Gemeente Doetinchem

Burgerjaarver...

Invoering Wmo: één centraal loket voor zorg en ondersteuning


- 26 april 2006 -
Het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem wil bij de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) komen tot één centraal loket voor zorg en ondersteuning. Dat betekent dat burgers hier terecht kunnen voor Wmo- en AWBZ-voorzieningen en tegelijkertijd ook voor bijzondere bijstand en schuldhulpvragen. In dat loket werkt de gemeente nauw samen met het CIZ (Centrum indicatiestelling zorg). Het opzetten van een lokaal loket is een van de belangrijkste uitgangspunten in de notitie over de Wmo, die op 1 juni in de gemeenteraad wordt besproken.

Arrangementen van voorzieningen
Burgers krijgen bij het lokale loket te maken met een vast aanspreekpunt. Deze klantmanager leert de situatie van de burger kennen en zoekt daar, in overleg met de cliënt, het meest passende arrangement van voorzieningen bij. De klantmanager regelt zo op klantgerichte en efficiënte wijze de benodigde zorg en ondersteuning. Daarnaast heeft de klantmanager de taak om signalen op te vangen van bijvoorbeeld mantelzorgers, buren en de politie en daarop actie te ondernemen. Klantmanagers zullen in veel gevallen op huisbezoek komen of spreekuur houden in de wijk.
De arrangementen die het lokale loket aan burgers aanbiedt, bevorderen dat mensen zo lang mogelijk kunnen blijven wonen in hun vertrouwde woon- en leefomgeving. De arrangementen combineren individuele voorzieningen uit de Wmo en AWBZ met collectieve voorzieningen op wijkniveau. Voor de individuele voorzieningen worden verordeningen opgesteld; deze moeten willekeur voorkomen en tegelijkertijd ruimte bieden aan maatwerk. De Doetinchemse aanpak vergt een hoge mate van samenwerking tussen de verschillende zorgaanbieders. Van de aanbieders wordt verwacht dat ze gaan investeren in de sociale infrastructuur op wijk- en buurtniveau. Tegelijkertijd zijn de klantmanagers de belangrijkste uitvoerders van de gemeentelijke regierol.

Tijdelijke Sociale Raad
De gemeente Doetinchem is al geruime tijd intensief in gesprek met tal van cliëntvertegenwoordigers en organisaties. De Wmo is hiervoor een belangrijk aanknopingspunt, naast de ambitie van het college om te komen tot een Sociaal Actieprogramma, waarin verschillende terreinen van het sociale beleid met elkaar worden verbonden. Inmiddels heeft dat traject geleid tot het initiatief van een Tijdelijke Sociale Raad. Met de bestaande ouderenraad en de cliëntenraad Wet werk en bijstand waren nog niet alle groepen cliënten vertegenwoordigd. De Tijdelijke Sociale Raad met een brede vertegenwoordiging van cliënten adviseert het college over de ontwikkeling en uitvoering van het gemeentelijke sociale beleid. Daarnaast experimenteert de raad met nieuwe vormen van cliëntenparticipatie. Na twee jaar wordt de Tijdelijke Sociale Raad geëvalueerd.