BRIEF PRESIDIUM INZAKE EMBARGOREGELING
Het Presidium van de Tweede Kamer heeft heden onderstaande brief aan de
Tweede Kamer gezonden.
Brief van het Presidium
Aan de leden
Den Haag, 27 april 2006
De minister-president heeft via de Voorzitter het Presidium meegedeeld
dat de Ministerraad besloten heeft om de sinds jaar en dag bestaande
embargoregeling rond Prinsjesdag en de Derde woensdag in mei op te
heffen. Dit houdt in dat de Miljoenennota 2007 en de ontwerpbegrotingen
voor 2007 op de middag van Prinsjesdag beschikbaar zullen zijn na de
aanbieding aan de Kamer. Hetzelfde geldt voor de aanbieding van de
jaarverslagen. Deze stukken zullen op de derde woensdag in mei aan de
Kamer worden aangeboden. Het kabinet gaat ervan uit dat, als het
algemene Verantwoordingsdebat pas plaatsvindt na de behandeling van de
jaarverslagen in de desbetreffende commissies, daarmee het
embargoprobleem voor dit debat is opgelost.
Het Presidium stelt u voor niet in te stemmen met dit besluit en wel om
de volgende redenen.
Het Presidium is voornemens om niet af te wijken van de bestaande
praktijk om de Algemene en Politieke Beschouwingen daags na Prinsjesdag,
dat wil zeggen op 20 september a.s., te doen plaatsvinden. Dat betekent
dat het kabinet tijdig de stukken voor Prinsjesdag en de Algemene en
Politieke Beschouwingen onder embargo aan de Kamer dient toe te sturen.
De embargoregeling en de daarmee verband houdende afspraken dienden er
immers toe om de Kamer in staat te stellen zich adequaat voor te
bereiden op Prinsjesdag en de Algemene en Politieke Beschouwingen.
Opheffing van deze afspraken frustreert deze doelstelling zo niet
volledig dan wel in grote mate. De Kamer bepaalt bovendien zelf haar
agenda en zij mag daarin niet belemmerd worden door de wijze of het
tijdstip van aanleveren van de stukken. Opheffing van de embargoregeling
zou ook nog inhouden dat vanaf het moment van aanbieding van de stukken
op Prinsjesdag de discussies gevoerd worden in en met de media in plaats
van in en met de Kamer, omdat de Kamer als staatsrechtelijk orgaan nog
bezig is deze stukken te bestuderen. Bovendien plaatst deze wijze van
werken de Kamer op Prinsjesdag onmiddellijk op achterstand. Immers het
kabinet heeft alle gelegenheid zijn voornemen en zienswijzen ook in de
pers uitvoerig toe te lichten, terwijl de Kamer c.q. de fracties daar
niet gedocumenteerd op kunnen reageren.
Wat betreft het Algemene Verantwoordingsdebat heeft het Presidium de
Kamer eerder enkele voorstellen gedaan (zie Kamerstuk 30 529, nr. 1).
Hierbij geldt in wezen hetzelfde argument als bij de aanbieding van de
stukken op Prinsjesdag, namelijk dat vanaf het moment waarop de
jaarverslagen op de derde woensdag in mei (17 mei a.s.) worden
aangeboden de discussies hierover in de media losbarsten en het niet zo
kan zijn dat de Kamer als staatsrechtelijk orgaan nog bezig is deze
stukken te bestuderen. Maar omdat eerder is besloten dat het Algemene
Verantwoordingsdebat pas plaatsvindt na de behandeling van de
jaarverslagen in de commissies en dat niet meteen op donderdag 18 mei
zal zijn, heeft het Presidium besloten wat betreft de stukken voor
verantwoordingsdag het besluit van het kabinet te accepteren.
Gelet op het bovenstaande stelt het Presidium u voor om niet in te
stemmen met het opheffen van de embargoregeling voor Prinsjesdag en dit
aan het kabinet te laten weten.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
F.W. Weisglas
De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
J.E. Biesheuvel-Vermeijden.
Tweede Kamer der Staten Generaal