embargo tot 22.00 uur
GEMEENTE DELFZIJL - COALITIEAKKOORD VOOR DE PERIODE 2006-2010
Inleiding
De fracties van de PvdA, Christen Unie en VVD in de gemeenteraad van Delfzijl verklaren ten opzichte van elkaar en tegenover de raad en de bevolking van Delfzijl dat zij gezamenlijk verantwoording willen dragen voor de benoeming van wethouders die samen met de (waarnemend) burgemeester het college van Delfzijl vormen.
Zij verklaren tevens dat zij aan dit college een programma op hoofdlijnen ten grondslag wensen te leggen waaraan deze fracties zich gebonden achten. Gelet op de actualiteit zijn enkele onderdelen wat meer gedetailleerd.
Aldus blijft er voldoende ruimte voor de raad om in meer dualistische verhoudingen te beraadslagen en te besluiten over zaken van openbaar bestuur.
De drie partijen zijn zich ten volle bewust van hun zware verantwoordelijkheid voor het gemeentelijk bestuur en roepen allen in en buiten de raad op om het gemeentebestuur op deze koers te steunen in de komende raadsperiode.
Samen werken aan perspectief
Gelet op de specifieke situatie waarin bestuurlijk Delfzijl nog recent verkeerde, hebben partijen gekozen voor het aantrekken van wethouders van buiten de raad en buiten de gemeente.
De coalitiepartijen verplichten zich jegens elkaar om gedurende de komende raadsperiode maximaal mee te werken aan het ontheffen van wethouders van de plicht om binnen de gemeente te wonen.
Zulks uiteraard binnen de grenzen van wet- en regelgeving; grenzen die vanzelfsprekend ook door de wethouders in acht zullen worden genomen.
Met dit programma geeft de gemeenteraad zijn opdracht aan het college van burgemeester en wethouders. Aan het college wordt gevraagd om dit programma binnen redelijke termijn om te zetten in een collegeprogramma.
Leefbaarheid dorpen.
In de hierna volgende hoofdpunten zijn de "buitendorpen" niet specifiek genoemd. Het is echter vanzelfsprekend dat leefbaarheid in de dorpen hoge prioriteit heeft, zulks met oog voor diversiteit, oor voor de geluiden uit de dorpen en een brede visie op een leefbaar en vitaal landelijk gebied.
Meedenken vooraf is beter dan inspreken achteraf.
Bestuur en Burger
Het College komt, is samenspraak met de Raad, met voorstellen de huidige bestuurswijze van zowel de Raad als het College te herijken.
Doel hiervan is:
- Het vertrouwen van de burger in Raad en College te herstellen.
- Het stimuleren van de betrokkenheid van burgers met het gemeentelijk beleid
op velerlei terreinen.
- Transparante besluitvorming
- Dat genomen besluiten duidelijker worden gecommuniceerd met
de burger.
- Invloed van de burger op de eigen (directe) woonomgeving.
Bestuur en organisatie werken extern gericht;
- De organisatie werkt vanuit een klantgerichte en servicegerichte houding. Dit krijgt doorvertaling in alle contacten met burgers, persoonlijk, telefonisch, schriftelijk, email en internet.
- De verschillende vormen van communicatie zijn ook begrijpelijk voor de burgers.
Denkrichtingen:
1. Raadsbijeenkomst naast technische vragen ook inhoudelijke bespreking om voorliggend raadsvoorstel en beleidsnotitie waarnodig aan te passen (Raad)
2. Ad hoc commissie instellen voor belangrijke thema's waarin ook belangenorganisaties worden uitgenodigd om hun visie in te brengen (Raad)
3. Instellen van een incidentele politieke markt waarin thematisch onderwerpen kunnen worden besproken tussen burger en politiek (bijv. ter voorbereiding van de begrotingsvergadering)
4. Nader uit te werken communicatiemiddel (internetpagina, periodiek verschijnend informatie bulletin, flyer, etc. etc.) waar naast gemeentelijke informatie en aan de gemeente gelieerde instellingen ook burgers en burgergroepen een bijdrage mogen leveren (College)
5. Het instellen van structurele vormen van overleg met burgergroeperingen. (Raad + College)
Het e.e.a. dient (ook) nader te worden uitgewerkt in het plan van aanpak welke uiterlijk 01 september 2006 dient te worden gepresenteerd aan de minister van Binnenlandse Zaken.
Daarnaast is het wenselijk voor Delfzijl een toekomstvisie voor de middellange en lange termijn te formuleren die in samenspraak met de bevolking dient te worden opgesteld.
Financiën
De financiële situatie van Delfzijl is niet rooskleurig, maar evenmin dramatisch.
Daarom willen de fracties die het coalitieakkoord ondertekenen vooral op dit terrein vertrekpunten meegeven aan het college.
1. Het eerste uitgangspunt daarbij is dat de begroting structureel en reëel in evenwicht moet zijn
in de eerstkomende jaren.
2. Tweede uitgangspunt is dat er voldoende ruimte moet worden geschapen voor nieuw beleid, zeker ook waar dit wettelijk verplicht is, teneinde zoveel mogelijk te kunnen voldoen aan dringende behoeften.
3. Beide uitgangspunten leiden tot de vaststelling dat door aanvullende bezuinigingen er voor dient te worden gezorgd dat de risico's die zich voor Delfzijl kunnen voordoen kunnen worden gedekt en de ruimte voor nieuw beleid tot op redelijke hoogte kan worden veiliggesteld. De situatie van een artikel 12-gemeente dient te worden vermeden.
4. Het weerstandsvermogen mag niet verder interen, maar zal nog versterkt moeten worden. Gestreefd dient te worden naar een algemene reserve als component daarvan, die tenminste 5% moet zijn van het totale budget aan het einde van deze raadsperiode.
5. Het verwerven van extra gelden, vooral ook van de Europese Unie, dient - zo mogelijk in samenwerking met andere gemeenten - geïntensiveerd te worden. Hierover wordt ook optimale samenwerking gezocht met provincie en rijk.
6. De doelmatigheid van het gemeentelijk uitgavenpatroon moet een aanhoudende zorg blijven van de gemeente en van de rekenkamer.Niet slechts de inkoopfunctie maar ook allerlei andere uitgaven dienen in dit verband aan een kritisch onderzoek te worden onderworpen. De raad plaatst daartoe jaarlijks enkele begrotingsfuncties op de agenda, die voor doorlichting en analyse in aanmerking komen.
7. Het college zal in een notitie die activiteiten aangeven die in aanmerking zouden kunnen komen voor afstoting, op afstand plaatsing, privatisering, vermarkting of regionale samenwerking. Daarbij wordt uiteraard ook aandacht besteed aan de gevolgen voor de ambtelijke formatie in het geval de raad tot deze stappen ten aanzien van bepaalde activiteiten zou besluiten.
8. Het instrument van vacaturebeheersing moet worden gehandhaafd, ook in relatie tot de P. en O.-paragraaf in dit coalitieakkoord.
9. In het tarievenbeleid blijft kostendekkendheid uitgangspunt.
10. De huidige totaalopbrengst van belastingen en heffingen, gecorrigeerd met de prijsstijging voor overheidsconsumptie (inflatie) en volume (uitbreiding /inkrimping) vormt het uitgangspunt voor de tariefstelling voor de komende jaren.
11. Als uitgangspunt voor het toekomstig financieel beleid gelden de thans voorliggende berekeningen, zoals vervat in de ambtelijke notitie van 20 april 2006, als bijlage A toegevoegd aan dit coalitieakkoord. Het college doet daartoe voorstellen.
12. De coalitie-fracties verbinden zich er in dit verband toe, indien zij besluiten bepalde ombuigingsvoorstellen uit genoemde notitie te schrappen, deze te vervangen door alternatieve ombuigingsvoorstellen dan wel anderszins dekking aan te geven.
13. Het nieuwe beleid, zoals politiek geaccordeerd, kan - hoe ook de overige vorengenoemde maatregelen uitvallen - nooit in zijn geheel en direct worden gerealiseerd. Dit maakt prioritering en temporisering nodig
Personeel en Organisatie.
Een adequaat functionerend gemeentelijk apparaat is het fundament onder een sterke gemeente.
Het lopende verbetertraject zal zijn vruchten moeten afwerpen.
Speerpunten voor de komende periode.
- Medewerkers meerjarig aan de gemeente binden door middel van een gedegen loopbaanbeleid.
- Een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) voor alle medewerkers.
- Het opzetten van kleine projecten waarbij kennisdeling noodzakelijk is.
- Zoveel mogelijk intern vervullen van vacatures (breed inzetbare ambtenaren)
- Inhuren van externen tot een minimum beperken.
- Functieroulatie op alle niveaus mogelijk maken.
- Het wonen van ambtenaren in de gemeente bevorderen
Wonen en bouwen
De partijen geven aan dat ze zich inzetten voor de leefbaarheid en veiligheid in de woonwijken en de buitendorpen. Delfzijl moet een gemeente blijven waar het goed wonen is voor alle inkomensgroepen. Er dienen dan ook voldoende betaalbare huurwoningen voor diegenen die daarop zijn aangewezen, beschikbaar te zijn.
Ook de kwaliteit van de leefomgeving in de woonomgeving is van groot belang.
In een collegeprogramma moet tot uitdrukking komen dat zij zich sterk maakt voor verhoging van de bouwvolumes in de dorpen. De dorpsvisies worden uitgewerkt in bestemmingsplannen die voor de invulling van de uitvoering leidend zullen zijn.
Ook moet duidelijk worden gemaakt wie bij de wijkplannen en dorpsvisies de inspraak van bewoners gaan bevorderen.
We gaan ervan uit dat tot 2010 de contingenten maximaal worden benut. Wanneer dit niet het geval is moet in het collegeprogramma worden aangegeven hoe mogelijkheden gecreëerd worden om de contingenten in de vrije sector aan te bieden. Overleg met de provincie is dan noodzakelijk. Door gebruikt te maken van gecertificeerde architecten (de gemeente stelt de certificering en benoeming van deze architecten vast) is het mogelijk dat de afgifte van een bouwvergunning in 1 dag mogelijk wordt*. Wij stellen voor,over dit onderwerp, voor 1 september met een voorstel te komen.
Voor alle partijen staat de samenwerkingsovereenkomst met de Ontwikkelingsmaatschappij tot 2010 niet ter discussie. Een kleinschaliger herstructurering en veel minder slopen dient in het te formuleren collegeprogramma tot uitdrukking worden gebracht.
In het collegeprogramma is het daarom van belang aan te geven welke lering moet worden getrokken uit de al eerder uitgevoerde herstructureringsplannen.
Vervangende huisvesting dient tijdig beschikbaar te zijn. We verwachten dat in het collegeprogramma wordt aangegeven hoe verdere ontvolking van de gemeente wordt voorkomen.
Verder dient te worden aangegeven hoe toekomstige vraag en aanbod op de woningmarkt van Delfzijl doorlopend wordt geactualiseerd. Het vraaggestuurde onderdeel van de huisvestingsplannen dient verder te worden aangescherpt. Het onderwerp "Duurzaam Bouwen" dient ook tijdens het vervolg van de herstructurering gestalte te krijgen. In de structuurvisies en beeldkwaliteitsplannen moet tot uiting komen hoe naar waardevolle historische situaties teruggebouwd gaat worden. Van belang is duidelijk te maken hoe bestaande qua architectuur waardevolle bebouwing in nieuwe visies en plannen opgenomen wordt.
Huisvesting voor ouderen in combinatie met zorg en welzijn wordt gestimuleerd. In de nieuwe woonwijken wordt rekening gehouden met de inrichting van de 30 km zones.
Wijk en buurtbeheer blijven een speerpunt in het gemeentelijke beleid.
Lokaal sociaal beleid.
Het lokaal sociaal beleid is een belangrijk onderdeel van de herstructurering van de gemeente Delfzijl . Goede begeleiding van de bewoners in de verhuisfase is een voorwaarde. Een goed informeerproces van de wijken is van het grootste belang. Dat kan bijvoorbeeld via bewonersorganisaties, meldpunt herstructurering etc.
*In de gemeente Boekel wordt deze methode toegepast.
Integraal veiligheidsbeleid
De stand van zaken op het gebied van de veiligheid in de gemeente Delfzijl dient meer gestructureerde inhoud te krijgen. Het gaat daarbij zowel om overlast, criminaliteit en verkeersonveiligheid (convenant "Duurzaam Veilig) als wel om de veiligheid van de inwoners in relatie tot het industriële complex. Om hierover een goed beeld te geven aan inwoners en open te communiceren over de te nemen maatregelen, draagt de gemeente zorg voor het opstellen van een gemeentelijk veiligheidsplan. In het plan dient aandacht te komen voor de bestrijding van zowel de objectieve als de subjectieve onveiligheid in de gemeente alsmede de daaraan te verbinden budgetten. Het plan zal bestaan uit een meerjarenplan en een jaarlijks te actualiseren jaarplan. In het veiligheidsplan worden prioriteiten gesteld voor de aan te pakken veiligheidsthema's in de gemeente.
Aan het plan dient allereerst een nauwkeurige probleemverkenning vooraf te gaan. Het is raadzaam hiervoor onder andere de veiligheidsscan (gevoelens van onveiligheid) en informatie over de geregistreerde criminaliteit van Regiopolitie Groningen te gebruiken. Daarnaast is informatie uit andere sectoren en uit gemeentelijke diensten noodzakelijk. Afhankelijk van de probleemverkenning kan er meer inhoudelijk gesproken worden over de aan te pakken veiligheidsthema's.
Communicatie en Nieuwe Media (ICT)
Het rapport "in dienst van de democratie" van de staatscommissie "Toekomst Overheidscommunicatie" (2001) zou als zienswijze moeten worden gebruikt voor een te ontwikkelen communicatiebeleid in de gemeente Delfzijl. Het is wenselijk deze zienswijze te betrekken bij het plan van aanpak dat voor 1 september moet worden aangeleverd aan de minister van Binnenlandse Zaken. Het communicatiebeleid wordt dan ontwikkeld vanuit het perspectief van de burger. Communicatie is dan ook een onderdeel van het nog te ontwikkelen beleid en niet alleen een vertaling achteraf van een eenmaal gekozen beleid. Communicatie wordt dan al bij het begin van beleidsontwikkeling betrokken.
De rol van nieuwe media in de reguliere beleidsvorming en politiek- bestuurlijke thema's zal steeds nadrukkelijker zijn. De inzet van nieuwe media (ICT) kan in het kader van deze zienswijze in de gemeente Delfzijl sterk worden verbeterd. Het gebruik moet gekoppeld worden aan een visie op het communicatiebeleid en stelt dan regels aan bijvoorbeeld het gebruik van weblogs door wethouders/raadsleden.
In de vele gevallen waarin nieuwe media de contacten tussen burger en bestuur kunnen vereenvoudigen moeten de mogelijkheden met de nieuwe media verder worden benut. Bij het contact tussen burger en gemeente via sites en e-mail moet gewaakt worden voor onzorgvuldig bestuurlijk handelen en schending van de privacy. De informatie- en dienstenverstrekking van de gemeente via deze informatie en communicatie middelen moet toegankelijk zijn voor alle burgers.
Nauwe betrokkenheid van burgers bij de totstandkoming van beleid kan bevorderd worden door:
* Allerlei vormen van (vroegtijdige) inspraak.
* Heldere informatievoorziening (bijv. via de website)
* Duidelijke kaderstelling vooraf, desgewenst vastgelegd in een verordening.
Onderwerpen welke geschikt zijn voor het meeweten en meedenken zijn onder andere:
* Het ontwikkelen van een toekomstvisie over de gemeente Delfzijl op middellange en lange
termijn.
* De dorpsvisies (voorzover deze niet al zijn gerealiseerd).
* De ontwikkeling en inrichting van een nieuw te ontwerpen straat.
* Een nieuw te bouwen zwembad.
* Het instandhouden van een hoog voorzieningen niveau in de gemeente Delfzijl
enz.
Gemeenten kunnen op het gebied van communicatie en het gebruik van nieuwe media vaker samenwerken. In deze raadsperiode zou deze samenwerking nog meer handen en voeten kunnen krijgen.
Raads- en collegeleden moeten investeren in hun contacten met maatschappelijke organisaties, specifieke bevolkingsgroepen en individuele burgers. Die contacten kunnen, naast de fysieke contacten, ook meer via moderne vormen van informatie en communicatie lopen (Internet).
De positie van de afdeling communicatie in de organisatie moet in dit verband opnieuw worden bekeken. Een nieuw communicatieplan is noodzakelijk.
Onderwijs.
De snelle veranderingen in het onderwijsbeleid vragen om een onderwijshuisvesting die flexibel te benutten is.
De visie van De Brede School en een daarbij behorend accommodatiebeleid is al ingang gezet. Het gaat hierbij ook om scholen waarbij rekening gehouden wordt met inzichten over de inrichting en organisatie van het onderwijs in het informatietijdperk. Onderzocht moet worden (VNG) wat de gevolgen van de visie " Brede School" heeft voor de docentruimtes, inrichting lokalen etc. Ook kan het consequenties hebben voor de inrichting van te gebruiken gymnastieklokalen en sporthal. Subsidiemogelijkheden kunnen onze plannen voor het zo goed mogelijk inrichten van onderwijsaccommodaties sneller tot leven brengen. Onderzoek naar de (subsidie) geldstromen binnen het kader van de Wmo zou ook mogelijkheden kunnen opleveren voor het inrichten van onderwijsaccommodaties.
De gemeente zal voorwaarden moeten scheppen om de uitvoering van programma's na schooltijd mogelijk te maken. Binnen het instituut Brede School dient verder alle ruimte te worden gegeven om de programma's tussen de samenwerkingspartners inhoudelijk zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Om van deze scholen een succes te maken is een centraal beheer van de gebouwen noodzakelijk. De samenwerkingspartners dienen zich volledig te concentreren op de inhoudelijke samenwerking.
De Brede School gedachte maakt dat diverse gemeentelijke beleidsvelden met elkaar te maken hebben. Daar waar mogelijk dient de gemeente verschillende beleidsvelden, zoals het onderwijs-, educatie-, welzijns- en arbeidsmarktbeleid op elkaar af te stemmen. Het integrale beleid is toegesneden op de eigen lokale behoeften en mogelijkheden.
Zowel het onderwijs als de instellingen die samenwerken binnen het kader van het Brede Scholen concept zijn op afstand gezet. Gezien het feit dat het hier om complexe samenwerkingsvormen gaat is een blijvend contact tussen de gemeente, onderwijsveld en de instellingen gewenst.
De ontwikkeling van het eerder genoemd onderwijsconceptconcept brengt voor de gemeente nog uitvoerings- en beheerkosten voor de jaren 2006, 2007 en 2008 met zich mee. Deze kosten moeten in de voorjaarsnota worden opgenomen.
Tenslotte:
De leerplicht is integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Daarvoor dient de leerplichtfunctie te worden geoptimaliseerd door het in beeld brengen van schoolverzuim. Daartoe dient een onderwijs- en jeugdmonitor te worden opgesteld.
De gemeente moet in overleg met alle scholen - als onderdeel van een totaal achterstandsbeleid - een onderwijsachterstandsbeleid opstellen.
Het sportbeleid
We willen horen wat het gevolg is van de kabinetsnota: Tijd voor sport (2005).
Van belang is te weten hoe de programma's:
- sport en integratie
- samenwerken sport en onderwijs
- nationaal actieplan bewegen en ruimte voor sport
in het sportbeleid van Delfzijl ingepast kunnen worden.
In beeld wordt ook gebracht welke raakvlakken er zijn met bijvoorbeeld ruimtelijke ordening, welzijn, gezondheidszorg, vrijwilligerswerk, ouderen en onderwijs. Vooral ook wat de initiatieven op dit terrein naar de toekomst toe zullen zijn (b.v. Wmo).
De haalbaarheid van privatiseringsmogelijkheden dient in beeld te worden gebracht.
In een te formuleren sportbeleid voor de gemeente Delfzijl met al zijn dorpen willen we verwoord zien of de in 2002 vastgestelde sportbeleidsdoelstellingen gehaald zijn. .
De richtlijnen van een door de raad aangenomen initiatiefvoorstel zijn in het beleidsvoorstel uitgewerkt. Effecten van het voorgesteld beleid worden aangegeven. Kleinschaligheid wordt als positief kenmerk ervaren bij de voetbalverenigingen.
Bij eventuele clustering van sportaccommodaties moet de kleinschaligheid, zoals die vanuit een positief gezichtspunt wordt ervaren, worden gewaarborgd. Helderheid moet er komen over de relatie sportvoorzieningen en het tussengebied.
Na het vast te stellen beleid wordt er een sportbeheersplan vastgesteld.
Er is een amendement door de PvdA ingediend in de raadsvergadering van februari 2006.
Dit amendement heeft betrekking op de clubaccommodatie van Fivelstreek. Gezien de hierover gevoerde discussie in de raad kan het niet anders dan dat hier nog eenmalig een
bedrag van 75.000,-- euro wordt uitgetrokken. Naar aanleiding van de Quickscan wordt onderzocht of de Olympiahal op korte termijn moet worden gerenoveerd.
Een belangrijk punt is ook dat de sportraad als adviesorgaan van het gemeentebestuur weer in het leven dient te worden geroepen.
Het Zwembad.
Op korte termijn moet een beslisdocument over de verdere voortgang van een te ontwikkelen zwembad voor de gemeenten Appingedam en Delfzijl aan de raad worden voorgelegd. We achten het van belang eenvormigheid en gelijktijdigheid te laten plaatsvinden bij het informeren van het te bouwen zwembad. Dit kan door het beslisdocument aan te bieden aan beide Gemeenteraden op hetzelfde tijdstip en op dezelfde plaats. De Klankbordgroep zou hierbij ook uitgenodigd moeten worden. Tijdens de verdere ontwikkelingen rondom het zwembad wordt de gemeenteraad via bijvoorbeeld een "procesdocument" op de hoogte gehouden.
De Klankbordgroep wordt, na het vaststellen van het eerder genoemd beslisdocument, in de verdere besluitvorming betrokken. Ook andere groeperingen kunnen bij de nog nemen stappen worden betrokken.
In 2009 zal de daling van het exploitatietekort 75000 euro zijn. In 2010 zal het exploitatie tekort opnieuw met 75.000 euro dalen.
De hoeveelheid water oppervlak in het nieuwe zwembad is even groot als het wateroppervlak van de "oude zwembaden" samen.
Wij streven naar een zwembad met 8 wedstrijdbanen. Voorzieningen die de exploitatie verbeteren (b.v. de beweegbare bodem) juichen wij toe. Een zwembad in het tussengebied is uitgangspunt.
We pleiten voor bijdragen van architecten die bekend staan als deskundigen op het gebied van zwembadbouw.
Het samen bouwen van een zwembad zien wij als een bijdrage voor het ontwikkelen van een goed imago van dit gebied.
De exploitatiekosten van een buitenzwembad, passend bij het overdekte zwembad, worden eveneens aangegeven. Dit voorstel wordt separaat aan de raad aangeboden en in de discussie en besluitvorming van de raad meegenomen.
Sociale Zekerheid
Het sociaal beleid van de coalitie staat voor volledige werkgelegenheid voor ieder die kan werken en een fatsoenlijk bestaansminimum voor ieder die dat niet kan.
Het "work-first" principe staat hierbij voorop.
Mensen die problemen ondervinden bij het vinden van een baan kunnen rekenen op ondersteuning van de gemeente, b.v. in de vorm van scholing, stageplaatsen, leer-werktrajecten of gesubsidieerde arbeid.
Van de ISD wordt een meerjarenbeleidsplan 2007 - 2011 verwacht
Een herijking van het aanvullend minimabeleid is noodzakelijk.
Vereenvoudiging en versnelling van aanvraagprocedures wordt nagestreefd.
Er wordt een onderzoek ingesteld naar aard en omvang van schuldenproblematiek en indien de uitkomst daartoe aanleiding geeft wordt terzake beleid ontwikkeld.
Bestrijding van misbruik is onontbeerlijk om voorzieningen overeind te houden.
Zorg en Welzijn
Op 1 januari 2007 gaat de Wmo in (de 1e kamer moet deze zomer nog instemmen). In die wet zijn opgenomen: de Wet voorziening Gehandicapten, de Welzijnswet, de huishoudelijke verzorging die uit de ABWZ is gehaald en diverse subsidieregelingen. De wet wordt niet direct in zijn geheel ingevoerd. De verantwoordelijkheid voor en de (keten) regie over de ontwikkeling van de Wet maatschappelijke ondersteuning ligt uitdrukkelijk bij de gemeente. Tijdens het ontwikkelen en uitvoeren van een beleid op het terrein van de Wmo is participatie van veel groeperingen noodzakelijk.
Per saldo gaat het in de wet om:
1- Maatschappelijke ondersteuning. Het doel is dat iedereen volwaardig kan meedoen in de
maatschappij.
2- De buurt moet in beweging komen om mensen in de samenleving bij die samenleving
te betrekken.
In het collegeprogramma dient opgenomen te worden dat er een startnotitie, een verordening en een beleidsplan ontwikkeld moeten worden. Over de verordening, behorend bij de Wmo, dient voor 1 oktober een besluit te worden genomen. Ook een implementatieplan voor de korte en lange termijn (2007-2010) is noodzakelijk. In het collegeprogramma dient te worden aangegeven hoe de beleidsontwikkeling en uitvoering van de Wmo in rij en gelid worden gezet. Dit maakt een veranderingsvisie noodzakelijk.
Voor het gehele Wmo traject, ook tot aan de beleidsbepaling eind december 2006, dient een communicatietraject te worden ontwikkeld op basis van een communicatievisie. De startnotitie, aangeleverd door het college, wordt door de raad van een kader voorzien. De startnotitie geeft al aan welke kwesties er de komende jaren rondom de Wmo in Delfzijl gaan spelen. In de startnotitie dient eveneens aangegeven te worden hoe het communicatietraject tot en met de beleidsbepaling in december 2006 verloopt. De coalitiepartijen wijzen erop dat het aanlooptraject om te komen tot de uiteindelijke beleidsbepaling zeer zorgvuldig moet worden uitgevoerd. Zo moet er bijvoorbeeld al in de aanloopfase van beleidsvorming
rekening worden gehouden met burgers die hun belangen niet goed kenbaar kunnen maken.
De coalitiepartijen vinden dat de gemeente Delfzijl gebruik moet maken van financiële en inhoudelijke ondersteuning van de Provincie bij het opzetten van lokale loketten of steunpunten voor wonen welzijn en zorg. Ook is het van belang te kijken naar de mogelijkheden die het samenwerkingsverband van de 25 Groninger Gemeenten (H+OG regeling) biedt.In de startnotitie is aangegeven hoever de gemeente daarmee is gevorderd. Samenwerking met andere gemeenten op andere gebieden ligt eveneens voor de hand. Ten aanzien van de startnotitie wordt aangegeven hoe de mogelijkheden die het rijk en provincie te bieden hebben, in het kader van de implementatiekosten in 2007 en later, kunnen worden gebruikt. We verwachten in de startnotie ook een idee over een te wensen organisatievorm voor het verdere traject. De raad geeft aan op welke wijze zij betrokken wil zijn en blijven bij het maken van een Wmo- beleidsplan. Er kan bijvoorbeeld een (ad-hoc) commissie Wmo ingesteld worden. Het vast te stellen kader door de raad (juni 2006) vormt de basis voor een door B en W uit te werken beleidsplan. De bij het beleidsplan horende verordening moet voor 1 oktober in de raad worden aangenomen.In december 2006 moet er naast het bespreken van het beleidsplan ook verantwoording worden gegeven over de aanpak en hoe de gemeente via deze aanpak gekomen is tot het geformuleerde beleid wat aan de gemeenteraad is voorgelegd (periode 2007-2010).
Tenslotte zal in het beleidsplan tot uitdrukking moeten komen wat de betekenis van de Wmo voor de organisatie (b.v. werkdruk, scholing) zal zijn. De daarbijhorende consequenties worden aangegeven.
Economie/werkgelegenheid/landbouw
Het Eemsmondgebied waarin de gemeente Delfzijl een prominente rol heeft, als het gaat om het genereren van werkgelegenheid, staat in de komende jaren op dit punt onder druk.
Naast deze druk heeft het gebied ook vele kansen.
Om een antwoord te geven op de bedreigingen en het benutten van de kansen tot deze werkgelegenheid zal voor het 3e kwartaal van 2006 een plan gemaakt worden die de risico's en kansen inventariseert, plannen en ideeën hiervoor uitwerkt en evalueert. Ter voorbereiding hiervan zullen al bestaande plannen worden geëvalueerd en geactualiseerd.
In dit plan van aanpak wordt aandacht geschonken aan de industrie, de scheepvaart, detailhandel en landbouw. Dit moet ondersteund en versterkt worden door een goed en beheersbaar vestigingsklimaat voor ondernemers.
Het plan moet worden afgestemd met werkgevers en werknemersorganisaties en de provinciale politiek.
De inzet moet gericht zijn om, naast het behoud van het huidige werk, op nieuwe werkgelegenheidsplannen. Plannen die minder druk op het milieu leggen, het leef en woonmilieu van de gemeente Delfzijl ten goede komen en die uiteindelijk zullen leiden tot een spreiding van risico's met betrekking tot de werkgelegenheid.
Daarnaast zal er, op basis van het al beschikbare materiaal, een verkenning cq studie gemaakt moeten worden om het toerisme in Delfzijl uit te breiden en op een hoger plan te brengen.
Voor wat betreft de agrarische sector moet de gemeente moet zich actief en coöperatief opstellen, als het gaat om de noodzakelijke veranderingen binnen de agrarische sector.
Hoewel de gemeente hierin slechts een beperkte taak kan hebben, mag het niet aan concreet beleid ontbreken.
De gemeente stelt daarom in overleg met deze belanghebbenden een landbouwontwikkelingsplan op.
Dit alles moet ondersteund worden in beleid met een verifieerbare en maximale inspanning om subsidies te genereren.
De bestuursstructuur van Groningen Seaports dient democratisch en transparant te blijven.
Namens de fractie van de PvdA, Namens de fractie van de VVD
A.A.Zoethout, fractievoorzitter Mw. W.H.Snijder, fractievoorzitter
Namens de fractie van de Christenunie,
G.J.Steenbergen, fractievoorzitter
Bijlage
---- --
| | | | | | |
| | |De geactualiseerde |Stand: | | | |financiële ruimte |20 | | | | |april | | | | |2006 | | | | | | | | | |2006 |2007 |2008 |2009 |2010 | | | | | | | | |Overschot volgens primitieve |50.000 |-480.00|-385.00|-420.00|-420.00| |begroting 2006 | |0 |0 |0 |0 | |Begrotingsbehandeling |-8.300 |123.000|123.000|123.000|123.000| |Begrotingsruimte vastgestelde |41.700 |-357.00|-262.00|-297.00|-297.00| |begroting 2006 | |0 |0 |0 |0 | | | | | | | | |Begrotingswijzigingen 2006 |-18.200|-30.500|-42.000|-42.000|-42.000| |(t/m de 9e wijziging) | | | | | | |Afrondingen | | | | | | |Stand begrotingsoverschot t/m |23.500 |-387.50|-304.00|-339.00|-339.00| |raad februari (afgerond) | |0 |0 |0 |0 | | | | | | | | |A-Lijst (zie bijlage) |-291.00|-244.00|-246.50|-268.50|-331.00| | |0 |0 |0 |0 |0 | |Vrijvallende kapitaallasten | | | | |p.m. | |4e Wethouder |-75.000|-100.00|-100.00|-100.00|-100.00| | | |0 |0 |0 |0 | |Wachtgeldverplichtingen voorm.|-201.00|-215.50|-170.00|-118.50|-114.00| |Bestuurders |0 |0 |0 |0 |0 | |Dividend Essent naar 500.000 |95.000 |95.000 |95.000 |95.000 |95.000 | |Euro | | | | | | |Beoordeling rentepositie |50.000 |50.000 |50.000 |50.000 |50.000 | |IZA premies gepensioneerden |175.000|175.000|175.000|175.000|175.000| |Huur kindplaatsen |40.000 |40.000 |40.000 |40.000 |40.000 | |Inleenvergoeding WIW banen |50.000 |50.000 |50.000 |50.000 |50.000 | |Vrijval dotatie voorziening 59|476.000|476.000|476.000|476.000|476.000| |jarigen regeling | | | | | | |0-lijn onderhoud |25.000 |25.000 |25.000 |25.000 |25.000 | |wegen/bruggen/verlichting/gebo| | | | | | |uwen | | | | | | |Vermindering boventallig |64.000 |64.000 |64.000 |64.000 |64.000 | |personeel | | | | | | |Vervallen dotatie herstr. |75.000 |75.000 |75.000 |75.000 |75.000 | |Woningvoorraad | | | | | | |Rijk / Prov. Bijdrage |p.m. |p.m. |p.m. |p.m. |p.m. | |bestuurlijke vern. PILOT | | | | | | |Algemene uitkering, |p.m. |p.m. |p.m. |p.m. |p.m. | |maartcirculaire 2006 | | | | | | |(op 31 maart 2006 is de | | | | | | |circulaire ontvangen, de | | | | | | |financiele gevolgen vanaf 2006| | | | | | |worden echter pas de | | | | | | |meicirculaire inzichtelijk) | | | | | | | | | | | | | |Begr.ruimte voor beoordeling |506.500|103.000|229.500|224.000|166.000| |Om- en Doorbuigingen | | | | | | | | | | | | | |Nog te realiseren |-528.00|-1.168.|-1.218.|-1.218.|-1.218.| |ombuigingstaakstelling cfm. |0 |000 |000 |000 |000 | |nota NB&O 2003 en | | | | | | |Doorbuigingsnota 2005-2008 | | | | | | |Te realiseren |303.000|793.000|918.000|993.000|1.068.0| |ombuigingstaakstelling cfm. | | | | |00 | |nota NB&O 2003 en | | | | | | |Doorbuigingsnota 2005-2008 | | | | | | | | | | | | | |Geactualiseerd |281.500|-272.00|-70.500|-1.000 |16.000 | |begrotingsruimte | |0 | | | | | | | | | | | |Stelpost Nieuw beleid |-150.00|-500.00|-650.00|-725.00|-800.00| | |0 |0 |0 |0 |0 | | | | | | | | |Nog te realiseren |131.500|-772.00|-720.50|-726.00|-784.00| |terugbuigingstaakstelling | |0 |0 |0 |0 |
---- --