WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : IZ. 2006/824
datum : 13-04-2006
onderwerp : Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad d.d. 25
april 2006
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Op 25 april a.s. vindt in Luxemburg de volgende vergadering plaats van
de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie.
In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda
staan en de Nederlandse inzet daarbij.
Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd
of juist worden uitgesteld tot een volgende vergadering.
De Raad zal een besluit nemen over het voorstel van de Commissie voor
bijzondere marktmaatregelen in de pluimveesector en zoals gebruikelijk
zal de Commissie de Raad bijpraten over de ontwikkelingen op het
gebied van aviaire influenza en de WTO-onderhandelingen. Voor wat
betreft visserij zal de Raad van gedachten wisselen over mededelingen
van de Commissie over het verbeteren van de economische situatie in de
visserijsector en over de verbetering en vereenvoudiging van het
gemeenschappelijk visserijbeleid. Ook voert de Raad een eerste
gedachtewisseling over het beheersplan voor schol en tong in de
Noordzee.
Bijzondere marktmaatregelen in de pluimveesector
(Aanname)
Door de dreiging van vogelgriep is de Europese pluimveevleessector in
ernstige moeilijkheden geraakt. Het vertrouwen van de Europese
consument is gedaald en dit heeft de afgelopen maanden ook geleid tot
een forse daling van de consumptie van pluimveevlees, gemiddeld met
zo'n 20%. Verder heeft een aantal derde landen de grens gesloten voor
EU-pluimveevlees. Hierdoor zijn de voorraden inmiddels opgelopen tot
ongeveer 300.000 ton. Het enige marktinstrument dat de Commissie
momenteel ter beschikking heeft, zijn exportrestituties. De
marktordeningen voor pluimveevlees en eieren bieden geen juridische
basis voor buitengewone marktmaatregelen bij andere dan veterinaire
crises. In de afgelopen maanden hebben meerdere lidstaten, waaronder
Nederland, gepleit voor dergelijke maatregelen.
Hoewel de Commissie hier aanvankelijk aarzelend op reageerde, kondigde
Commissaris Fischer Boel tijdens de vorige Landbouw- en Visserijraad
aan met een voorstel te komen. Dit voorstel ligt nu ter besluitvorming
voor.
De Commissie stelt voor om in de marktverordeningen voor pluimveevlees
en eieren een paragraaf toe te voegen, die het mogelijk maakt om in
geval van ernstige verstoring van de markt buitengewone
marktmaatregelen te treffen. Die verstoring moet dan wel een direct
gevolg zijn van een verlies aan het consumentenvertrouwen als gevolg
van (vermeende) risico's voor de volksgezondheid of de diergezondheid.
Eventuele steunmaatregelen kunnen worden geïntroduceerd op verzoek van
een lidstaat. Deze maatregelen komen dan in aanmerking voor
communautaire cofinanciering van 50%. De Commissie zelf stelt geen
concrete maatregelen voor, maar heeft aangegeven vooral heil te zien
in maatregelen aan het begin van de keten, zoals de opkoop van
broedeieren en moederdieren.
Ik steun de Commissie in haar voornemen om de mogelijkheden van de
marktordening voor pluimveevlees zodanig aan te passen dat extra
marktmaatregelen mogelijk worden. Wel moet daarbij zo veel mogelijk
worden voorkomen dat handelsverstoringen optreden.
Verbetering van de economische situatie in de visserijsector
(Gedachtewisseling)
Naar aanleiding van de huidige economische crisis in de
zeevisserijsector heeft de Commissie begin maart jl. een mededeling
goedgekeurd over de wijze waarop de economische situatie in de
visserij-industrie kan worden verbeterd op de korte en de lange
termijn. De crisis vloeit onder meer voort uit de in de afgelopen
jaren sterk prijzen van de brandstof en de dalende
visserijmogelijkheden door krimpende bestanden. Met de mededeling
geeft de Commissie een ruimere interpretatie aan de staatssteunregels.
Gezien de bijzondere omstandigheden is zij nu bereid in het kader van
door lidstaten in te dienen reddings- en herstructureringsplannen,
bepaalde soorten steun voor modernisering en uitrusting van vaartuigen
toe te staan die normaal niet zouden worden toegestaan in het kader
van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en het Europees
Visserijfonds (EVF). Het gaat onder meer om steun voor:
* de eerste aanpassing van vistuig voor minder brandstofintensieve
visserijmethoden;
* de aanschaf en installatie van apparatuur om de
brandstofefficiëntie te verbeteren;
* de vervanging van motoren.
Er wordt niet voorzien in additionele middelen, deze zullen uit
nationale bronnen moeten komen.
Gelet op de problemen in de visserijsector in verband met de hoge
energieprijzen vind ik het positief dat de Commissie in deze
mededeling naar oplossingen zoekt. Ik constateer evenwel dat de
voorgestelde aanpak voor met name de vervanging van motoren, op
gespannen voet staat met het in 2002 hervormde GVB en - gelet op de
nationale invalshoek van de voorgestelde maatregelen - niet bijdraagt
aan een level playing field. Naar mijn oordeel zal de discussie
hierover ten principale bij de in de Raad van mei voorziene
besluitvorming over het nieuwe EVF moeten plaatsvinden.
Actieplan vereenvoudiging en verbetering van het gemeenschappelijk
visserijbeleid
(Gedachtewisseling)
De Raad zal van gedachten wisselen over het actieplan inzake de
vereenvoudiging van de regelgeving op het terrein van het
Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Aan de vereenvoudiging van
visserijwetgeving wordt al enige tijd gewerkt, mede naar aanleiding
van initiatieven van het Nederlandse voorzitterschap in 2004. In april
2005 zijn onder het Luxemburgs voorzitterschap Raadsconclusies
aangenomen, waarin de Commissie werd aangespoord haast te maken het
actieplan. Deze hebben geresulteerd in een actieplan van de Commissie
voor de jaren 2006 tot en met 2008, dat tot stand is gekomen na
consultatie van de lidstaten en belanghebbenden. In grote lijnen zijn
daarin de onderwerpen die Nederland heeft aangedragen als
belangrijkste punten voor vereenvoudiging, opgenomen. Met de
voorgestelde actiepunten kan ik instemmen. De initiatieven van de
Commissie op dit vlak krijgen mijn volle steun. Met name de acties ten
aanzien van verbetering van ict-toepassingen, vereenvoudiging van
technische maatregelen en de reductie van rapportage verplichtingen
verdienen mijns inziens prioriteit. Ik vind het tenslotte belangrijk
dat de Raad regelmatig op de hoogte wordt gebracht van de geboekte
vooruitgang.
Beheersplan schol en tong
(Oriënterend debat)
De Raad zal op basis van een aantal door het voorzitterschap
geformuleerde vragen een oriënterend debat voeren over het recent door
de Commissie gepresenteerde voorstel met een meerjaren beheerstrategie
voor tong en schol in de Noordzee. Op basis van deze strategie zullen
voor deze bestanden volgens een aantal vooraf vastgestelde regels de
vangsthoeveelheden en de visserij inzet worden bepaald. Deze strategie
is gericht op het bereiken van een langetermijndoelstelling (gebaseerd
op het tijdens de WSSD te Johannesburg overeengekomen principe van de
maximum sustainable yield - MSY) de omvang van het visbestand. Tevens
wordt een zeer intensieve aanlandingscontrole (vrijwel alle
aanlandingen wegen in aanwezigheid inspecteur) voorgesteld. De
voorgestelde aanpak is ingrijpend, omdat deze beheerstrategie zeer
lage toegestane vangsthoeveelheden tot gevolg kan hebben. Momenteel
worden op mijn verzoek de biologische consequenties van het voorstel
in kaart gebracht. Dit zal ook gebeuren ten aanzien van de economische
gevolgen. De Commissie zal begin mei in overleg met internationale
biologen en de Noordzee Regionale Adviesraad de vragen over de
voorgestelde beheerstrategie in kaart brengen, die vervolgens zullen
worden voorgelegd aan haar adviesorgaan het STECF (Wetenschappelijk,
Technisch en Economisch Comité voor de Visserij).
Naar mijn mening zullen ook alternatieve beheerstrategieën moeten
worden doorgerekend, voordat overeenstemming kan worden bereikt over
de doelstellingen, de methode om die te bereiken en de controle inzet.
Ik ben daarbij van oordeel dat een alternatieve beheerstrategie
gericht op de komende jaren - met als vertrekpunt een zekere
meerjarige stabiliteit in de toegestane vangsthoeveelheden - ervoor
zou moeten kunnen zorgen dat de bestanden binnen afzienbare termijn
stapsgewijs groeien tot boven de voorzorgsniveaus. Uiteraard dient
daarbij wel jaarlijks te worden getoetst of er een voldoende groei van
de bestanden heeft plaatsgevonden in de richting van het
voorzorgsniveau. Pas daarna kan in Raadskader worden besloten over
invulling van lange termijn doelstellingen door middel van het
MSY-principe De Commissie zal overigens over de hiervoor genoemde
MSY-strategie binnenkort een mededeling presenteren. De Raad van juni
zal daar naar verwachting een debat aan wijden. Daarin moeten naar
mijn opvatting afspraken gemaakt worden over een transparante en
eenduidige invulling van de MSY-doelstelling, alsmede de wijze waarop
bestanden daar naartoe moeten groeien. Uiteraard zal de uitkomst van
dat debat moeten worden afgewacht, alvorens over afzonderlijke
bestanden beslissingen te nemen. Ten aanzien van de voorgestelde
controlemaatregelen ben ik tenslotte van oordeel dat deze
disproportioneel zijn.
Diversen
a) Aviaire influenza
(Informatie van de Commissie)
Commissaris Fischer Boel zal de Raad informeren over de laatste
ontwikkelingen op het gebied van aviaire influenza.
b) WTO-onderhandelingen
(Informatie van de Commissie)
Commissaris Fischer Boel zal de Raad informeren over de voortgang van
de WTO-onderhandelingen.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit