Technische Universiteit Eindhoven

18-04-2006: De universitaire paradox: Waarde van onderzoek ligt in onderwijs

Uniek jubileumboek beschrijft 50 jaar TU/e-onderzoek

Vijftig jaar onderzoek aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) heeft veel opgeleverd. Maar wat precies? Prof.dr.ir. Harry Lintsen en dr. Hans Schippers stuiten na een analyse van 28 onderzoeksprojecten op de paradox dat de grootste maatschappelijke bijdrage van het onderzoek ligt besloten in het onderwijs. En dat dankzij de afgestudeerde ingenieurs. Het boek wordt op donderdag 27 april aan Koningin Beatrix aangeboden tijdens de plechtige Diesviering in de St. Catharina kerk te Eindhoven.

Nieuwsgierigheid
Het boek geeft een impressie van het rijke en veelzijdige onderzoek van de TU/e in de afgelopen vijftig jaar. Maar liefst 28 grote onderzoeksprojecten zijn tegen het licht gehouden, waaronder het onderzoek naar glasvezelkabels, zuivering van afvalslip, polymeren, techniek voor senioren, botsende autos en het bouwen met bamboe. Het boek Gedreven door nieuwsgierigheid gaat ook uitgebreid in op vragen als: Zijn de resultaten van wetenschappelijk onderzoek wel meetbaar? Wat is het maatschappelijk en economisch nut van het TU/e-onderzoek? Wat is de betekenis voor de regio?

Van onderwijs- naar onderzoeksuniversiteit
De TU/e maakte tussen 1970 en 1990 evenals andere universiteiten een ingrijpende verandering door. Tot 1970 was de TU/e een onderwijsuniversiteit. Zij leidde toekomstige ingenieurs tot onderzoeker en ontwerper. Het onderzoek was geen doel op zichzelf maar moest ten goede komen aan de ingenieursopleiding. Sinds 1990 is de TU/e op weg naar een sterke onderzoeksuniversiteit.

Kennisvalorisatie
De kwaliteit van het TU/e-onderzoek is volgens de onderzoekers onomstreden. Maar hoe zit het met het maatschappelijk en economisch nut? Kennisvalorisatie, zoals dat in bestuurlijk jargon heet, blijkt in de praktijk een weerbarstige materie te zijn. Bij universitair onderzoek staat namelijk niet maatschappelijke toepassing en economisch voordeel centraal, maar het experimenteren met onzekere opties, het opdoen van nieuwe inzichten en het opsporen van perspectiefvolle doorgangen.

Paradox
Daarnaast is het aftappen van de internationale kennisvoorraad van levensbelang. Slechts 2% van alle technisch-wetenschappelijke kennis wordt in Nederland geproduceerd. Om succesvol te innoveren, moet veel kennis worden geïmporteerd uit het buitenland. Dat gebeurt in de praktijk door mensen die daar speciaal voor zijn opgeleid, bijvoorbeeld de TU/e-ingenieurs. Hun opleiding is gebaseerd op de 'state of art' van de technische discipline en de meest recente resultaten van het technisch-wetenschappelijk onderzoek. Op deze wijze ligt, paradoxaal genoeg, de grootste economische waarde van het TU/e-onderzoek besloten in het onderwijs.

Harry Lintsen en Hans Schippers (red.), Gedreven door nieuwsgierigheid. Een selectie uit 50 jaar TU/e-onderzoek (Stichting Historie der Techniek 2006)