PH Nieuwsbrief 212.10
JAARLIJKSE AGIS MEETWEEK VAN DE ACUTE ZORG VOORSPOEDIG GESTART
Op donderdag 20 april om 17:00u is voor de derde keer de AGIS meetweek van de acute zorg gestart. Deelnemers zijn huisartsenposten, de Regionale Ambulance Voorziening Utrecht (RAVU), Spoedeisende Hulpafdelingen van negen ziekenhuizen, Intensive Care afdelingen, thuiszorgorganisaties, de geestelijke gezondheidszorg en de verloskundigen. Dit jaar wordt niet alleen in de regio Utrecht gemeten, maar neemt de regio Gooi en Vechtstreek ook deel aan de meetweek. Op de spoedeisende hulp en de huisartsenpost in Harderwijk worden deze week eveneens gegevens verzameld voor de evaluatie van de integratie Spoedpost. Evenals in 2004 en 2005 worden van alle patienten aankomst- en vertrektijden genoteerd alsmede hun diagnose of zorgbehoefte. Met behulp van een routeplanner wordt hun reistijd berekend. Afgelopen jaar zijn de registratiesystemen van veel SEH's geautomatiseerd, hetgeen het verzamelen van de gegevens vergemakkelijkt.Onderzoekers drs. Melanie Meier en drs. Maarten Smit organiseren dit jaar de meetweek. Zij reden afgelopen vrijdag met 15kg drop door de regio's. De leiding berust bij dr. Margriet van Baar. Wil je meer weten over de meetweek? Wil je volgend jaar ook een meetweek houden? Stuur dan een email naar Melanie Meier op
AANTAL AWBZ INDICATIES STEEG IN 2005 MET 14,6%
In 2005 nam het Centrum Indicatiestelling Zorg 854.000 indicatiebesluiten. Dat is 14,6% meer dan het aantal van 745.000 in 2004. Gemiddeld kreeg één cliënt twee besluiten, bijvoorbeeld één voor huishoudelijke verzorging en één voor persoonlijke verzorging. De afhandeltijd om een besluit te nemen daalde van ruim 17 dagen in januari 2004 naar iets meer dan 14 dagen eind 2005. Dit was mogelijk ondanks de stijging van het aantal besluiten en het ongeveer gelijk blijven van het personeelsbestand. Het aantal indicaties voor zorg thuis steeg over de genoemde jaren met 10,7%, die voor begeleding met 35,1% en die voor verblijf in een verzorgingshuis of verpleeghuis met 7,7%. Bij bijna de helft (47,5%) van alle AWBZ indicaties wordt huishoudelijke verzorging toegewezen, die in 2007 overgaat naar de WMO. Van de 401.737 indi caties met huishoudelijke verzorging in 2005 betrof 40,9% enkelvoudige huishoudelijke verzorging. De overige huishoudelijke verzorging werd geboden in combinatie met een andere functie. In 2004 bedroeg het laatstgenoemde percentage 42,9%. Al deze gegevens staan in de Trendrapportage Landelijke Indicatiestelling AWBZ dat het CIZ deze week naar buiten bracht. In deze rapportage staat een interview met ondergetekende. Ik singaleer daarin dat de groei van het aantal indicaties die van het AWBZ budget in ruime mate overtreft. Er staan enkele opties open om deze zorgkloof te overbruggen. 1. Verder aanscherpen van de indicaties door de uitvoering nog meer dan tot nu toe terug te dringen naar de mantelzorg. 2. Door te gaan sturen op het zorgaanbod. Inderdaad terug naar waar wij ooit vandaan kwamen. Deze optie heeft de Tweede Kamer onlangs afgewezen. 3. De indicaties voor verblijf verder terug te dringen door de zorg doelmatiger in te richten. Deze trend is al zichtbaar in de cijfers over 2004 en 2005. 4. M
eer geld uit te trekken voor zorg gefinancierd door Awbz en in de toekomst Wmo. Wil je de trendrapportage van het CIZ inzien? Hij komt binnenkort op de webstek van het CIZ. Die heet
ZORGVERZEKERAAR MENZIS RUNT GEZONDHEIDSCENTRA IN ARNHEM EN GRONINGEN
Vanwege het belang van de eerstelijnszorg kiest Menzis er nadrukkelijk voor die tot speerpunt van haar beleid te maken. Zij wil haar verantwoordelijkheid nemen voor het meehelpen oplossen van deze problemen. Zodat een sterke eerste lijn behouden blijft, die toekomst bestendig is en die de poortwachtersrol richting tweedelijnszorg kan blijven vervullen. Deze zinnen schrijft RVB voorzitter Roger van Boxtel in het voorwoord van MENZIS Eerstelijnszorg Concept. Binnen dit concept staan oude waarden als professionele autonomie en samenwerking voorop. Aan deze waarden worden toegevoegd concepten als ketenzorg, elektronisch zorgdossier en taakherschikking. Menzis hoopt zestig gezondheidscentra te beginnen, waarvan de eerste twee in Arnhem en Groningen staan. Daarbij kiest Menzis voor een in natura polis waarbij zij de eerstelijn wilt stimuleren zoals dat ook gebeurt bij de Amerikaanse gezondhoud organisaties ofwel Health Maintenance Organizations (HMO's). Tot zover de beleidsnota Menzis Eerstelijnszorg Concept.
Het intitatief van Menzis past wonderwel in het thema van een Julius Centrum studiedag op 27 juni over De nieuwe wetten en de Ketenzorg. Hierbij bespreekt hoogleraar verzekeringsrecht J prof. mr. Jacques van der Most de mogelijkheid om binnen de nieuwe Wet Zorgverzekeringen een HMO te starten naar het model van Kaiser Permanente. Wij ontvangen thans 12 aanmeldingen per week van personen die geïntegeerde eerstelijnszorg en ketenzorg nastreven. Wil je ook komen op 27 juni? Surf dan naar
SOMATISCHE ZORG AAN DAK- EN THUISLOZEN WORDT VERBETERD
In de komende jaren neemt het aantal dak- en thuislozen aanzienlijk toe. Dat komt door de groei van het aantal huisuitzettingen, het aantal gedetineerden dat de gevangenis verlaat zonder nazorg en een toename van het aantal mensen uit Oost Europa en Afrika zonder verblijfsvergunning. Deze conclusie kwam naar voren tijdens een conferentie van 25 artsen en andere hulpverleners voor dak- en thuislozen uit Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Zij kwamen op 12 april bijeen om de somatische zorg aan dak- en thuislozen in hun steden te bespreken. De afgelopen jaren zijn er uitstekende vorderingen gemaakt met de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg voor deze groep, waarbij de somatische zorg is achtergebleven. Dit blijkt uit een enquête die in maart 2006 plaats vond onder Utrechtse daklozen. Tijdens de conferentie werd deze conclusie onderschreven, waarbij stil werd gestaan bij de mogelijkheden om de preventie te verbeteren. De artsen voor dak- en thuislozen gaan beschrijven wat verantwoorde somatische zorg is aan deze doelgroep. Dat komt erop neer dat daklozen reguliere huisartsenzorg ontvangen plus extra zorg zoals TBC controles en vaccinaties. Op het gebied van de registratie kan men zich profileren door hierin een koplopertraject binnen de huidige te ontwikkelen systemen te vervullen. De toegankelijkheid is een belangrijk onderdeel van de somatische zorg. Vertrouwen van de doelgroep in de hulpverlener en outreachende activiteiten zijn hierin belangrijk aspecten. De bijeenkomst is belegd op initiatief van Ronald Smit, arts Maatschappij en Gezondheid van de GG&GD Utrecht en ondergetekende. Wij hebben grote steun ontvangen van co-assistenten Sociale Geneeskunde die de bijeenkomst voorbereidden tijdens hun stages.
ONDERWIJS OVER VERSLAVINGSZORG IS BENEDEN DE MAAT
Van de HBO opleidingen besteedt 77% aandacht aan verslavingsproblematiek. Vrijwel alle opleidingen geneeskunde en psychologie besteden in enigerlei vorm aandacht aan onderwijs over verslaving. De kwaliteit van al dat onderwijs is beneden de maat. Er komen daarin nauwelijks effectieve behandelmethoden aan bod. Ook sluit het onderwijs onvoldoende aan bij de dagelijkse praktijk van de hulpverlening aan verslaafden. Een derde van de pas afgestudeerde, instromende hulpverleners, zo blijkt uit eerder onderzoek, is na een jaar weer vertrokken. Blijkbaar omdat zij niet goed voor hun taken waren opgeleid. Deze gegevens komen naar voren uit een onderzoek van het IVO te Rotterdam. Opdrachtgever van de studie was de Raad voor Bekwaamheids Ontwikkeling (RvBO) in de Verslavingszorg, waarvan ondergetekende voorzitter is. Om de kwaliteit van het onderwijs op te krikken is de RvBO enkele innovatieprojecten gestart, Zo krijgt de Hogeschool Windesheim onze steun voor de specialisatie verslavingskunde. Verder bereidt de Radboud Universiteit een tweejarige opleiding voor verslavingskunde voor, waaraan artsen en psychologen kunnen deelnemen. Bij de Hogeschool INHOLLAND tenslotte wordt dezer dagen de eerste lector verslavingszorg benoemd. Wil je meer weten over het geciteerde onderzoek of over de RvBO? RvBO secretaris drs. Wim Buisman staat je graag te woord. Je bereikt hem via
TRIAGE VAN SPOEDZORG WORDT EENDUIDIGER
Stel een kind heeft een koortsstuip. Als de ouders 112 bellen, dan komt met spoed een ambulance die kind en ouders naar het ziekenhuis rijdt. Als de ouders de huisarts bellen, dan geeft deze eerst telefonisch advies en komt daarna langs. Als de ouders met kind naar het ziekenhuis rijden, dan gaat het kind na bloedonderzoek en overleg met de kinderarts weer naar huis. Omdat tegenwoordig huisartsenposten en Spoedeisende hulpafdelingen (SEH's) dichtbij elkaar liggen, is het van belang dat beide op dezelfde wijze de urgentie bepalen van de gezondheidsklacht en indiceren voor het vervolgtraject. Ofwel dat ze beide op dezelfde wijze de triage uitvoeren. Ook als de meldkamer ambulancezorg en de telefooncentrale van de huisartsenpost integreren, is het van belang dat centralisten op dezelfde wijze de urgentie bepalen en het vervolgtraject indiceren. Een hulpmiddel voor een eenduidige triage van spoedzorg van ambulanceverpleegkundigen, huisartsen en SEH -professionals vormt het boek Het Nederlandse Triage Systeem, dat afgelopen donderdag uitkwam onder redactie van huisarts Roeland Drijver en SEH verpleegkundige Pieter Jochems. Vier professionele organisaties onderschrijven het Nederlands Triage Systeem (NTS). Dat zijn het Nederlands huisartsen Genootschap (NHG), de Stichting Landelijke Ambulance- en Meldkamer Protocollen (LAMP), de Nederlandse Vereniging Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen en GGZ Nederland. Het boek bevat onder meer een set van samenhangende definties en beslisbomen om urgentie te bepalen bij 56 verschillende gezondheidsklachten. Het boek bevat niet een opsomming van te indiceren vervolgtrajecten. Zo stelt het NTS dat het bovengenoemde kind de urgentie 2 zou krijgen. Het doet geen uitspraak wie de voorkeursbehandelaar is: huisarts, ambulance of kinderarts op de SEH. Bij de presentatie op donderdag 20 april het NTS goed ontvangen door sprekers uit de kring van de huisartsen, de huisartsenposten, NPCF, de Beroeps Vereniging Ambulancezorg (BVA) en Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. De kanttekening die zij allen plaatsten is dat implementatie van NTS nog moet gebeuren en er meer onderzoek naar NTS nodig is! Dit werd onderstreept door VWS vertegenwoordiger Leo Kliphuis en de Leidse hoogleraar huisartsgeneeskunde Pim Assendelft. Het NTS boek is te bestellen via het NHG. Medewerkers van de afdeling Verkoop noteren graag je bestelling. Zij zijn bereikbaar via
WERKDRUK BLIJFT HOOG OP HUISARTSENPOST
In een weekeinddienst van acht uur zie ik veertig patiënten. Hun pathologie is meestal zwaarder dan op doordeweekse werkdagen. Tijdens die acht uur kan ik geen rust- en lunchpauzes nemen. Door die werkdruk gaan andere reguliere huisartsen hun dienst steeds vaker verkopen. Laatst werkte ik met vier waarnemers en was ik de enige echte huisarts. Ik voelde mijzelf ook een soort waarnemer. Er was bovendien niemand aanwezig om mij te verwelkomen en zo. Het clubhuisgevoel van een paar jaar geleden dat ik kreeg als ik mijn doordeweekse collega's op de post ontmoette, was helemaal verdwenen. Als dit zo doorgaat, wordt onze huisartsenpost een kategorale voorziening zonder betrokkenheid van reguliere huisartsen. Deze cri de coeur slaakte een van de huisartsen tijdens een gezamenlijke evaluatie van hun huisartsenpost. Ondergetekende zat die evaluatie voor, die op donderdag 20 april plaatsvond in een van de steden in Nederland. Aan de evaluatie namen zestig van de 120 aangesloten huisartsen deel. Aan het einde van de avond besloot het bestuur om meer huisartsen in te zetten in de weekeinddiensten en namen alle huisartsen zich voor hun diensten niet meer zo vaak te verkopen. Een suggestie van ondergetekende om de nachtdiensten met minder doktersassistentes, chauffeurs en huisartsen te doen door centralisatie van het aannemen van de telefoon en het aansturen van de huisartsenambulances ontving een warm onthaal. Het naburige ziekenhuis dat aast op de huisartsenpost kreeg er ook van langs. Daarover gaat het volgende bericht.
WANTROUWEN TUSSEN HUISARTSENPOST EN ZIEKENHUIS REMT ZORGINNOVATIE AF
De Raad van bestuur van het naburige ziekenhuis wil ons wel huisvesten. maar ze zien ons alleen als een middel om hun opnames te verhogen. Van directe ondersteuning van ons werk met röntgen- en labvoratorium hebben ze nog nooit gehoord. Het liefste zouden ze hun eigen ziekenhuisapotheek in de huisartsenpost zetten. De maatschap Chirurgie denkt alleen maar in financiële termen van Eerste Polikliniek Bezoeken en wil alle verstuikte enkels meteen zelf zien. Woorden van deze strekking kwamen naar voren tijdens een gezamenlijke evaluatie door huisartsen van hun huisartsenpost. Ondergetekende zat die evaluatie voor, die op donderdag 20 april plaatsvond in een van de steden in Nederland. Aan de evaluatie namen zestig van de 120 aangesloten huisartsen deel. Ondergetekende benadrukte desgevraagd dat vertrouwen tussen huisartsen en SEH professionals moet groeien. Concrete projecten rond specifieke gezondheidsklachten (zoals geformuleerd in het Nederlands Triage Systeem, zie ook het bericht hierboven) kunnen daarbij een hulpmiddel zijn. En als het wantrouwen blijft, kunnen huisartsenpost en SEH beter niet samenwerken op dezelfde lokatie.
DRIE BELEIDSINITIATIEVEN ONDERSTEUNEN MODERNISERING VAN DE SPOEDZORG
Regering, parlement, VWS en ZonMw hebben drie initiatieven genomen om de modernisering van de spoedzorg te ondersteunen. Het zijn de volgende drie.
1. De meldkamer ambulancezorg valt voortaan onder de verantwoordelijkheid van de Regionale Ambulance Voorziening (RAV). Alleen bij rampen valt de meldkamer onder de burgemeester van de grootste stad in het verzorgingsgebied van de RAV. Dat is de uitkomst van de nieuwe Wet op de Ambulancezorg die in de afgelopen weken door de Tweede Kamer unaniem werd aangenomen. Aan de besluitvorming ging een uitgebreide lobby vooraf van gemeente- en provinciebesturen die een vinger in de pap wilden houden bij de RAV's en de meldkamers. Deze lobby is evenwel niet gehonoreerd. De deur staat nu open om de meldkamers ambulancezorg te verruimen naar zorgcentrales, die bereikbaar zijn onder telefoonnummer 113 voor alle spoedzorg.
2. Deze week verscheen de nota Beleidsvisie Traumazorg 2006-2010 als stuk dat Minister Hoogervorst aan de Tweede kamer toezond. Daarin krijgen de Traumacentra onder meer de opdracht om regionaal overleg tussen aanbieders van spoedzorg te organiseren om daardoor kwaliteit, samenhang en doelmatigheid te bevorderen. Deze nota komt eerdaags op de website
3. ZonMw heeft het Kwaliteitsverbeteringsprogramma Rampenopvang Ziekenhuizen geopend. De ambitie is dat ziekenhuizen eind 2007 hun rol en taak bij rampen en grootschalige ongevallen op hoog kwaliteitsniveau uitoefenen. Daarvoor moeten zij een Oto plan ontwikkelen, waarbij OTO staat voor Opleiden, Trainen en Oefenen van vaardigheden tijdens rampen en grootschalige ongevallen. Het programma is te downloaden van de website
ALLOCHTONE ZORGCONSULENT STAAT CENTRAAL OP 17 MEI IN ROTTERDAM
Tien jaar geleden ging de eerste allochtone zorgconsulent aan de slag bij een Rotterdamse huisarts. Inmiddels werken in deze stad twaalf van deze consulenten. De GGD Rotterdam en Omgeving viert dit tienjarig bestaan op 17 mei 2006, 1600 - 1900 uur door terug en vooruit te blikken. Ondergetekende houdt een feestrede onder de titel De rol van de allochtone zorgconsulent in een moderne eerstelijn. ik ben op zoek naar artikelen, rapporten, evaluaties en jaarverslagen over deze consulenten in andere gebieden dan Rotterdam.Als je daarover beschikt, stuur je mij die dan toe per mail? Wil je naar de feestelijke bijeenkomst in Brasserie Staal aan de Coolsingel? Neem dan contact op met Sunny de Wit van de GGD Rotterdam e.o. via
DE VOLGENDE NIEUWSBRIEF VERSCHIJNT OP ZONDAG 7 MEI
Op zondag 30 april verschijnt er geen Nieuwsbrief in verband met vakantie van ondergetekende. De eerstkomende Nieuwsbrief komt uit op 7 mei.
VERANTWOORDING
Hierbij ontving je de wekelijkse nieuwsbrief van de Disciplinegroep Public Health van het Julius Centrum. Wil je de brief niet meer ontvangen, laat dat dan weten. Wil je meer weten of een activiteit bijwonen naar aanleiding van een bericht, neem dan contact op. Wil je delen van de nieuwsbrief verspreiden onder collega's, doe dat. Je collega's kunnen zich ook aanmelden voor rechtstreekse toezending. Je meldt je aan en af door een mail te sturen naar
De nieuwsbrief is gericht aan een aantal relaties van de Disciplinegroep: collega's binnen en buiten het Julius Centrum, pao- en keuzeblok studenten, gastdocenten, stage-verleners aan co assistenten Sociale Geneeskunde, onderzoeksrelaties, subsidiënten en overigen die geïnteresseerd zijn in Utrechts Volksgezondheids onderwijs en in onderzoek naar zorginnovaties, ketenzorg en transmurale zorg. De Nieuwsbrief verschijnt wekelijks op zondag of maandag. Eerdere edities tref je aan vanaf nr 65 op de internetsite
Guus Schrijvers
Hoogleraar Structuur en functioneren van de
Gezondheidszorg
Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen
en Eerstelijnsgeneeskunde
Universitair Medisch Centrum Utrecht
email: a.j.p.schrijvers@umcutrecht.nl
tel 030 250 9359