Het Koninklijk Huis
---
Toespraak van Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg, 24
april 2006
tijdens het door Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden aangeboden
staatsbanket in Paleis Noordeinde te Den Haag ter gelegenheid van het
staatsbezoek aan Nederland
Majesteit, Koninklijke Hoogheden,
Excellenties, Dames en Heren,
Het Staatsbezoek dat ik vandaag samen met de Groothertogin met veel
genoegen in uw geliefde land mag afleggen, heeft een bijzondere
dimensie. Om dat toe te lichten, hoef ik slechts te wijzen op de
gelijkenis in de kleuren van de ordetekenen die wij bij deze
heugelijke bijeenkomst dragen.
Want, zijn wij immers niet de nakomelingen van twee takken van
hetzelfde vorstenhuis dat zijn oorsprong heeft in de verre
Middeleeuwen?
Daarom zou ik willen zeggen dat vanavond, en dit hoeft geen
uitzondering te zijn, het protocol in de schaduw staat van een
hartelijk weerzien met verwanten.
Ik denk dat ik namens allen hier aanwezig spreek als ik u zeg dat het
mij zeer verheugd om te kunnen vaststellen dat de vastberadenheid en
inzet, waar u alom voor geroemd wordt, in de 25 jaar van uw
buitengewone regering niet minder zijn geworden.
Door de manier waarop u zich van uw taken kwijt, bent u ongetwijfeld
een lichtend voorbeeld voor vele vorsten van onze tijd.
Majesteit,
De nauwe verwantschap tussen onze twee vorstenhuizen is in de
afgelopen 60 jaar van bijzondere invloed geweest op de betrekkingen
tussen onze staten, onze regeringen en onze burgers.
Sommigen zullen beweren dat het een beetje afgezaagd is om te
herinneren aan alles wat bereikt is dankzij de gemeenschappelijke en
solidaire stappen die zijn aangevangen tijdens een periode die we als
één van de meest duistere van onze geschiedenis moeten beschouwen; een
ontwikkeling waarbij onze geprivilegieerde partner België steeds
betrokken was.
Een en ander neemt echter niet weg dat alles wat bereikt is in deze,
in veel opzichten vruchtbare tijd - van de EGKS tot en met de euro -
de structuren in onze landen op zijn kop heeft gezet. De drie
hoofdsteden van de Benelux huisvesten thans belangrijke internationale
instellingen, waarbij Den Haag met trots en heel terecht
"Wereldhoofdstad van het internationaal recht" wordt genoemd.
De samenleving in onze respectieve landen wordt tegenwoordig
gekenmerkt door een uitzonderlijke, multiculturele samenstelling van
de bevolking. Dit verloopt echter niet zonder problemen, hoewel wij
ervan overtuigd zijn dat culturele diversiteit tevens een bron van
grote rijkdom is.
De dubbele tragedie die zich in het jongste verleden in uw land heeft
voorgedaan, met de moord op twee bekende persoonlijkheden, heeft niet
alleen het Nederlandse volk diep geschokt. De emoties die deze
gebeurtenissen in tal van Europese landen hebben losgemaakt, waren des
te sterker omdat Nederland gezien wordt als een "modelland" waar
tolerantie, respect en solidariteit in de publieke opinie overheersen.
Ik ben ervan overtuigd dat de Nederlandse samenleving vanwege haar
sterke verbondenheid met democratische waarden een weg zal vinden om
haar legitieme streven naar behoud van een eigen identiteit te
verbinden met haar afkeer van iedere vorm van discriminatie.
In deze tijd van het grote Europa en de globalisering weet een staat
die eeuwenlang economische en handelsbetrekkingen heeft onderhouden
tot in de verste uithoeken van de wereld beter dan wie ook dat het een
illusie is te denken dat grote ondernemingen ophouden bij de eigen
grenzen.
Daarom zijn wij dank verschuldigd aan de opeenvolgende regeringen van
dit land, die er telkens weer op hebben gewezen dat een opening van de
markten de welvaart ten goede komt. Wij vinden het ook lovenswaardig
dat Nederland er zich altijd voor heeft ingezet bepaalde regels van
het spel te respecteren, regels waar men niet onder uit kan als men
mogelijke gevolgen zoals sociale onrechtvaardigheid en schade aan het
milieu van onze planeet wil tegengaan.
Voor deze achtergrond wil ik ook de actieve inzet van Nederland noemen
tijdens het recente Waterforum, waar met name de bijdrage van de Prins
van Oranje veel aandacht heeft gekregen. Na de schrikbarende
vaststelling dat gebrek aan water of een slechte waterkwaliteit in
2005 tien keer meer slachtoffers heeft geëist dan alle oorlogen samen,
heeft de voorzitter van de Wereldwaterraad niet nagelaten erop te
wijzen dat er elke dag 25.000 mensen, waarvan de helft kinderen,
sterven aan ziekten die op de een of andere manier iets te maken
hebben met water.
Zowel hier als elders moeten wij vaststellen dat onze Nederlandse
partner en bondgenoot voorop gaat in de strijd tegen deze gesel.
Derhalve verheugt het mij dat wij morgen onder uw begeleiding naar
Leeuwarden zullen gaan voor een bezoek aan het Van Hall Instituut,
waar wij na een informatieve rondleiding onze erkentelijkheid kunnen
betuigen aan al deze onderzoekers en ingenieurs die door hun kennis en
inzet miljarden mensen in staat zullen stellen om morgen in
waardigheid te leven.
Majesteit,
In deze context wil ik ook graag de voortrekkersrol onderstrepen die
Nederland op het gebied van de ontwikkelingshulp speelt. De visie van
uw opeenvolgende politieke leiders is, hierin ondersteund door
uitmuntende NGO's, van doorslaggevend belang geweest voor het
geleidelijk gegroeide inzicht van mijn landgenoten dat een land dat zo
geprivilegieerd is als Luxemburg ook moet behoren tot de - toch al te
kleine - kring van landen die de op internationaal niveau
overeengekomen doelstellingen voor de ontwikkelingshulp hebben gehaald
of zelfs hebben overschreden.
Met de zeer actieve ondersteuning van Nederland is het recente
Luxemburgse voorzitterschap van de Europese Unie erin geslaagd de
toezeggingen voor de ontwikkelingshulp te bekrachtigen overeenkomstig
de doelstellingen van de Top van 2000, maar nu voor 25 staten en met
een precies vastgelegd tijdschema.
Is dit niet de beste manier om te voorkomen dat, zoals Loïc Fauchon,
de voorzitter van de Wereldwaterraad, het formuleerde, duizenden
mensen "zich steeds weer in gammele schuitjes begeven of woestijnen
doorkruisen om vervolgens afrasteringen en muren te bestormen die wij
hals over kop schaamteloos hebben opgericht om onze grenzen te
beschermen" ?
Majesteit,
Ik hoop dat dit bezoek onze betrekkingen in alle opzichten een impuls
kan geven. De expertise en knowhow van uw land op talrijke gebieden
zijn iets waar u trots op mag zijn, zoals dat ook voor mijn
landgenoten en mijzelf geldt, als het gaat om de kracht en de
verbondenheid door een vriendschap die ontstaan is in een tijd van
zware beproevingen, maar die sindsdien zonder onderbreking heeft
bestaan!
Koninklijke Hoogheden,
Excellenties, Dames en Heren,
In deze overtuiging nodig ik u, samen met de Groothertogin, uit het
glas te heffen en met ons te drinken op de gezondheid van Hare
Majesteit de Koningin, een Vorstin die tot voorbeeld strekt, en op het
welzijn van onze twee staten in een welvarend en vreedzaam Europa.
© RVD