WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : VD. 2006/1284
datum : 27-04-2006
onderwerp : Ontwikkelingen inzake vogelgriep
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
In vervolg op mijn brief van 6 april jl. (TK vergaderjaar 2005-2006,
28807, nr. 105) wil ik u informeren over de huidige stand van zaken
aangaande de ontwikkelingen van hoogpathogene Aviaire Influenza H5N1
(hierna vogelgriep) en de in dit verband genomen maatregelen ten
aanzien van de afschermplicht en de vrijwillige vaccinatie.
1. Beëindiging afschermplicht voor pluimvee
In bovengenoemde brief heb ik u in kennis gesteld van mijn voornemen
om de afschermplicht voor pluimvee met vrije uitloop, die per 20
februari jl. is ingegaan, te beëindigen.
Op basis van de Europese beschikking 2005/734/EG die geldt tot 1 juni
2006, moeten lidstaten op grond van periodieke risicobeoordelingen
passende bioveiligheidsmaatregelen nemen ter beperking van het risico
van overdracht van hoogpathogene AI van in het wild levende vogels
naar gehouden vogels. Het is aan de lidstaat om op grond van de
epidemiologische situatie te beoordelen of getroffen maatregelen ter
voorkoming van de insleep van vogelgriep al dan niet moeten worden
gecontinueerd. Achtergrond hiervan is dat er binnen de Europese Unie
grote verschillen in omstandigheden ten aanzien van vogeltrek en
risico's van vogelgriep kunnen bestaan, die tot een andere
risicobeoordeling kunnen leiden.
Gelet hierop heb ik de situatie rond de vogelgriep eind april opnieuw
laten beoordelen. Uit de risicobeoordeling is gebleken dat er geen
aanleiding is om terug te komen op het voornemen de afschermplicht per
1 mei 2006 te beëindigen. De piek van de vogeltrek is voorbij en bij
de monitoring van wilde vogels zijn tot nu toe in Nederland geen
besmettingen met het vogelgriepvirus aangetroffen. De afschermplicht
zal dan ook per 1 mei worden beëindigd.
Naast de intrekking van de afschermplicht wordt ook het bestaande
verzamelverbod voor pluimvee (waaronder duiven), loopvogels en
siervogels enigszins versoepeld. Met ingang van 1 mei is het onder
bepaalde voorwaarden mogelijk een ontheffing te verlenen voor het
verzamelen van pluimvee en loopvogels.
Ook is vanaf deze datum het in de open lucht verzamelen van
siervogels, niet zijnde pluimvee, en het verzamelen van in Nederland
gehouden postduiven ten behoeve van korte wedvluchten in Nederland en
België weer toegestaan.
Bovenstaande wijzigingen zijn verwerkt in een aanpassing van de
Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II, die op 1 mei
a.s. in werking zal treden.
In verband met de naderende expiratiedatum van voornoemde Europese
beschikking zal in Europees verband worden bezien of wijzigingen in de
bioveiligheidsmaatregelen worden doorgevoerd. Zoals ik reeds heb
aangegeven, zal dit najaar gelet op de mondiale vogelgriepsituatie de
afschermplicht voor niet-gevaccineerd pluimvee waarschijnlijk weer
moeten worden ingesteld.
2. Evaluatie vrijwillige vaccinatie van pluimvee met vrije uitloop
Op basis van het Nederlandse vaccinatieplan heeft de Europese
Commissie beschikkingen vastgesteld waarmee het in Nederland mogelijk
is om onder strikte voorwaarden hobbypluimvee, biologische legkippen
en legkippen met vrije uitloop preventief te laten vaccineren.
De beschikkingen lopen voor hobbypluimvee en commercieel gehouden
legkippen tot en met juni 2006 en voor commercieel gehouden
opfokdieren tot 1 juli 2007. Om die reden is het van belang om, in
overleg met betrokken partijen, de komende maanden op basis van de
opgedane ervaringen de eerste vaccinatieperiode te evalueren.
Mede in verband met de handelsrisico's zijn er thans zeer strikte
regels opgesteld om te borgen dat pluimvee en (in bepaalde gevallen)
producten van gevaccineerd pluimvee gescheiden blijven van pluimvee en
producten van niet-gevaccineerde bedrijven. Voorts is er voor
gevaccineerd hobbypluimvee een verbod op deelname aan shows en
tentoonstellingen. Daarnaast zijn er zware eisen gesteld aan de
monitoring van gevaccineerd pluimvee. Dit alles hangt samen met het
feit dat de vaccinatie door de Europese Commissie als een pilot wordt
beschouwd.
De huidige vaccinatieregeling brengt hierdoor ontegenzeggelijk extra
administratieve lasten met zich. Bij de evaluatie zal ik daarom de
mogelijkheden voor vermindering van deze lasten onderzoeken.
Deze zomer zal de uitkomst van de evaluatie aan de Europese Commissie
worden aangeboden. Deze zal vervolgens met de overige lidstaten worden
besproken in het Permanent Comité voor de Voedselketen en
Diergezondheid (PCDV). Op basis van deze bespreking kan dan een
volgende vaccinatieperiode voor de herfst worden aangevraagd. Daarbij
zal ik ook de mogelijkheden voor aanpassing van de huidige
vaccinatieregeling bezien.
In het PCDV heeft Frankrijk reeds te kennen gegeven ook door te willen
gaan met het preventief vaccineren van pluimvee.
3. Gevolgen van vogelgriep(maatregelen)
Tot slot wil ik u melden dat de pluimveesector en de branchevereniging
voor de siervogelimporteurs (DIBEVO) hun grote zorgen over de ernstige
economische gevolgen van de vogelgriep bij mij kenbaar hebben gemaakt.
Deze problematiek is ook bij de Europese Commissie bekend. Na
vaststelling van de gewijzigde marktordeningen voor eieren en
pluimveevlees zullen in overleg met het bedrijfsleven de buitengewone
steunmaatregelen nader worden uitgewerkt. Mijn insteek daarbij is dat
het dient te gaan om maatregelen die de pluimveevleeskolom naar de
toekomst toe versterken.
Over de mogelijkheden tot het inzetten van regelingen voor
werktijdverkorting in de pluimveevleeskolom en voor
siervogelimporterende bedrijven zal ik op korte termijn overleg plegen
met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit