|Den Haag, 26 april 2006 vl/sm | | | | |BESLUIT PRESIDIUM INZAKE SCHENDING VAN VERTROUWELIJKHEID NA EEN BRIEFING DOOR DE MINISTER VAN DEFENSIE
Het Presidium van de Tweede Kamer heeft in zijn vergadering van 26 april 2006 gesproken over de schending van vertrouwelijkheid. Aanleiding hiertoe vormden brieven van respectievelijk de voorzitters van de vaste commissies voor Defensie en Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie over de schending van de vertrouwelijkheid bij een briefing van de minister van Defensie aan de beide commissies op
15 maart jongstleden.
Het Presidium heeft in zijn vergadering van 29 maart 2006 vastgesteld dat het voor een ieder duidelijk dient te zijn dat er geen schending van vertrouwelijkheid behoort plaats te hebben. Om te kunnen bevorderen dat schendingen van de vertrouwelijkheid niet meer zullen voorkomen, heeft het Presidium besloten dat eerst moest worden vastgesteld of de bij de betreffende briefing aanwezigen leden de vertrouwelijkheid wel of niet hebben geschonden. Het Presidium heeft de Voorzitter van de Tweede Kamer verzocht om samen met de Griffier gesprekken te voeren met de leden die bij de briefing aanwezig zijn geweest.
De Griffier heeft gesprekken gevoerd met ambtenaren van de Kamer die betrokken waren bij de briefing.
Op basis van de verklaringen die zijn afgelegd tegenover de Voorzitter en de Griffier heeft het Presidium op 26 april 2006 het volgende besloten: om geen verdere stappen te ondernemen richting de betrokken leden en/of ambtenaren omdat alle bij de briefing aanwezige leden en medewerkers hebben verklaard - ieder voor zich - dat zij de vertrouwelijkheid niet hebben geschonden;
suggesties die betrekking hebben op nut en noodzaak van vertrouwelijke informatie-uitwisseling, het voeren van dit soort besloten briefings alsmede over mogelijke aanscherping van de procedures voor te leggen aan de vaste commissies voor Defensie en Buitenlandse Zaken; de vaste commissies voor Defensie en Buitenlandse Zaken alsmede de minister van Defensie op de hoogte te stellen van de bevindingen van het Presidium.
Het Presidium heeft verder besloten in een van zijn vergaderingen na het meireces te spreken over meer algemene aspecten rond het vertrouwelijk informeren van de Kamer door de regering.