Gerechtshof Arnhem


Uitspraak fraudezaak voormalig directeur van de Gelderse Ontwikkelingsmaatschappij

Het gerechtshof te Arnhem heeft vandaag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de voormalige directeur van de Gelderse Ontwikkelings Maatschappij (GOM). Hij werd verdacht van een aantal gevallen van valsheid in geschrift, onder meer inzake de koop van het bedrijfsgebouw van de GOM, de Blauwe Toren aan de Westervoortsedijk te Arnhem, en van verduistering van gelden van de GOM. Zowel bij de rechtbank als het hof heeft de verdachte altijd gezegd, dat hij zich op geen enkele wijze aan dergelijke feiten heeft schuldig gemaakt.

De rechtbank te Arnhem veroordeelde verdachte in 2003 wegens vijf gevallen van valsheid en verduisteringen tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden, waarvan zeven voorwaardelijk. Deze veroordeling was overeenkomstig de eis van de officier van justitie.

Het hof heeft verdachte nu vrijgesproken voor twee gevallen van fraude in facturen. Het hof heeft hem wel veroordeeld wegens:
1. vals opmaken van facturen voor acquisitiewerkzaamheden
2. valsheid in de akte van overdracht van de Blauwe Toren
3. valsheid in een factuur van een leverancier van de GOM
4. een aantal gevallen van verduistering.

Het hof heeft dus van een feit méér vrijgesproken dan de rechtbank, en legt aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden op, waarvan vier voorwaardelijk.

Het hof verklaart bewezen dat in de akte van overdracht van de Blauwe Toren een te lage prijs is opgenomen, waardoor de gemaakte en belastbare winst met bijna een miljoen gulden kunstmatig werd verlaagd. In samenhang daarmee kon voor in totaal 1,6 miljoen gulden aan acquisitiewerkzaamheden worden gedeclareerd zonder dat dat bedrag in werkelijkheid verschuldigd was. Verder acht het hof bewezen dat verdachte betrokken was bij het factureren van Fl. 250.000 voor een project, waarvoor in feite een veel lager bedrag verschuldigd was, en dat verdachte via tussenpersonen grote bedragen heeft doorgesluisd naar rechtspersonen waaraan hij zelf leiding gaf. Op die wijze is meer dan Fl. 690.000 op rekeningen terechtgekomen van rechtspersonen die door verdachte werden gecontroleerd.

Bij de behandeling in hoger beroep vorderde de advocaat-generaal vrijspraak voor een van de feiten die de rechtbank wel bewezen achtte, en hij eiste een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf voorwaardelijk, rekening houdend met een lichte schending van de redelijke termijn (de behandeling van de zaak heeft te lang geduurd).

Op de zitting is aandacht gevraagd voor verdachtes wankele gezondheid, en voor het feit dat hij maatschappelijk geheel is afgebrand. Het hof acht die omstandigheden wel relevant, maar heeft verdachte zwaar aangerekend, dat hij zichzelf verrijkt heeft ten nadele van de GOM. Ondanks zijn hartaandoening en ondanks de lange tijd die verstreken is sinds het begin van de strafzaak vindt het hof een gevangenisstraf onvermijdelijk.

LJ Nummer

AW3805

Bron: Gerechtshof Arnhem Datum actualiteit: 26 april 2006 Naar boven