Reactie Ordebestuur op rapport Commissie Advocatuur
Nederlandse orde van advocaten
http://www.advocatenorde.nl
Persbericht Nederlandse Orde van Advocaten
24 april 2006
Reactie Ordebestuur op rapport Commissie Advocatuur
Het bestuur van de Nederlandse Orde van Advocaten, de Algemene Raad, heeft met
belangstelling kennis genomen van het rapport 'Een maatschappelijke Orde' van de
Commissie Advocatuur. Het rapport bevat tal van aanbevelingen die een goede basis bieden
voor nadere discussie over de rol en positie van de advocaat in de rechtsstaat en de
rechtsorde.
De Algemene Raad is verheugd over het feit dat de Commissie Advocatuur de kernwaarden van
het beroep advocaat onderschrijft. Hij is het eens met de aanbeveling van de commissie om
die kernwaarden, te weten onafhankelijkheid, partijdigheid, integriteit,
vertrouwelijkheid, deskundigheid en publieke verantwoordelijkheid voor de goede
rechtsbedeling, te verankeren in de Advocatenwet. Ook de stelling van de commissie dat
niet getornd moet worden aan de geheimhoudingsplicht en het daaraan verbonden
verschoningsrecht van de advocaat, is door de Algemene Raad met instemming begroet.
Het voorstel van de commissie ten aanzien van de bestuurlijke structuur van de Orde roept
echter vragen op. Volgens de Commissie Advocatuur moet er een 'Regelgevende Raad voor de
Advocatuur' worden ingesteld met een meerderheid van onafhankelijke deskundigen die
worden benoemd door de minister van Justitie. Deze nieuwe bestuurslaag zou boven het
huidige bestuur van de Orde komen te functioneren.
De nieuwe bestuurslaag vormt een bedreiging voor de onafhankelijkheid van de advocatuur.
Onvermijdelijk komt die in het gedrang als derden de regels bepalen voor de beroepsgroep.
Een dergelijk model geldt voor geen enkel ander beroep, en in geen enkel ander land. Voor
een dergelijke drastische ingreep bestaat bovendien geen enkele noodzaak, nu de commissie
zelf constateert dat 'de Orde kan bogen op een traditie van prudent gebruik van haar
bevoegdheden'. Ook is het vreemd dat de commissie onafhankelijkheid als kernwaarde van de
advocatuur vooropstelt, maar tegelijkertijd een voorstel doet dat die onafhankelijkheid
fundamenteel ondergraaft.
De Algemene Raad bepleit handhaving van de eigen regelgevende bevoegdheid, maar staat
positief tegenover meer invloed 'van buiten'. Zo is een gezaghebbend adviserend orgaan
denkbaar. Daarin kunnen zitting hebben vertegenwoordigers van consumentenorganisaties,
zakelijke afnemers en 'ketenpartners' (rechterlijke macht, openbaar ministerie). De
Algemene Raad staat ook open voor de suggestie van de commissie om regelgeving van de
Orde vooraf te laten toetsen door de minister van Justitie, in plaats van achteraf.
Het mededingingsrechtelijke toezicht op de juridische markten is op goede gronden in
handen van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Eén en ander is voldoende
waarborg dat de Orde zich bij de vorming van beleid primair laat leiden door het algemeen
belang.
Dat laatste is niet nieuw, getuige ook het feit dat veel voorstellen van de commissie
overeenkomen met lopend of voorgenomen beleid van de Algemene Raad. De genuanceerde
benadering van de commissie van 'no cure no pay' maakt de weg vrij voor invoering van een
vorm van resultaat gerelateerd belonen, zoals door ons gewenst. De Algemene Raad
onderschrijft ook het bijzondere belang dat de commissie hecht aan kwaliteitsbeleid in de
advocatuur.
De Algemene Raad gaat het rapport van de Commissie Advocatuur nu uitgebreid bespreken met
de eigen leden. Vervolgens wordt in samenspraak met het College van Afgevaardigden een
definitief standpunt over het rapport vastgesteld, dat aan de minister van Justitie zal
worden aangeboden.
Einde bericht
Voor informatie kunt u bellen met mevrouw mr. E. Unger, algemeen deken, telefoonnummer 020
683 57 80 / 06 1851 7402.
Nederlandse Orde van Advocaten