Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Arib en Timmer over de toegenomen bureaucratie in ziekenhuizen

Kamerstuk, 24-4-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2676025

24 april 2006

Antwoorden van minister Hoogervorst op de vragen van de Kamerleden Arib en Timmer (beiden PvdA) over de toegenomen bureaucratie in ziekenhuizen (2050611220).

Vraag 1
Wat vindt u ervan dat de uitgaven voor management en administratie met 32 procent zijn gestegen, terwijl het aantal ziekenhuisbedden met 10 procent is gedaald? Waarom is het aantal managers in de Nederlandse ziekenhuizen het afgelopen jaar ten opzichte van het behandelend en verplegend personeel twee keer zo hard gestegen? 1)

Antwoord 1
Voor wat betreft het antwoord op vraag 1 verwijs ik kortheidshalve naar mijn brief van 10 april 2006 (kenmerk: DBO-CB-U-2674907) in reactie op de vragen van het Kamerlid Kant (SP) over hetzelfde onderwerp.

Vraag 2
Wat is uw reactie op de constatering van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen dat de bureaucratie in ziekenhuizen nog veel meer is toegenomen dan uit de cijfers van het Centraal bureau voor Statistiek blijkt? 2)

Antwoord 2
Uit navraag bij de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) blijkt dat men uitleg heeft willen geven over de opbouw van de personeelscategorie algemene en administratieve functies. In mijn reactie op de vragen van het Kamerlid Kant gaf ik aan dat deze groep bestaat uit personeel dat zich niet direct bezighoudt met de gezondheid van de patiënten maar met administratie, automatisering, techniek, opleiding en organisatie. De NVZ geeft aan dat binnen deze groep met name het aantal ict-ers is toegenomen; met 134%. Ik wil ook nu benadrukken dat deze groep op een meer indirecte wijze een waardevolle bijdrage levert aan de zorgverlening in ziekenhuizen.

Vraag 3
In hoeverre heeft de nieuwe Zorgverzekeringswet en de invoering van de Diagnose Behandeling Combinaties (DBC's) volgens u invloed op de toegenomen bureaucratie?

Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel mensen per ziekenhuis gemiddeld nog werkzaam zijn in een DBC-werkgroep? Wanneer denkt u dat het aantal mensen werkzaam in een DBC-werkgroep kan worden afgebouwd?

Antwoord 3 en 4
In mijn brief van 24 februari 2006 (CZ/2661030) heb ik u geïnformeerd over de verhoging van de administratieve lasten door de DBC-introductie. De positieve effecten van DBC's heb ik daarbij niet gekwantificeerd. Deze zijn weliswaar aanwezig maar komen tot uiting in het declaratieverkeer. Ziekenhuizen hebben extra middelen ter beschikking gekregen voor de DBC-introductie. De exacte omvang van de extra personele inzet binnen ziekenhuizen voor de DBC-introductie is mij echter niet bekend.

De nieuwe Zorgverzekeringswet (de stelselwijziging van de gezondheidszorg) zet de zorgverzekeraars aan om in overleg en onderhandeling met zorgaanbieders afspraken te maken over verbeteringen in de bedrijfsvoering. Zo kunnen zorgverzekeraars ook ziekenhuizen aansporen om nóg efficiënter te gaan werken.

Vraag 5
Kunt u aangegeven of u met de introductie van marktwerking in de zorg ook de toenemende werkdruk van het verplegend personeel had voorzien? Welke maatregelen wilt u treffen om de toegenomen werkdruk van het verplegend personeel te verminderen?

Vraag 6
Ondervindt de directe patiëntenzorg volgens u nadeel van de toegenomen bureaucratie? Welke maatregelen wilt u nemen om te voorkomen dat de patiënt de dupe wordt?

Antwoord 5 en 6
In mijn reactie op de vragen van het Kamerlid Kant gaf ik aan dat het aandeel van het aantal patiëntgebonden functies iets is toegenomen; van 58% in 1997 tot 60% in 2004. Inclusief medici in vrije beroepen is dat aandeel in 2004 zelfs 65%. Daarnaast is de gemiddelde verblijfsduur in dezelfde periode afgenomen van gemiddeld 9 ligdagen naar 6,6 ligdagen. Er valt op basis van de cijfers van het CBS dus niet op te maken dat de werkdruk van het verplegend personeel is toegenomen, noch dat de directe patiëntenzorg nadeel ondervindt van personeelssamenstelling in algemene ziekenhuizen. Ten slotte merk ik op dat zowel de ondersteunende functies als de patiëntgebonden functies bijdragen aan de zorgverlening aan patiënten.

1) de Volkskrant 4 april 2006
2) idem

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling van het verzoek van het lid Kant (SP) gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden d.d. 4 april 2006.