Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech Pieter van Geel Afrikadag Evert Vermeer Stichting, Haagse Hogeschool 22 april 06

Afval en Afrika: probleem of product

Dames en heren,

Ik wil u om te beginnen graag een paar stukjes voorlezen uit het zojuist verschenen boekje Mijn Mercedes is (niet) te koop. Het is een reisverslag van journalist en amateur auto-verkoper Jeroen van Bergeijk. Het gaat over zijn verkooptrip met een oude Mercedes 190 D naar West-Afrika.

Suame Magazine, kortweg Suame, is de zwartgeblakerde onderbuik van Ghana. Het is s lands grootste autowerkplaats, volgens velen zelfs de grootste van heel West-Afrika (..) Zo ver je kunt kijken stapels onderdelen. Motoren, versnellingsbakken, portieren, spiegels, wieldoppen. Elk denkbaar onderdeel voor elk denkbare auto en alles in keurige rijen gerangschikt (..)
Jarenlang schaamde Ghana zich voor de smerigheid van Suame Magazine. De mecaniciens werd het leven zuur gemaakt en de overheid weigerde het gebied te voorzien van riolering en elektriciteit (..) Maar sinds een paar jaar heeft de overheid oog voor de rauwe economische kracht die van het gebied uitgaat(..)
Milieudeskundigen zullen Suame ongetwijfeld een gruwel vinden. En dat is het ook: de bodem is hier flink verontreinigd, afgewerkte olie wordt rechtstreeks in het riool (dat er inmiddels wel is) en de beek geloosd. Maar hoe schadelijk en gevaarlijk de situatie ook is, ik ben voor het eerst in Afrika hoopvol over de economische toekomst van het continent. Er hangt hier energie in de lucht. Er wordt hard gewerkt en geld verdiend. In economische termen: er wordt toegevoegde waarde geleverd.
Misschien is het veelzeggend dat in Suame in geen velden of wegen een blanke ontwikkelingswerker te vinden is. Suame draait zonder wat voor hulp van buitenaf dan ook en dat geeft de bevolking eigenwaarde.

Illegale afvalexport naar de Derde Wereld is een criminele bezigheid die ook als zodanig bestraft moet worden. Laat daar geen misverstand over bestaan. Maar er is ook een andere kant. Het kan niet de bedoeling zijn mensen in Afrika het brood uit de mond te stoten omdat men niet aan onze hoge standaarden voor milieu en veiligheid kan voldoen.
Werkelijk voorkomen van afwenteling kan dus niet met strenge controles van de export alleen. Het cliché dat alleen malafide handelaren uit het Westen profiteren van foute export is onvolledig. De bedrijvigheid die in Suame Magazine aan Europese autos een tweede leven geeft, illustreert dat. Inmiddels hebben landen als Senegal en Ghana de import van oude autos uit Europa officieel verboden, maar een feit blijft dat ze de grondstof vormen voor een vitale Afrikaanse bedrijfstak.
Naast vervolgen en straffen van malafide exporteurs moeten we dus ook oog hebben voor de belangen bij de huidige praktijk. Aan beide zijden. Stimuleren van veilig en verantwoord gebruik, hergebruik en recycling in Afrikaanse bedrijven, zonder de bijl aan de wortel van deze ondernemingen te zetten: dat is de opgave. Ik kom daar op terug.

Een fors deel van de autos, koelkasten, kippenruggen (!) accus en computers dat naar Afrika gaat valt onder de categorie illegale export. Soms omdat helemaal geen exportvergunning werd aangevraagd, maar vaak ook omdat het om potentieel gevaarlijk materiaal gaat dat mogelijk in het milieu terechtkomt. Als Diederik Samsom in het blad Afvalforum zegt dat het een schande is, dan zeg ik hem dat graag na. Sterker nog: wij doen er ook wat aan.
In 2004, 2005 en begin dit jaar bijvoorbeeld werden op initiatief van Nederland - in verschillende Europese havens gecoördineerde inspectieacties gehouden. Inspecties als onderdeel van de Seaport projecten I en II. Geconstateerd werd dat eenderde tot de helft van de afvalexport vanuit Europa feitelijk illegaal is. Olielekkende autos, koelkasten met CFKs en accus met kankerverwekkende PCBs blijken nog altijd hun weg naar de Derde Wereld te vinden.
Nederland is een belangrijke illegale exporteur. Dat mainport Rotterdam niet alleen de toegang tot Europa, maar ook de uitgang naar de wereld is, geldt daarbij als een verzachtende omstandigheid. In Nederland is flink gecontroleerd in de afgelopen jaren. Er zijn ook veel bedrijven aangepakt. Maar er worden miljoenen tonnen afval geëxporteerd en het is zaak met name de illegale stromen eruit te pikken. In het verleden gebeurde dit vaak steekproefsgewijs en op het gevoel van de inspecteurs. Nu kan met de ervaring van de Seaport acties en de recente koppeling van gegevens uit de bestanden van onder andere Douane en KLPD veel gerichter en effectiever gecontroleerd worden. De hoge cijfers zijn schrikbarend, maar zeggen dus ook iets over de effectiviteit van de acties. Denk daarbij ook aan de Europese coördinatie waardoor uitwijkgedrag naar andere havens wordt aangepakt.

De hoge percentages illegale export zullen overigens niet heel snel dalen. En dat heeft gek genoeg te maken met de Europese regels rond afval. Hoe strenger de Brusselse aanpak van afvalverwerking in Europa en hoe effectiever de handhaving, des te lucratiever de illegale export. Dat is geen reden om dan maar de regels te versoepelen, maar wel om zowel op nationaal als Europees niveau het toezicht op de export structureel op een hoger plan te brengen. Niet door weer nieuwe regels, maar door strikte handhaving. Niet in de eerste plaats door meer inspecteurs, maar door meer en betere gecoördineerde inspecties die uitwijkgedrag naar andere Europese havens voorkomen. Want anders staan onze ambtenaren voor niets op de kade. Wij zijn daarom vanuit onze VROM Inspectie voortrekkers bij het opzetten van een Europese handhavingsstrategie.

Eind mei of anders begin juni zal het eindrapport van het Seaport project verschijnen. Ik wil een klein beetje op de conclusies vooruit lopen. Ook al omdat er een interessante koppeling te maken is tussen één van die conclusies en de andere kant van de afvalexportmedaille: de winst voor Afrika.

Uiteraard zal het eindrapport het succes van de samenwerking en de gezamenlijke inspecties roemen. En natuurlijk ook het gedeelde inzicht in handhavingsstructuren, de preventieve- en bewustwordingseffecten. De positieve invloed op de nationale handhavingspraktijken. Maar er zal ook gewezen worden op kritische factoren. Er moet natuurlijk overal geld en menskracht bij, maar dat heeft mijns inziens niet de hoogste prioriteit. Hoewel in totaal dertien landen hebben meegedaan, is er nog altijd geen complete Europese dekking voor dit soort handhavingsacties. Belangrijke havens doen nog niet mee. Dat betekent dat er nog altijd uitwijkmogelijkheden zijn. Ik schetste u eerder al het beeld van handhavingsambtenaren die voor niks op de kade staan van wél deelnemende havens.
En dan de koppeling tussen afval als probleem of product. Een ander belangrijk manco aan de handhavingspraktijk tot nu toe is, volgens de Seaport conclusies, het gebrek aan contact met landen buiten de OESO, met name in Afrika. En dat terwijl goede contacten met deze landen van groot belang zijn. Ten eerste om de bestemmingen en de behandeling van afvalstoffen danwel producten te kunnen verifiëren: waar gaat het spul naar toe, bestaat het verwerkingsbedrijf wel echt, zijn er rest- en retourstromen en wat zit daar in?
Het gaat immers vaak om afvalstoffen die als product of tweedehandsproduct zijn verscheept. En toegegeven: daar is een schemergebied. Een auto die het nog doet, maar nooit door de APK-keuring zou komen? Een container vol computers, waarvan de helft het doet? Mogen wij daarvan zeggen dat het afval is dat niet naar Afrika mag?
Beter contact met onze ambasades, NGOs, Afrikaanse overheden en het bedrijfsleven, zou meer inzicht in de bestemming en verwerking kunnen opleveren, maar het kan ook aanknopingspunten opleveren om ontvangende bedrijven te helpen bij een veilige en verantwoorde bedrijfsvoering. Feit is wel dat er in Nederland een verwijderingsstructuur voor autos en elektronica is opgezet. De consument betaalt een verwijderingsbijdrage en mag erop rekenen dat de producent daarmee zorgt voor een verantwoorde verwerking van het afval. Maar wat kopen ze daar in Afrika voor?
Zou het niet iets zijn om vanuit de verwijderingsbijdragen te investeren in de afvalverwerking en verantwoorde recycling in Afrika?