European Union



RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

NL

P/06/61

Brussel, 25 april 2006

8616/06 (Presse 113)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over het incident met de pers in Burundi

Op 17 april jongstleden hebben de nationale politie en de inlichtingendiensten van Burundi, tijdens een persconferentie van de heer Basabose de aanwezige journalisten aangehouden en enkele uren vastgehouden.

De Europese Unie heeft met ongerustheid kennis genomen van deze poging tot intimidatie van de Burundese pers door politieambtenaren en ambtenaren van de nationale documentatiedienst van Burundi op 17 april.

De Europese Unie is verheugd over de krachtige, snelle reactie van de Burundese regering, die het incident heeft betreurd en erop heeft gewezen dat dit optreden geenszins haar beleid in dezen vertegenwoordigt.

De Europese Unie waardeert het klimaat van vrijheid waarbinnen de Burundese pers kan opereren en is van mening dat dit een van de positieve punten is in de politieke ontwikkeling van het land.

De Europese Unie herinnert eraan dat zij groot belang hecht aan de persvrijheid als een van de belangrijkste blijken van de democratische ontwikkeling van een maatschappij. Deze vrijheid dient zonder belemmeringen te kunnen worden uitgeoefend.

De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.