Federale regering Belgie


E-government in de sociale zekerheid
(2006-04-28)

Persbericht van de Ministerraad

Reglementair kader voor de monitoring en de controle tewerkstelling van buitenlanders

De ministerraad keurde een aantal projecten over e-government in de sociale zekerheid goed. Het gaat om initiatieven van de heer Rudy Demotte, Minister van Sociale zaken, mevrouw Sabine Laruelle, Minister van Middenstand, en de heer Peter Vanvelthoven, Minister van Werk en Informatisering, over de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en over het reglementair kader van de monitoring en de controle van de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten.

De ministerraad nam kennis van het verslag van de werkgroep modernisering van het beheer van de sociale zekerheid dat de belangrijkste evoluties van de e-government projecten in de sociale zekerheid bespreekt.

Daarnaast keurde de Ministerraad het reglementair kader goed dat de monitoring en de controle van de tewerkstelling van buitenlandse arbeidkrachten vastlegt. De ministerraad had op 23 december 2005 beslist dat monitoring- en controlesysteem (LIMOSA) voor buitenlandse tewerkstelling op te starten. Het systeem bestaat concreet uit:
- een voorafgaande meldingsplicht,

- de uitbreiding van de informatie van de meldingen met de gegevens uit de gewesten (arbeidskaarten), FOD Middenstand (beroepskaarten) en Dienst voor vreemdelingenzaken (verblijfsvergunningen). Die informatie wordt beschikbaar voor alle betrokken diensten en overheden.
- een uniek elektronisch loket voor de melding, maar ook voor de aanvraag van arbeidskaarten, beroepskaarten, vestigingsattesten en verblijfsvergunningen.

Hiervoor stemde de ministerraad in met:

- een voorontwerp van wet tot voorafgaande melding van gedetacheerde werknemers en zelfstandigen.

- een ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de wet tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen,
- een ontwerp van koninklijk besluit betreffende het bijhouden van bepaalde sociale documenten voor gedetacheerde werknemers.

De eerste twee worden aan de Nationale arbeidsraad voorgelegd. Alle drie worden voor advies aan de Raad van State voorgelegd.