Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Ons kenmerk W&B/B&K/06/33760 Datum 28 april 2006

Onderwerp Toezeggingen uit algemeen overleg inzake notitie
Rijk rond schulden

Op 23 maart jl. heeft een tweede termijn van het algemeen overleg plaatsgevonden over de notitie het Rijk rond schulden. Ik ben mij ervan bewust hoe schuldsituaties veel kanten van het maatschappelijk leven raken. Daarom heeft de schuldenproblematiek de volle aandacht van het kabinet. Dit kabinet zet zich in om problematische schuldsituaties te voorkomen en om de diverse spelers binnen de schuldhulpverlening waar mogelijk te faciliteren. In de nota Rijk rond schulden zijn de verschillende initiatieven van het kabinet op het terrein van preventie en curatie uiteen gezet. Het gaat om de Wet financiële dienstverlening, met daarin o.a. aanscherping van de reclameregels en de reeds aangekondigde extra maatregelen ter voorkoming van overkreditering, waaronder de verlaging van de maximaal toegestane kredietvergoeding. Ook zijn opgenomen de landelijke maatregelen op het gebied van voorlichting en ondersteuning aan de lokale projecten van de verschillende gemeenten. Daarnaast zal ook in het Nationaal Actieplan ter bestrijding van armoede en bevordering van participatie 2006 aandacht worden besteed aan de schuldenproblematiek. Tijdens het algemeen overleg van 23 maart jl. heb ik u een aantal toezeggingen gedaan. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezeggingen.

Allereerst heb ik u toegezegd dat ik u binnen 4 weken zou berichten over de vormgeving van maatregelen die voortvloeien uit het amendement Noorman-den Uyl (30300-XV, nr. 39) indien een concept specifieke regeling nog niet gereed zou zijn.

Voor de verbetering van de aanpak van de armoede en schuldenproblematiek zal ik op 26 juni a.s. een Bestuurlijke Conferentie beleggen met gemeenten en andere betrokken instanties. Dat zal naar verwachting aanknopingspunten bieden voor, en richting kunnen geven aan een goede invulling van de meerjarige beleidsinzet van het amendement van mevrouw Noorman. Op dit moment bereid ik voor het jaar 2006 een specifieke regeling voor op het gebied van schuldhulpverlening, preventie en budgettering.

Ons kenmerk W&B/B&K/06/33760

Ik heb u toegezegd er naar te streven om per 1 oktober een beeld te hebben of vrijwillige certificering van de schuldhulpverlening er kan komen.

Vorig jaar zijn er gesprekken gevoerd met een aantal partijen uit het veld van de schuldbemiddeling en integrale schuldhulpverlening om te inventariseren hoe deze aankijken tegen certificering. Vervolgens heb ik samen met het ministerie van Economische Zaken op 20 april jl. een brede bijeenkomst georganiseerd waarbij uitgenodigd waren schuldbemiddelingsorganisaties, VNG, Divosa, NVVK, de MO-groep en de Nederlandse vereniging van Banken. De opkomst was groot. Voornaamste conclusie is dat de aanwezigen unaniem voorstander zijn van een systeem van certificering. Volgens de aanwezigen is certificering van groot belang om 'het kaf van het koren' te scheiden. Voordat men hiertoe over kan gaan, dient het veld het eens te worden over een aantal essentiële randvoorwaarden. Ten behoeve hiervan start het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) een verkenning naar de haalbaarheid van certificering voor de branche van schuldhulpverlening. Uiterlijk 1 oktober a.s. zal ik op basis van deze informatie aan u melden welke vervolgstappen worden ondernomen.

Vervolgens heb ik u toegezegd bij het SCP te vragen om u te informeren over de oorzaken van de vertraging van het onderzoek niet-gebruik van inkomensregelingen.

Onlangs heeft het SCP u schriftelijk hierover geïnformeerd bij brief d.d. 12 april jl. Eveneens heeft het SCP aan uw kamer het werkdocument "De onbereikte minima" gezonden waarin de eerste bevindingen van het onderzoek niet-gebruik zijn gepresenteerd.

Ook heb ik u toegezegd dat ik me naar aanleiding van de nieuwste ontwikkelingen op het dossier van de schuldenproblematiek zal verdiepen in de verschillende rollen en belangen op het terrein van de schuldhulpverlening. Dit teneinde de eventuele knelpunten en inspanningen in beeld te brengen.

Op dit moment wordt vorm gegeven aan dit onderzoek. In verwacht u hierover voor de zomer nader te kunnen berichten.

Ik heb u eveneens toegezegd bij de minister van Financiën navraag te doen of er mogelijkheden zijn voor vervroeging van de aanscherping van de reclame-eisen per 1 mei a.s.

Bij brief van 15 november jl. heeft de minister van Financiën enkele vragen beantwoord die waren gesteld tijdens het AO over onder andere het Besluit financiële dienstverlening op 10 november 2005. Een van de toen beantwoorde vragen betrof de gefaseerde inwerkingtreding. De minister van Financiën heeft in bovengenoemde brief aangegeven dat informatieregels die wijzigingen met zich mee brengen voor briefpapier, brochures etc. (waaronder uiteraard ook de reclameregels) 3 tot 4 maanden na 1 januari 2006 in werking zullen treden. Aangezien het bovengenoemde Algemeen Overleg aanleiding was voor een aanscherping van de reclame
---

Ons kenmerk W&B/B&K/06/33760

regels is uiteindelijk gekozen voor een periode van 4 maanden om de markt voldoende tijd te bieden hun reclamemateriaal aan te passen aan de nieuwe regels. Per 1 januari jl. is direct de regel in werking getreden dat verstrekte informatie, onder andere in reclames, feitelijk juist, niet-misleidend en voor de consument begrijpelijk moet zijn. De aangescherpte reclameregels zullen vanaf 1 mei aanstaande gelden.
Ik ben hiertoe in overleg getreden met het ministerie van Financiën. Bij nader inzien moet ik concluderen dat vervroeging nauwelijks toegevoegde waarde kan hebben daar ik mijn toezegging deed iets meer dan een maand voor inwerkingtreding van de regels.

Eveneens heb ik u toegezegd te bezien of meer duidelijkheid kan worden verkregen over een omschrijving van "agressieve" of "verleidende" reclame. Daarnaast heb ik u toegezegd na te zullen gaan of er aanknopingspunten zijn om dergelijke reclame aan te pakken en hoe dat past in het huidige traject voor en na 1 mei 2006. Ook heb ik u toegezegd bij partijen in het veld aandacht te vragen voor mogelijkheden van een reclamecode via zelfregulering.

Reclames over financiële producten, waaronder kredieten, zijn geregeld in de Wet financiële dienstverlening (Wfd) en het Besluit financiële dienstverlening (Bfd).

In de Wfd en het Bfd worden de regels voor kredietreclames aangescherpt. In de Wfd en het Bfd zijn verschillende regels opgenomen die het verleidende karakter van reclames zullen beperken doordat in de reclame bepaalde informatie moet worden gegeven over bijvoorbeeld de tarieven of de duur van bepaalde acties zodat loktarieven worden tegen gegaan. Zo moet straks, o.a. (indien van toepassing) in de reclame duidelijk worden aangegeven dat de genoemde kredietvergoeding slechts voor een korte periode geldt, hoe lang die periode duurt en wat na die periode de kredietvergoeding zal zijn. Ook mogen geen fiscale voordelen meer in de tarieven worden verwerkt en moet bovendien, indien een consument verplicht wordt om naast het krediet een verzekering af te sluiten, verplicht in de reclame melding worden gemaakt van deze verzekeringverplichting. Bovendien moet in dat geval in de kredietvergoeding waarmee wordt geadverteerd ook de verzekeringspremie al zijn verwerkt.

Ten aanzien van agressieve reclames zal eerst de vraag moeten worden beantwoord wat een agressieve reclame is. In de Wfd en het Bfd komt de term `agressieve reclame' immers niet voor. In de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken gaat het bij agressieve handelspraktijken om situaties waarin mensen gedwongen worden om tegen hun zin iets te doen. Daar kan bij reclames geen sprake van zijn aangezien mensen niet gedwongen worden een lening af te sluiten door een reclame. Wanneer met een agressieve reclame, een misleidende reclame wordt bedoeld, dan bieden de Wfd en het Bfd voldoende handvatten om deze aan te pakken door handhaving van het algemene verbod om misleidend te informeren. Wanneer met een agressieve reclame, een reclame met onduidelijke actietarieven of kortingen wordt bedoeld, bieden Wfd en Bfd eveneens voldoende handvatten door handhaving van bovengenoemde maatregelen die dat soort loktarieven tegen gaan.


---

Ons kenmerk W&B/B&K/06/33760

Gelet op deze wettelijk vastgelegde aangescherpte reclameregels, zou het kabinet eerst de effecten van de reclameregels willen kennen die vanaf 1 mei aanstaande in werking zullen treden en bezien of deze aanscherpingen onvoldoende zijn.

De in de Wfd opgenomen gedragsregels ten aanzien van krediet omvatten onder andere de kredietwaardigheidtoets voor aanbieders van krediet. Aanbieders van krediet moeten altijd informatie inwinnen over de financiële positie van de consument en beoordelen of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is. Mocht dat met het oog op het voorkomen van overkreditering niet het geval zijn, dan mag de aanbieder van krediet geen overeenkomst aangaan met deze consument.
In de Wfd wordt het toezicht versterkt ten opzichte van de Wet op het consumentenkrediet (Wck). Deze versterking ziet onder andere op het feit dat de toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten (AFM), meer toezichtinstrumenten tot zijn beschikking heeft. De toezichthouder krijgt ondermeer de bevoegdheid boetes en dwangsommen op te leggen zodat zij overtredingen van de wet effectief kan aanpakken.
In het geval dat een aanbieder een overeenkomst inzake krediet aangaat met een consument terwijl dit met het oog op het voorkomen van overkreditering niet verantwoord is, en er sprake is van een overtreding van de Wfd, kan de AFM de aanbieder van krediet een boete of een dwangsom opleggen.

Ter voorkoming van overkreditering worden door de minister van Financiën naast de bovengenoemde kredietwaardigheidtoets verschillende andere maatregelen genomen. Deze maatregelen zijn onder andere vastgelegd in de Wfd en tevens nader toegelicht in de brief van 7 november 2005 met `extra maatregelen ter verdere voorkoming overkreditering'. De al genomen maatregelen, waaronder de verlaging van de maximale kredietvergoeding en de uitbreiding van de schuldenregistratie, hebben tot doel het acceptatiebeleid van kredietverstrekkers aan te scherpen en de mate van kredietverstrekking beter te laten passen bij de financiële draagkracht van de consument. De verwachting is dat deze maatregelen er mede toe zullen leiden dat kwetsbare consumenten minder snel in een situatie van problematische schulden terecht zullen komen. Zij hoeven in dat geval geen of minder snel een beroep te doen op schuldhulpverlening, waardoor de schuldhulpverlenende instanties kunnen worden ontlast.


---

Ons kenmerk W&B/B&K/06/33760

Het ministerie van Financiën heeft zich bereid verklaard bij de bestudering van de effecten van deze aanscherping ook na te gaan of een systeem, waarbij er op een door de vraag voorgestelde wijze (financiële) prikkels tot zorgvuldig gedrag worden ingebouwd, toegevoegde waarde heeft bij het voorkomen van problematische schuldensituaties.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)


---