| |Nr. |2006-207 | | |Arnhem|25 april 2006 | | |, | |Schadeclaim zandwinlocatie f3b afgewezen
Het Gerechtshof te Arnhem heeft het hoger beroep van ontzanders tegen de Provincie, in de schadeclaimzaak rond het stopzetten van de zandwinlocatie F3b Maasbommel, afgewezen. Dat is een belangrijke volgende stap in deze schadeclaimzaak, waarbij de provincie opnieuw in het gelijk is gesteld. Eerder oordeelde de rechter al, in juni 2003, dat de provincie niet aansprakelijk is voor eventuele schade die de zandwinners lijden door het stopzetten van de zandwinlocatie F3b Maasbommel. "Ik ben blij met deze uitspraak van het Hof. De uitspraak onderschrijft dat de provincie zorgvuldig te werk is gegaan. We kunnen ons nu weer samen met de zandwinners gaan richten op het nieuwe beleid voor de zandwinning", aldus verantwoordelijk gedeputeerde Harry Keereweer. "Met het nieuwe beleid is de provincie niet langer meer gebonden aan een verplichtende taakstelling door het Rijk, maar zal zandwinning in Gelderland alleen plaatsvinden wanneer sprake is van ontzanding gekoppeld aan ruimtelijke kwaliteit." Er rest de zandwinners nu nog één mogelijkheid om de uitspraak van de rechtbank aan te vechten; dat is de mogelijkheid om "in cassatie" gaan.
Aanleiding voor de schadeclaimprocedure is de beslissing van de provincie om de ontwikkeling van de zandwinlocatie F3b Maasbommel stop te zetten en via een implementatieproject alternatieve zandwinlocaties tot stand te brengen. De provincie had de F3b Maasbommel samen met zandwinlocatie H1 Beuningen begin jaren 90 aangewezen als grootschalige zandwinlocatie. Dit vanuit de gedachte dat er geen winning meer buitendijks mocht plaatsvinden maar gebundeld in enkele grootschalige binnendijkse locaties, waarvan de provincie de ligging bepaalde. Met deze locaties kon voldaan worden aan de afspraken met het Rijk om telkens voor een periode van 10 jaar een bepaalde hoeveelheid beton- en metselzand te leveren. Omdat Gelderland rijk is aan de grondstof beton- en metselzand is deze zogenaamde taakstelling voor Gelderland vrij hoog; voor de periode van 1999 t/m 2008 is de taakstelling 59 mln. ton beton- en metselzand. Het aanhoudende en grote maatschappelijke verzet tegen de zandwinlocatie F3b Maasbommel dwong de provincie echter de ontwikkeling van de F3b stop te zetten en het zandwinbeleid bij te stellen. Om te voldoen aan de taakstelling ontwikkelde de provincie alternatieve zandwinlocaties. Daarnaast heeft de provincie in het voorjaar van 2002 nieuw zandbeleid vastgesteld, waarbij marktwerking voorop staat. De provincie Gelderland wijst geen locaties meer aan maar staat open voor initiatieven van marktpartijen. De provincie biedt daarmee de mogelijkheid aan zandwinners om zelf met goede plannen te komen. Dat betekent ook een omslag voor de zandwinners: zij moeten zich niet meer zozeer richten op rijks- en provinciale overheid om ruimte voor zandwinning te verkrijgen alswel zelf zorgen voor goede plannen met maatschappelijk draagvlak. Kern van het nieuwe beleid is dat zand- en kleiwinning mogelijk is mits er maatschappelijk draagvlak is, er sprake is van functiekoppeling, en de ruimtelijke kwaliteit in het te ontwikkelen gebied wordt verbeterd. De zandwinners hebben eind 2003 al een visie (onder de naam "Overwinnen") gepresenteerd, waarmee zij aangeven hoe zij denken zandwinprojecten nieuwe stijl in te kunnen zetten.