Gemeente Utrecht
Tweede jaar uitvoering Wet Werk en Bijstand:
In 2005 lichte daling van mensen met bijstandsuitkering
Aantal nieuwe gesubsidieerde banen is minder dan verwacht
Elk jaar wordt de balans opgemaakt van de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. Dat is nu voor 2005 gedaan. Uit de evaluatie blijkt dat het aantal mensen met een bijstandsuitkering licht is gedaald van 9549 naar 9448. Dit is mede het gevolg van activiteiten van de gemeente, zoals mensen die een uitkering aanvragen direct een baan aanbieden of terugleiden naar school. Ook wordt fraude met uitkeringen actief tegen gegaan. Verder is in 2005 nog meer aandacht besteed aan het vinden van banen voor mensen met een uitkering. Dit geldt vooral ook voor mensen die minder kans maken op werk, bijvoorbeeld door lage opleiding, hogere leeftijd of medische problemen. Vijfhonderd mensen hebben in 2005 een (gesubsidieerde) baan gevonden; zij zijn niet langer afhankelijk van een uitkering.
Tegenover deze goede resultaten staat dat er in 2005 minder nieuwe gesubsidieerde banen zijn gerealiseerd dan verwacht.
De Wet Werk en Bijstand ging op 1 januari 2004 in. De resultaten van de uitvoering van het Meerjarig Beleidsplan Wet Werk en Bijstand zijn nu bekend voor het jaar 2005. Prioriteiten van dit beleidsplan zijn: mensen aan werk helpen, voorkomen dat mensen met een gesubsidieerde baan terugvallen in een uitkering, investeren in jongeren en een verantwoord armoedebeleid.
Veel meer mensen in een traject voor het vinden van werk
Het aantal inwoners met een bijstandsuitkering is iets afgenomen van 9549 per 31 december 2004 naar 9448 een jaar later (31 december 2005). Zonder het aantal 65-plussers is het aantal mensen met bijstand over dezelfde periode sterker gedaald, namelijk van 8725 naar 8567.
In 2005 was er een forse toename van de gemeentelijke activiteiten om mensen met een uitkering aan een baan te helpen (reïntegratie). In totaal volgden vorig jaar bijna 53% meer mensen een traject (3510 mensen in een traject eind 2005 ten opzichte van 2299 eind 2004).
Vijfhonderd mensen zijn vanuit een uitkering naar een (gesubsidieerde) baan gegaan (in 2004 waren dat 488 mensen). Dit is een goed resultaat. Voor een deel van de bijstandscliënten is een reguliere baan niet (meer) haalbaar is; deze mensen zijn aangewezen op gesubsidieerde banen.
In 2005 zijn er 95 nieuwe gesubsidieerde banen bij gekomen. Dit is minder dan verwacht. Het college zal zich de komende jaren extra inspannen om meer van deze banen te scheppen. Zo wil de gemeente commerciële bedrijven verleiden om mensen uit de bijstand in dienst te nemen. De reïntegratieverordening is hiervoor recent aangepast. Ook werkgevers in de commerciële sector kunnen nu subsidie op loonkosten (die de gemeente geeft voor zogenaamde vangnetbanen) krijgen. Tot nu toe kwamen hiervoor alleen werkgevers in de non-profit sector in aanmerking. Verder gaat de gemeente in de eigen organisatie in 2006 minimaal 100 nieuwe gesubsidieerde banen tot stand brengen.
Begeleiding voor jongeren en 'niet-willers'
Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in 2005 verschillende projecten uitgevoerd om meer mensen met een uitkering aan een baan te helpen. Zo zijn er goede resultaten behaald met het project Workfirst, waarin kansarme jongeren intensief worden begeleid. De helft van de 20 deelnemers heeft een (gesubsidieerde) baan gevonden of is aan een opleiding begonnen. Er was ook een project voor zogenaamde niet-willers bij Fort de Klop. 'Niet-willers' zijn klanten die niet wilden meewerken aan een traject of uitvielen als gevolg van een gebrek aan motivatie. In samenwerking met de gemeentelijke dienst Stadswerken en het wijkwerkbedrijf zijn negen mensen aan het werk gegaan bij Fort de Klop en begeleid in werkhouding en ritme. Drie van hen hebben een baan gevonden. Van zes mensen, die niet aan het project wilden meewerken, is de uitkering beëindigd.
Verder zijn in 2005 de eerste trajecten gestart waarin taalonderwijs wordt gecombineerd met het vinden van werk. Het is de bedoeling dat er in 2006 100 van deze geïntegreerde trajecten zijn. Tenslotte is er het project Talent Benutten! van de voormalige commissie PAVEM. Gemeente en CWI Utrecht willen in 2005/2006 met dit project 50 allochtone vrouwen extra aan werk helpen. In 2005 is dat voor 14 vrouwen gelukt.
De intensivering van de reïntegratie is een vervolg op de reïntegratieconferentie die in oktober 2005 gehouden is. Dit is uitgewerkt in de vorm van een 4-sporenbeleid. Meer aanbod van reïntegratie-activiteiten (spoor 1), intensivering van scholing (spoor 2), meer gesubsidieerde arbeid (spoor 3) en nieuwe initiatieven aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt (spoor 4) moeten leiden tot een verdere daling van het aantal mensen dat een beroep op de bijstand doet.
Afbouw van ID-banen
De gemeente doet er alles aan om te zorgen dat mensen, die een baan hadden via de voormalige ID- en WiW-regelingen, aan het werk blijven. Het totaal aantal ID-ers en Wiw-ers is in 2005 verder afgenomen met bijna 900 tot 426. Voor veel werknemers, die niet bij de oude werkgever in dienst konden blijven, is een andere baan gevonden. Als mensen wel bij hun oude werkgever konden blijven, dan werd per 1 juli 2005 de ID-baan omgezet in een nieuwe gesubsidieerde baan (opstap- of vangnetbaan). Ook is voor een aantal mensen de dienstverlening beëindigd wegens verwijtbaar gedrag.
Aan alle ID-ers die in de zomer van 2005 zijn ontslagen, is een andere baan aangeboden om te voorkomen dat zij een beroep moesten doen op een uitkering.
Financiële stand van zaken
Het jaar 2005 is financieel gezien positief afgesloten voor de uitvoering van de wet Werk en Bijstand. Het Inkomensdeel (voor het betalen van uitkeringen) is 2005 afgesloten met een overschot van ¤ 16 miljoen. Dit overschot is voornamelijk toe te rekenen aan de terugdringing van het aantal bijstandsuitkeringen. Van het Werkdeel (voor de betaling van reïntegratie, waaronder gesubsidieerde banen) is ¤ 33,9 miljoen meegenomen naar 2006. Een deel van dit geld is beschikbaar voor activiteiten waar mensen met een uitkering mee geholpen zijn, zoals scholing, taalcursussen en schuldhulpverlening.
Noot voor de media:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met bestuurscommunicatie, Sylvia Borgman, telefoon 030-286 10 55.