College van Beroep voor het bedrijfsleven
Schending redelijke termijn. Immateriële schadevergoeding
De Raad stelt vast dat vanaf de indiening van het bezwaarschrift tot
aan de datum van de uitspraak van de Raad vier jaar en vier maanden
zijn verstreken. De Raad is van oordeel dat daardoor de in artikel 6
EVRM bedoelde termijn is overschreden en dat het College, door de
onaanvaardbaar lange termijn die hij heeft genomen om zijn
besluitvorming over de bezwaren van betrokkene af te ronden, hem
tevens ervan heeft afgehouden om het in artikel 6 EVRM neergelegde
recht op berechting binnen redelijke termijn te effectueren. Hierdoor
heeft betrokkene spanning en frustratie ondergaan. Het College dient
betrokkene dan ook de door hem geleden immateriële schade te
vergoeden. De vergoeding wordt vastgesteld op ⬠750,-.
LJ Nummer
AV7780
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 24 april 2006 Naar boven