De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Ons kenmerk AM/SAM/2006/32399
Datum 25 april 2006
Onderwerp Jeugdbeleid: stageproblematiek
Conform mijn toezegging in het VAO van 8 maart jl. (over het AO van 16 februari jl.), heb ik
laten uitzoeken in hoeverre signalen bekend zijn over beëindiging van
onderwijsovereenkomsten in verband met het ontbreken van stageplaatsen, en hoe een en
ander wettelijk geregeld is. Hierbij doe ik u, mede namens staatssecretaris Rutte van OCW, de
toegezegde informatie toekomen.
Bij de Taskforce Jeugdwerkloosheid zijn inderdaad signalen bekend dat
onderwijsovereenkomsten worden verbroken door onderwijsinstellingen wegens het ontbreken
van een stageplek. Over welke aantallen dit zou gaan is niet bekend, dat er sprake is van
duizenden uitgeschreven leerlingen evenmin.
Het ministerie van OCW geeft aan dat het niet verkrijgen van een beroepspraktijkvorming-
plaats (i.c. stageplaats) geen reden is voor het eenzijdig opzeggen van de
onderwijsovereenkomst door de school. Als de school een jongere inschrijft, heeft de school
de taak de jongere te helpen bij het vinden van een stageplaats. Dit is door staatssecretaris
Rutte afgelopen jaar schriftelijk aan alle ROC's en aan hun koepel aangegeven. Omdat in de
praktijk de beschrijving van deze verantwoordelijkheid in de Wet Educatie en
Beroepsonderwijs als niet helder ervaren wordt, wordt dit verduidelijkt. De wetswijziging zal
in de loop van het najaar 2006 worden ingediend bij de Tweede Kamer. Daarnaast wordt met
ingang van studiejaar 2006/2007 de bekostiging van mbo-scholen zodanig aangepast dat
leerlingen die per 1 oktober zijn ingeschreven voor een opleiding in de beroepsbegeleidende
leerweg, maar op 31 december nog geen stageplaats hebben, toch meetellen in de bekostiging.
Verder heeft staatssecretaris Rutte recent werkafspraken gemaakt met kenniscentra, ROC's,
bedrijfsleven en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam over het wegwerken van het tekort
aan stageplaatsen op mbo-niveau 1 en 2. Deze aanpak wordt ook in andere grote steden
toegepast.
Volledigheidshalve moet ook opgemerkt worden dat het beroepsonderwijs op de vraag vanuit
de arbeidsmarkt moet worden afgestemd. Als er wegens ontbrekende vraag geen stageplaats te
vinden is binnen een bepaalde opleiding, moet de school behulpzaam zijn bij het aanbieden
Ons kenmerk AM/SAM/2006/32399
van een vervangende opleiding, leerweg of aangepaste planning. Indien de leerling daar niet
aan mee wil werken, kan dit leiden tot wederzijdse beëindiging van de onderwijsovereen-
komst.
Het oplossen van de stageproblematiek heeft een hoge prioriteit op de agenda van dit kabinet.
Kabinet en sociale partners hebben zich in de werktop gecommitteerd om de
stageproblematiek tot een oplossing te brengen. In dit kader stelt het kabinet 20 mln. voor het
mbo beschikbaar om 20.000 stages voor moeilijk plaatsbare leerlingen intensief te kunnen
werven en begeleiden. Het kabinet stelt tevens 15 mln. beschikbaar voor het mbo om meer
simulatie stage/werkplaatsen te kunnen creëren voor leerlingen die er ondanks alle
inspanningen niet in slagen een "reguliere" stageplaats te verwerven. Een regeling voor
besteding van deze middelen wordt nu samen met betrokken partijen uitgewerkt en is medio
dit jaar gereed.
Ten slotte is afgesproken dat er 40 miljoen beschikbaar is voor fiscale maatregelen op het
terrein van stages en scholing van werkenden (waaronder EVC). Als tijdens de implementatie
blijkt dat aanvullende acties noodzakelijk zijn, komt hier nader overleg over in de loop van
2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid