PERSBERICHT
27 april 2006
Gemeentebestuur teleurgesteld over uitspraak Raad van State
`Archeologische kansberekening jaagt agrariërs in buitengebied Dalen op kosten'
Volgens de Raad van State heeft de provincie Drenthe op twee onderdelen terecht geen
goedkeuring verleend aan het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Dalen. Wethouders Geert
Braam en Peter Snijders van de gemeente Coevorden reageren teleurgesteld op de uitspraak.
"We respecteren de uitspraak van de Raad van State, maar we zien wel lichtpuntjes", aldus
Peter Snijders. "Volgens de Raad van State hebben we onze standpunten nog niet op alle punten
duidelijk genoeg gemotiveerd. We zullen daarom aan de provincie Drenthe gemotiveerd
aangeven dat het middel van een extra vergunning voor onze agrariërs om diepe
grondbewerkingen te mogen uitvoeren veel te zwaar en te rigide is. Zeker als deze beslissing is
gebaseerd op archeologische kansberekening."
In opdracht van het ministerie van OC&W ontwikkelde de Rijksdienst voor het Oudheidkundig
Bodemonderzoek (ROB) een kaart van Nederland waarop in lichtgele, gele, lichtoranje en
donkeroranje vlakken staat aangegeven waar een zeer lage, lage, middelhoge of hoge kans op
archeologische vondsten is. Deze zogenoemde Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden
(IKAW) probeert greep te krijgen op het onbekende archeologisch erfgoed in Nederland.
Bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen moeten gemeenten rekening houden met de
gebieden op de IKAW. Ook bij het bestemmingsplan `Buitengebied Dalen' is ruimschoots rekening
gehouden met bekende archeologische waarden. Verder is rekening gehouden met de te verwachten
archeologische waarden zoals die op het IKAW staan vermeld. Bij het opstellen van regels ter
bescherming van de archeologische waarden in het bestemmingsplan Buitengebied Dalen heeft de
gemeente Coevorden drie maatregelen genomen.
1. Ter bescherming van landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden is
bebouwing buiten de agrarische bouwpercelen in principe uitgesloten. Bovendien is in
specifieke situaties altijd een archeologisch vooronderzoek vereist.
2. In gebieden waar volgens de IKAW een hoge of middelhoge kans op archeologische vondsten
is, zijn ruimtelijke ontwikkelingen uitsluitend toegestaan na archeologisch vooronderzoek via
een extra ruimtelijke ordening procedure.
3. Voor de overige gebieden met een hoge kans op vondsten is geen noodzaak aanwezig om via
extra regelgeving de archeologie te beschermen, omdat het bestemmingsplan Buitengebied
Dalen een consoliderend bestemmingsplan is. De aanwezige bestemmingen vormen geen
bedreiging voor de eventuele archeologie.
(zie volgende pagina)
Aanlegvergunning verplicht
Ondanks deze maatregelen is de provincie Drenthe van mening dat de archeologie in de IKAW-
gebieden in het buitengebied Dalen onvoldoende wordt beschermd. De provincie vindt dat de
gemeente Coevorden een aanlegvergunning verplicht moet stellen voor alle agrariërs die woonachtig
zijn in de gebieden waar volgens de IKAW een hoge kans op archeologische vondsten is.
`Onbewezen aannames'
De gemeente Coevorden kan zich niet vinden in dit standpunt van de provincie. "Cruciaal in deze
kwestie is voor de gemeente Coevorden dat uitsluitend op basis van de IKAW, die gebaseerd is op
verwachtingen en onbewezen aannames, onze agrariërs de verplichting wordt opgelegd om
bodemonderzoek te laten verrichten en een vergunning te moeten aanvragen, alvorens zij hun eigen
grond bij voorbeeld mogen diepploegen. Als niet aangetoond of bewezen is dat er daadwerkelijk
archeologische waarden in de grond aanwezig zijn, mag je agrariërs niet de verplichting opleggen dat
ze een vergunning moeten aanvragen. Bovendien moeten de agrariërs voor het verkrijgen van deze
vergunning op eigen kosten een bodemonderzoek laten doen. De archeologische kansberekening jaagt
agrariërs in buitengebied Dalen onnodig op kosten", aldus wethouder Geert Braam van ruimtelijke
zaken.
"Daarnaast spreken wij onze grote zorg uit over de effecten van deze maatregel voor het draagvlak van
onderzoek en behoud van archeologie. Bovendien zijn wij van mening dat rijk en provincie in deze
ook een verantwoordelijkheid heeft voor het aandragen van feitelijk correcte gegevens en niet de
bewijslast over archeologische waarden op het bordje van de burger mag leggen", aldus wethouder
Peter Snijders van archeologie en monumenten.
`Extra administratieve rompslomp'
Ook woordvoerder Roel Visser van LTO Noord reageert teleurgesteld op de uitspraak van Raad van
State. "Er ontstaat weer een nieuw probleem voor onze achterban. Het is onredelijk agrariërs op te
laten draaien voor de kosten van bodemonderzoek en extra vergunning terwijl niet eens aangenomen
kan worden dat er daadwerkelijk archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn. Dit is onnodige
extra administratieve rompslomp waar onze bedrijfstak helemaal niet op zit te wachten."
Niet op gemeentelijk niveau
De gemeente Coevorden staat niet alleen in zijn strijd tegen de IKAW. Een aantal wetenschappers is
zeer kritisch over het gebruik van deze kaart. Docent en onderzoeker Dr. Martijn van Leusen van het
Groninger Instituut voor Archeologie is ontevreden over de wetenschappelijke kwaliteit en het huidige
gebruik van de IKAW. "De makers van deze kaart hebben deze nooit bedoeld voor direct gebruik als
archeologische waardenkaart. Het is een globale kaart. De makers hebben destijds ook expliciet
gewaarschuwd dat deze kaart een toepassing op gemeentelijk niveau niet toelaat."
`Bizar'
Volgens archeoloog Jan Molema van stichting Libau in Groningen heeft deze uitspraak van de Raad
van State een grote impact voor de rest van Nederland. "De IKAW is een onbetrouwbare kaart en
levert niet de gewenste bescherming op van archeologische waarden. Ook in gebieden waar volgens de
IKAW een lage kans op vondsten is, worden in de praktijk waardevolle resten aangetroffen. Het is
bizar te moeten constateren dat de IKAW een grote invloed op de Nederlandse ruimtelijke ordening
mag hebben, terwijl de inhoudelijke waarde van deze kaart sterk ter discussie staat."
Noot voor de redactie,
Gemeente Coevorden