Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
26 april 2006
Nr. 06/063
Minder uitkeringen sinds nieuwe bijstandswet
De nieuwe bijstandswet heeft een gunstige invloed op het aantal mensen
met een bijstandsuitkering. Gemeenten laten minder mensen toe tot de
bijstand door een strengere controle aan de poort. Ook doen ze meer
moeite om mensen die al een uitkering hebben aan werk te helpen. Dat
blijkt uit een analyse die staatssecretaris Van Hoof naar de Tweede
Kamer heeft gestuurd.
Gemeenten zijn sinds begin 2004, toen de Wet werk en bijstand van
kracht werd, zelf verantwoordelijk voor de bijstand. Het Rijk geeft ze
een vaste som geld om de uitkeringen te betalen. Als gemeenten geld
overhouden, mogen ze het overschot houden. Komen ze tekort, dan moeten
ze dat zelf aanvullen. Het is de bedoeling dat gemeenten hierdoor
worden geprikkeld het aantal mensen met een uitkering zo laag mogelijk
te houden. Dat kan door zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden naar
een baan te bemiddelen, alerter te zijn op fraude en door strenger te
controleren als iemand bijstand aanvraagt.
In het eerste jaar van de nieuwe bijstandswet nam het aantal mensen
met bijstand nog licht toe met 3000. Maar gezien de slechte
economische situatie en de toegenomen werkloosheid in de jaren ervoor,
viel de stijging veel lager uit dan verwacht. In totaal waren er in
december 2004 339.000 bijstandsgerechtigden. Een jaar later zijn dat
er 11.000 minder. In januari van dit jaar zette de daling verder door.
Gemeenten bieden meer mensen een opstap naar werk. In 2004 stijgt het
aantal mensen dat met een reïntegratietraject begint met bijna 9000 en
stromen 12.000 mensen meer uit de bijstand. Dit zijn zowel mensen die
kort in de bijstand zitten, als mensen die langere tijd een uitkering
hebben gehad.
Tussen de gemeenten zijn grote verschillen. Bij sommigen daalt het
aantal bijstandsgerechtigden, terwijl bij anderen juist sprake is van
een toename. De staatssecretaris denkt dat veel gemeenten de
uitvoering kunnen verbeteren. De onderlinge verschillen lijken te
groot om er vanuit te gaan dat ze alleen worden veroorzaakt door
factoren waar gemeenten geen invloed op hebben, zoals conjuncturele
factoren.
Het aantal bijstandsgerechtigden onder alleenstaande ouders neemt iets
sneller af dan onder andere groepen. Ruim een jaar na invoering van de
wet hebben nog 88.950 alleenstaande ouders een uitkering. Vlak voor
invoering van de wet waren dat er bijna 5000 meer. Alleenstaanden met
kinderen jonger dan vijf jaar zijn door de WWB niet meer automatisch
vrijgesteld van de verplichting werk aan te nemen.
Net als in 2004 hebben gemeenten vorig jaar minder geld uitgegeven aan
uitkeringen dan ze van het Rijk ontvangen. In 2004 hielden ze ongeveer
300 miljoen euro over. In 2005 hebben ze naar schatting 235 miljoen
euro overgehouden van de 4,6 miljard euro.
---
De volgende Officiële publicatie(s) zijn gerelateerd aan
bovenstaande persbericht:
PDF publicatie Aanbiedingsbrief staatssecretaris Van Hoof bij de
rapportage `WWB in cijfers I - Evaluatie Wet werk en bijstand
2004-2007`
PDF publicatie Rapport `WWB in cijfers I - Evaluatie Wet werk en
bijstand 2004-2007`
2006
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid