Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM)
Europees vergelijkend onderzoek: positief oordeel over verkeersveiligheid in Nederland
24 april 2006
Het aantal verkeersslachtoffers is de laatste decennia in veel Europese landen gedaald, vooral in Nederland. Toch zal de daling in Europees verband waarschijnlijk niet voldoende zijn om de doelstelling van de Europese Commissie te realiseren: 50% minder verkeersdoden op de Europese wegen in 2010. Als de indrukwekkende daling in Nederland zich tot 2010 doorzet zal Nederland als een van de weinige landen deze doelstelling wél halen. Dit blijkt uit een vergelijkend internationaal onderzoek dat de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV met acht andere instituten in Europa heeft uitgevoerd. De resultaten van het onderzoek worden op 25 april 2006 tijdens het Nationaal Verkeersveiligheidscongres NVVC aangeboden aan minister Peijs van Verkeer en Waterstaat.
Nederlandse succesfactoren
Nederland behoort samen met Zweden en het Verenigd Koninkrijk tot de verkeersveiligste landen van de wereld. Uit het onderzoek blijkt dat de ontwikkelingen van de verkeersveiligheid in Nederland positief opvallen. Het onderzoek richtte zich op de ontwikkelingen in de laatste twintig jaar (1983-2003). Aan de toppositie van Nederland hebben de diverse maatregelen bijgedragen die in deze periode zijn genomen, op het gebied van rijden onder invloed, snelheidsovertredingen, gordelgebruik en aanpassingen aan de infrastructuur.
Europese doelstelling
In alle negen betrokken lidstaten is sprake van een daling in het aantal verkeersdoden. Echter, deze daling lijkt voor deze landen onvoldoende om de doelstelling van 50% minder doden in 2010 te halen. Dit is een bevestiging van eerder onderzoek over dit onderwerp. Voor landen als Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk is het nog onduidelijk of ze de bemoedigende daling in 2004 over een langere periode kunnen vastgehouden. Ook is de bijdrage van de drie Centraal-Europese landen Tsjechië, Hongarije en Slovenië aan de EU-taakstelling onzeker en mogelijk beperkt. Bij de zuidelijke landen Griekenland, Portugal en Spanje (incl. Catalonië) is meer nodig om de geboekte voortgang vast te houden.