| |Nr. |2006-208 | | |Arnhem|26 april 2006 | | |, | |Eikenprocessierups door groenbeheerders aangepakt met biologisch bestrijdingsmiddel
Groenbeheerders, zoals gemeenten en provincies, zullen de komende weken op diverse locaties gaan spuiten met een biologisch bestrijdingsmiddel om de eikenprocessierups te bestrijden. Het spuiten gebeurt in de periode van eind april tot eind mei, vlak nadat de bladvorming is begonnen en de rupsen van het jonge blad beginnen te eten. De bestrijding wordt uitgevoerd door nevelbespuiting met een bacteriepreparaat.
In verband met de verneveling van het bestrijdingsmiddel en de mogelijke verwaaiing van brandharen van de rups is het aan te raden niet in de spuitnevel te komen en dieren 15 meter uit de buurt te houden van de spuitactiviteiten. Deze voorzorgsmaatregelen moeten ertoe bijdragen dat zo min mogelijk overlast als gevolg van het spuiten ontstaat.
De eikenprocessierups is de larve van een nachtvlinder. Vanaf begin april komen de rupsen uit de eitjes tevoorschijn. De kenmerkende brandharen krijgen de rupsen na de derde vervelling (vanaf half mei) Deze brandharen kunnen gezondheidsklachten veroorzaken, zoals hevige jeuk en irritatie van huid en slijmvliezen. De afgelopen jaren is gebleken dat biologische bestrijding van de eikenprocessierups in een vroeg stadium een effectieve methode is om de overlast te beperken.
Gelderland
Ook langs de Gelderse provinciale wegen wordt de bestrijding van de eikenprocessierups uitgevoerd. Dit zal merkbaar zijn aan rijdende afzettingen op weggedeelten en fietspaden tijdens het spuiten. Met borden worden de weggebruikers gewezen op de spuitactie. In Gelderland worden bomen langs provinciale wegen in het hele Rivierengebied, rondom Arnhem en ten zuiden van de lijn Dieren-Doesburg-Doetinchem-Aalten bespoten.