Antwoorden op kamervragen van Arib over medisch handelen in het
Maasziekenhuis in Boxmeer
Kamerstuk, 24-4-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Antwoorden van de ministere op kamervragen van het Kamerlid Arib over
medisch handelen in het Maasziekenhuis in Boxmeer. ( (2050610960)
Vraag 1
Bent u bekend met de problemen rondom het Maasziekenhuis te Boxmeer?
1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe lang spelen deze problemen? Bent u op de hoogte gesteld van
conflicten tussen de medisch specialisten en de gevolgen hiervan voor
de zorg aan patiënten? Zo ja, wanneer bent u hierover geïnformeerd?
Antwoord 2
De Inspectie heeft eind 2005 voor het eerst signalen gekregen die
betrekking hebben op de huidige problemen. Deze signalen waren
verwoord in een brief van de verwijzend huisartsen. De Inspectie heeft
mij hierover geïnformeerd.
Vraag 3
Is het waar dat sommige patiënten direct of indirect het slachtoffer
blijken te zijn van een buitengewone slechte onderlinge
verstandhouding tussen de chirurgen in dit ziekenhuis? Wat vindt u
hiervan?
Vraag 4
Is het waar dat bij 48 patiënten opnieuw een buikingreep moest worden
uitgevoerd die soms groter was dan de aanvankelijke operatie? Wat is
uw mening hierover? Welke mogelijkheden hebben patiënten om zich hier
tegen te verweren?
Antwoord 3 en 4
Bij 48 patiënten hebben chirurgische ingrepen geleid tot ongewenste
uitkomsten. Dat is vastgesteld door een externe onderzoekscommissie.
Of deze ongewenste uitkomsten het gevolg zijn van het (van te voren
bekend) risico van de ingreep of van tekortschietende zorg is niet op
voorhand vast te stellen. De Inspectie verricht daarom momenteel een
nader onderzoek naar deze groep patiënten. Hierbij worden alle
complicaties en uitgevoerde heroperaties tegen het licht gehouden. Als
dit onderzoek is afgerond zal de Inspectie concluderen of sprake is
geweest van tekortschietende zorg en dit eventueel tuchtrechtelijk
laten toetsen.
Heringrepen zijn bij operaties niet altijd uit te sluiten. Patiënten
kunnen voor een ingreep informatie vragen over de mogelijke risico's
bij een operatie. Voor een aantal behandelingen wordt vastgelegd
hoeveel heringrepen er plaatsvinden. Hierdoor kunnen instellingen hun
eigen aantal heringrepen signaleren, analyseren en desgewenst
maatregelen treffen. Daarnaast moeten instellingen informatie
verstrekken op basis van de indicatorenset van de Inspectie. Zeker op
langere termijn zijn dat belangrijke instrumenten in de verbetering
van kwaliteit. De manier waarop instellingen informatie verstrekken
over de indicatorenset van de Inspectie, zal uiteindelijk een rol
spelen voor patiëntenorganisaties en verzekeraars in de keuze voor een
bepaald centrum. De deelname van afdelingen aan landelijke
complicatieregistraties is ook onderdeel van de indicatoren. In
hoeverre het ziekenhuis te Boxmeer deelneemt aan dergelijke
registraties moet blijken uit het IGZ-onderzoek.
Vraag 5
Hoe kan het dat chirurgen onderling verschillende opvattingen hadden
over veilig en verantwoord medisch handelen? Zijn er geen
kwaliteitscriteria waar medici zich aan moeten houden? Welke
richtlijnen dienen medici op te volgen om veilige en verantwoorde zorg
te leveren? Deelt u de mening dat veilige en medisch verantwoorde zorg
niet afhankelijk dient te zijn van de opvatting van de behandelend
arts, maar wettelijk vastgelegd dient te worden?
Antwoord 5
Wettelijk ligt vast dat de behandelend arts verantwoorde zorg dient te
leveren. Zie daarvoor zowel de Wet BIG als de Kwaliteitswet
zorginstellingen. Of er sprake is verschillende opvattingen van de
betrokken chirurgen onderling over het medisch handelen moet nog
blijken. Daartoe dient het onderzoek van de Inspectie.
De verschillende beroepsverenigingen van medisch specialisten hebben
standaarden, richtlijnen en protocollen ontwikkeld voor het leveren
van verantwoorde zorg. Hierin wordt een concrete invulling gegeven van
het begrip verantwoorde zorg zoals bedoeld in de Wet BIG en de
Kwaliteitswet. Het is de professionele verantwoordelijkheid van de
betrokken chirurgen om die te volgen. Door middel van onderlinge
visitatie, de mogelijkheid van certificatie, door oplettendheid van
collega-artsen en door het toezicht van het bestuur van de instelling
en het Staatstoezicht wordt er voor gezorgd dat dit ook gebeurt. Het
tuchtrecht dient ertoe om zonodig sanctionerend op te treden tegen
artsen die tekortschieten in hun verantwoordelijkheid.
Vraag 6
Op welke wijze en wanneer is de Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ) geïnformeerd over de problemen in het Maasziekenhuis?
Antwoord 6
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 7
Klopt het dat de IGZ geen reden ziet om in te grijpen? Op basis
waarvan baseert de IGZ haar vertrouwen dat het goed komt?
Antwoord 7
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft al ingegrepen. De directie
van het ziekenhuis heeft aangekondigd dat er verschillende maatregelen
genomen worden. De Inspectie zal de stappen die de directie neemt op
de voet volgen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport