hoewel de verstrekking van krediet vanuit het WWB-werkdeel mogelijk is, zijn er voor
gemeenten meer voor de hand liggende alternatieven. De eerst aangewezen weg is de
mogelijkheid van kredietverstrekking door marktpartijen, tegen marktconforme voorwaarden.
Voordeel van financiering via de private weg is dat hiermee wordt aangesloten bij wat
algemeen gebruikelijk is. Voor de financiering van het voor eigen rekening en risico starten
van een zelfstandig bedrijf of beroep zijn de banken de meest aangewezen instantie. Van meet
af aan bestaat er een zakelijke relatie tussen de bank en de starter. Dit vereenvoudigt eventuele
latere kredietverlening via de bank.
Indien private kredietverstrekking geen uitkomst biedt, kan de gemeente een startkrediet
verlenen op titel van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz). Om in
aanmerking te kunnen komen voor een dergelijke lening moet de starter kunnen aantonen dat
hij of zij niet in aanmerking komt voor een lening via een handelsbank. Bovendien mag het
(gezins)inkomen niet hoger zijn dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm en moet het te
starten zelfstandig bedrijf of beroep blijkend uit een ondernemingsplan levensvatbaar zijn. Dit
startkrediet kan bestaan uit een rentedragende lening of een borgstelling tot een bedrag van
maximaal 31.113. Voor noodzakelijke investeringen die samenhangen met de voorbereiding
Ons kenmerk POND/06/
op bedrijf of beroep, zoals het uitvoeren van een marktonderzoek of de aanschaf van
bedrijfsmateriaal of een computer, kan de gemeente een voorbereidingskrediet verstrekken tot
een bedrag van maximaal 2.570 in de vorm van een renteloze lening.
Het is de bedoeling dat gemeenten zoveel mogelijk proberen gebruik te maken van
voorliggende voorzieningen als private kredietverstrekking en het Bbz. Gezien de
bekostigingswijze van het Bbz, waarbij 75 procent van de gemeentelijke uitkeringskosten door
het Rijk worden vergoed, ligt het niet voor de hand dat gemeenten voor bekostiging vanuit het
WWB-werkdeel zullen kiezen. Mochten deze voorliggende voorzieningen niettemin in
onvoldoende mate kunnen bijdragen aan de reïntegratie van betrokkene, dan kan een gemeente
besluiten middelen uit het WWB-werkdeel in te zetten.
Aan u is toegezegd dat wij u zullen informeren over het tijdstip waarop de resultaten van
onderzoek naar de kosten en opbrengsten van een reïntegratietraject naar ondernemerschap, in
vergelijking met kosten van reïntegratie naar loondienst bekend zullen zijn. Omdat niet alleen
de doelgroepen, maar ook de regelgeving en financiering van reïntegratie voor UWV-cliënten
en W&B-cliënten van elkaar verschillen, kan slechts bij benadering een vergelijking van
kosteneffectiviteit worden gemaakt. In het kader van de evaluatie reïntegratiemarkt c.q. het
trendrapport reïntegratiemarkt loopt een onderzoek dat ons meer inzicht in de kosten-
effectiviteit van reïntegratie moet bieden. Voor 1 december zullen we hierover rapporteren. Bij
deze gelegenheid zullen we aangeven op welke termijn het mogelijk is om de TK een
onderzoek naar de kosten en baten van reïntegratie naar ondernemerschap te sturen.
Wij zijn van opvatting dat voorlichting en een charmeoffensief ter stimulering van
uitkeringsgerechtigden om een eigen bedrijf te beginnen vooral een taak is van de
ketenpartners, UWV, CWI en gemeenten in samenspraak met de KvK en de
reïntegratiebedrijven. De projectgroep ondernemerschap heeft zich in het afgelopen jaar
ingespannen om met name deze partijen te enthousiasmeren en te informeren. Vanuit onze
projectgroep vernemen wij dat dit wel degelijk heeft geleid tot een veranderende houding van
degenen die binnen de uitvoering hierbij betrokken zijn.
Op 13 maart jl. heeft de projectgroep Stimulering Ondernemerschap haar activiteiten
afgesloten met een conferentie met de uitvoering waarin het signaleren en stimuleren van
ondernemerschap bij uitkeringsgerechtigden centraal heeft gestaan. Daarnaast staan voor de
komende maanden de volgende activiteiten op de rol:
- intensiveren betrokkenheid van KvK bij voorlichting aan startende
uitkeringsgerechtigden.
- opnemen van ondernemerschap bij het opstellen van de reïntegratievisie
- voorlichting over de nieuwe mogelijkheden voor startende WW-ers,
- een uitwerking van de competentiescan door CWI.
Wij zullen de ketenpartners aan blijven spreken op het stimuleren van ondernemerschap en
hen in elk geval verzoeken over de voortgang van de in gang gezette maatregelen te
rapporteren via de kwartaalverslagen
---
Ons kenmerk POND/06/
Wij bevestigen hierbij nogmaals de eerdere gedane toezegging dat wij u voor 1 december a.s.
zullen informeren over een onderzoek naar het achterblijven van de belangstelling van
allochtone uitkeringsgerechtigden in vergelijking met het gemiddeld aantal starters binnen
deze groep.
De antwoorden op Kamervragen van de leden Verburg en Noorman zijn u op 26 april
toegezonden. Hierin wordt bevestigd dat het UWV mag anticiperen op de voorgenomen
wetswijziging van de WW voor zelfstandigen. Conform de afspraken wordt hierover ook de
Eerste Kamer geïnformeerd.
De Minister van Sociale Zaken De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus) (H.A.L. van Hoof)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid