Wijziging Regeling zorgverzekering in verband met aanpassen bijdrage
verdragsgerechtigden
Kamerstuk, 27-4-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z/VV-2679569
27 april 2006
Bij mijn brief van 7 april jl. (Kamerstukken II, 2005/06, 29689, nr.
80) heb ik u geïnformeerd over het vonnis in kort geding in de zaak
van de stichting Belangenbehartiging Nederlandse Gepensioneerden in
het buitenland en een vijftal verdragsgerechtigden in persoon tegen de
Staat der Nederlanden. Ik heb daarbij aangegeven u op korte termijn
nader te zullen berichten over de door mij naar aanleiding van het
vonnis gekozen wijze waarop de bijdrage van verdragsgerechtigden in
relatie wordt gebracht met de zorgkosten in het woonland.
Inmiddels heb ik in overleg met de betrokken uitvoeringsinstanties
(CVZ, SVB en UWV) besloten de Regeling zorgverzekering te wijzigen om
op zo kort mogelijke termijn te voorzien in de uitvoering van het
vonnis van de rechter in genoemd kort geding. Deze voorlopige
wijziging van de Regeling zorgverzekering heb ik bijgevoegd en zal ik
hieronder in het kort nader uiteen zetten. Met deze wijziging geef ik
tevens invulling aan de motie Schippers (Kamerstukken II, 2005/06,
29689, nr. 52). Uiteraard blijft het mogelijk dat op grond van nadere
overwegingen bijstelling nodig zal blijken. Het CVZ zal mij in dit
verband in de eerste helft van 2007 een uitvoeringstoets doen
toekomen.
In zijn vonnis acht de rechter het niet gerechtvaardigd dat van alle
elders wonende Nederlandse gepensioneerden een zelfde bijdrage wordt
geheven, die geheel los staat van de forfaitaire bedragen die de
desbetreffende woonlanden aan Nederland in rekening brengen. In
aanmerking genomen de AWBZ-component, heeft hij daarom geoordeeld dat
de bijdragen van gepensioneerden niet hoger mogen zijn dan wat
Nederland aan het woonland moet betalen.
Ik heb besloten om de gehele bijdrage voor verdragsgerechtigden te
baseren op de gemiddelde zorgkosten voor de sociale
ziektekostenverzekering in het woonland, in relatie tot de gemiddelde
zorgkosten van de sociale ziektekostenverzekeringen in Nederland.
Daarbij wordt de Nederlandse verhouding tussen inkomensgerelateerde-
en nominale premies in aanmerking genomen. Door deze relatie met de
gehele bijdrage te leggen, wordt de berekening van de bijdrage
verdergaand gewijzigd dan de rechter in het vonnis heeft aangegeven.
Dit weerspiegelt het meest zuiver het verschil in het totale
verzekerde pakket tussen Nederland en het woonland; daarnaast is het
zo dat de kosten voor met AWBZ-zorg vergelijkbare zorg in het woonland
meestal niet afzonderlijk kunnen worden bepaald.
In het algemeen zal dit ertoe leiden dat de meeste
verdragsgerechtigden een lagere verdragsbijdrage verschuldigd zullen
zijn dan het geval was voor deze wijziging van de regelgeving.
Onderstaand wordt de nieuwe berekeningswijze voor de bijdrage met een
rekenvoorbeeld toegelicht. De genoemde gemiddelde kosten zijn
indicatief . In het voorbeeld is nog geen rekening gehouden met de
heffingskortingen die, net als in Nederland, op het AWBZ-deel in
mindering worden gebracht.
Voorbeeld:
Stel: het pensioen bedraagt EUR 1100 per maand. Betrokkene is
gepensioneerd en heeft een niet werkende jongere partner. Beiden wonen
in Spanje.
Grondslag van de bijdrage:
- inkomensafhankelijk deel, dat correspondeert met de in
Nederland geldende inkomensgerelateerde bijdrage van
verzekeringsplichtigen voor de Zvw: 6,5% = EUR 71,50 per maand
- inkomensafhankelijk deel, dat correspondeert met de
in Nederland geldende AWBZ-premie: 12,55% = EUR 138,05 per maand
- nominale deel : EUR 969/12 = EUR 80,75 per maand
De woonlandfactor wordt berekend uit verhouding tussen de gemiddelde
kosten van Spanje (EUR 950) en de gemiddelde kosten in Nederland (EUR
2700).
De woonlandfactor is dan: 950/2700=0,352
De verschuldigde bijdrage per maand wordt dan:
(EUR 71,50+EUR 138,05+EUR 80,75) x 0,352=EUR 102,19 voor de
gepensioneerde en voor diens gezinslid (EUR 80,75 x 0,352=) EUR 28,42.
Voor de zorgtoeslag geldt dat die in sommige gevallen hoger kan
uitvallen dan de verschuldigde bijdrage wanneer die, zoals thans,
gebaseerd blijft op de Nederlandse gemiddelde premie. Nu in
werkelijkheid een bijdrage verschuldigd is die niet is gebaseerd op de
zorgconsumptie in Nederland maar op zorgconsumptie in het woonland,
dient ook de zorgtoeslag overeenkomstig te worden aangepast. Daartoe
bereid ik een wetswijziging voor die evenals de aanpassing van de
bijdrage voor verdragsgerechtigden zal moeten terugwerken tot en met 1
januari 2006. In hoeverre rechtstreekse verrekening van de zorgtoeslag
met de bijdrage mogelijk is, is nog onderwerp van nadere bestudering.
De wijziging van de Regeling zorgverzekering werkt terug tot en met 1
januari 2006. De nieuwe heffing en inning van de bijdragen bij
verdragsgerechtigden gaat in zodra de inhoudingsplichtige organen de
aanpassingen in hun systemen hebben ingevoerd en het CVZ in staat is
op basis van met deze organen uitgewisselde gegevens vast te stellen
in hoeverre restitutie dient plaats te vinden. Dit zal in de loop van
2006 gerealiseerd zijn. De SVB heeft aangegeven reeds in juli
aanstaande de nieuwe systematiek te kunnen toepassen. Verschillende
andere uitkeringsinstanties zullen iets langer tijd nodig hebben om
hun administratie aan te passen. Daarom is het onvermijdelijk dat de
huidige inhoudingspraktijk nog enige tijd naijlt. Te hoge inhoudingen
worden evenwel volledig gecorrigeerd omdat het CVZ het verschil tussen
de verschuldigde bijdrage op grond van deze regeling en de werkelijk
ingehouden of geïnde bedragen, achteraf verrekent.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Documenten
* Regeling Z/VV-2679576 (nieuw venster) Kamerstuk | 27-4-2006 (pdf,
8 pag., 110 kB)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport