VVD


26-4-2006

VVD: Afmaken runderen bij registratiefouten moet stoppen

VVD-Europarlementariër Jan Mulder heeft vandaag vragen gesteld aan de Europese Commissie over het afmaken van rundvee als de registratie niet klopt. Dit om de voedselveiligheid te garanderen. Een Europese Verordening stelt dit verplicht als de identiteit van een dier niet binnen twee werkdagen vastgesteld kan worden.

Jan Mulder: "Ik vind het niet proportioneel om dieren af te maken, enkel omdat de identiteit niet direct aangetoond kan worden. Er moet gekeken worden of er ook andere maatregelen te nemen zijn die wel garanderen dat voedselveiligheid gegarandeerd wordt en veterinaire risico's beperkt blijven. Tegelijkertijd moeten nieuwe maatregelen er natuurlijk niet toe leiden dat veehouders lakser met de registratie van hun vee omgaan."

Jan Mulder: "De Commissie moet kijken of andere maatregelen, zoals het testen van het DNA en/of het creëren van een nieuwe identificatie voor niet geregistreerde dieren het beoogde doel niet afdoende kunnen garanderen. Dit kan gedaan worden in combinatie met vervoersbeperkingen en extra testen bij de slacht."

Hieronder vindt u de schriftelijke vragen.


---

---

Schriftelijke vragen Jan Mulder:

In Nederland zijn de laatste jaren grote aantallen gezonde runderen afgemaakt die niet voldeden aan de registratievereisten. Hierbij wordt uitvoering gegeven aan Verordening (EG) Nr. 494/98 van de Commissie van 27 februari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad wat betreft de toepassing van de minimale administratieve sancties in het kader van de identificatie- en registratieregeling voor runderen.


1. Is de Commissie van mening dat het afmaken van runderen een proportioneel middel is voor het bestrijden van problemen bij de identificatie en registratie van runderen in de gemeenschap?


2. Is de Commissie van mening dat er ook andere manieren zijn om voedselveiligheid te blijven garanderen en veterinaire risico's te beperken, door middel van andersoortige maatregelen, zoals het aantonen van de identiteit via DNA testen of het creëren van een nieuwe identificatie (in combinatie met vervoersbeperkingen en extra testen bij slacht van het dier), zonder dat dit leidt tot een verslapping in de registratiebereidheid van veehouders?


3. Kan de Commissie een beeld schetsen hoe de genoemde regeling in de overige lidstaten wordt uitgevoerd?