ChristenUnie
Verslag Zadelrobben en klapmutsen
donderdag 27 april 2006 15:57
Onderwerp: Wijziging Flora- en faunawet in verband met het verbod op
de handel in producten van zadelrobben en klapmutsen
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennis
genomen van onderhavig voorstel tot wijziging, wat beoogt de
zadelrobben en klapmutsen te beschermen (tegen de inhumane jacht) door
handel in alle producten van deze dieren te verbieden. Deze leden zijn
het met de indieners eens dat het wenselijk is de handel in producten
van zadelrobben en klapmutsen te verbieden, omdat protesten en
algemene boycotten niet het gewenste resultaat opgeleverd hebben en er
voldoende alternatieven bestaan voor de producten van zeehonden. Zij
steunen daarmee de achterliggende gedachte van de voorgestelde
wijziging. Met betrekking tot de voorgestelde wijziging zelf hebben de
leden van de ChristenUnie-fractie een aantal vragen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie stellen vast dat door het
opnemen van de zadelrob en de klapmuts als soort, een uitzondering
ontstaat in de verder algemene formulering van artikel 3, 4 en 5 van
de Flora- en faunawet betreffende de bescherming van inheemse en
uitheemse planten- en diersoorten. Zij vragen de indieners of over de
effecten hiervan is nagedacht. Deze leden denken bijvoorbeeld aan het
risico dat andere dieren in de omgeving van zadelrobben en klapmutsen
het slachtoffer zullen worden als de handel in producten van
zadelrobben en klapmutsen terugloopt. Is hier onderzoek naar gedaan?
Is het niet verstandig om, nu de wet toch gewijzigd wordt, meerdere
diersoorten op te nemen die bedreigd worden of mogelijk slachtoffer
zullen zijn van een zich uitbreidend handelsverbod op producten van
zadelrobben en klapmutsen?
Zij stellen voorts vast dat de eigenlijke grondslag voor het opnemen
van de zadelrobben en de klapmutsen in de Flora- en faunawet een
moreel bezwaar betreft tegen de manier waarop jacht gemaakt wordt op
deze diersoorten, en minder het bedreigde voortbestaan van deze
diersoorten. Deze leden vragen daarom of het aanbeveling verdient
Artikel 5 lid 1 te wijzigen (bijvoorbeeld door toevoeging van een
onderdeel c) zodat er een expliciete grondslag komt voor bescherming
van uitheemse diersoorten in de Flora- en Faunawet, niet alleen op
grond van overmatige benutting of bedreiging van het voortbestaan als
soort maar voor bescherming op grond van welzijnsoverwegingen, zoals
de overweging dat de jachtmethode als zodanig het dierenwelzijn
onevenredig aantast, of de overweging dat de producten die de jacht
oplevert, de jacht op bepaalde soorten als zodanig nog niet
rechtvaardigt, ook al wordt de soort als zodanig door de jacht niet
bedreigd in haar voortbestaan. Met een dergelijke expliciete grondslag
kan ook bescherming worden geboden aan andere, niet in het
voortbestaan bedreigde uitheemse soorten, waarvan geldt dat de jacht
daarop en de handel in producten gemaakt uit deze soorten niet
wenselijk wordt geacht. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan
apensoorten. Graag vernemen zij een reactie van de indieners hierop.
De leden van de fractie van de ChristenUnie spreken hun waardering uit
voor het `onderzoekswerk' dat gedaan is in andere landen ten aanzien
van een verbod op de handel in producten van zadelrobben en
klapmutsen. Dat geeft wat hen betreft aan dat het wetsvoorstel breed
gedragen wordt. Maar, biedt juist het feit dat in veel meer Europese
landen een dergelijk verbod geldt niet een aanleiding om initiatieven
te ondernemen voor een EU-richtlijn? Dit kan in aansluiting op de al
bestaande maar te beperkte richtlijn uit 1983 (83/129/EEG). De leden
van de fractie van de ChristenUnie menen dat, gezien de wetgeving in
andere EU-lidstaten, hiervoor voldoende steun zal bestaan. Hoe denken
de indieners hierover? Kunnen de indieners motiveren waarom zij niet
de voorkeur geven aan een gecombineerde aanpak op nationaal én
Europees niveau?
Deze leden vragen de indieners in dit verband ook naar de stand van
zaken betreffende de beide notificatietrajecten. Zijn er bezwaren
ingediend bij de WTO of de EU? Is er bij de indieners iets bekend over
de houding van Canada, dat door het verbod op de handel in producten
van zadelrobben en klapmutsen het meest getroffen zal worden? Welke
overige landen zullen door een verbod op handel in producten van
zadelrobben en klapmutsen getroffen worden? Is het de indieners bekend
wat de grootste afnemers zijn van de producten van zadelrobben en
klapmutsen? Wat zijn de mogelijkheden om met deze landen in gesprek te
gaan?
Arie Slob
Labels
Arie Slob
Bijdragen