VVD



21-4-2006

VVD stemt in met splitsingswet

Na ruim twee jaar discussie heeft de Kamer het debat over de vraag of de energiebedrijven moeten worden gesplitst of niet, afgerond. De VVD fractie heeft zich al eerder helder uitgesproken vóór splitsing.

De VVD is verheugd dat zich nu een grote Kamermeerderheid voor het wetsvoorstel aftekent. Splitsing is goed voor de transparantie en werking van de markt en dus voor de consument, geeft aandeelhouders maximale flexibiliteit en stelt de positie van de netten veilig. Na splitsing ontstaat er ook nieuw perspectief voor de bedrijven. De welvaartsvoordelen zijn, zo heeft het CPB berekend, positief.

Hieronder treft u de inbreng van VVD woordvoerder Paul de Krom. Alleen het gesproken woord geldt.

Voordelen van splitsing
Na ruim twee jaar felle discussies zowel in als buiten deze Kamer beslissen wij over de vraag `splitsen of niet'. Tijdens de vele gesprekken die wij met voor- en tegenstanders hebben gevoerd was er in ieder geval één rode draad. Dames en heren Kamerleden, beslis alsjeblieft iets en laat het niet te lang duren. Zij hebben gelijk. De onzekerheid werkt verlammend. De VVD fractie maakt daarom een heldere keuze. Wij zijn vóór splitsing en dus vóór het wetsvoorstel. Ik heb namens mijn fractie de overwegingen die aan deze keuze ten grondslag liggen al uitvoerig gemotiveerd. Samengevat komt het er op neer dat splitsing (1) de transparantie verhoogt en de marktwerking verbetert met als potentieel gevolg meer toetreders en meer investeringen, (2) daarom in het belang is van de Nederlandse consument, zoals het MKB en de Consumentenbond goed hebben begrepen blijkens hun steun aan het wetsvoorstel, (3) kan leiden tot een prikkel voor kleinschalige productie, waaronder WKK, omdat die afhankelijk zijn van het distributienetwerk. Voor geïntegreerde bedrijven betekent kleinschalige, decentrale productie immers extra concurrentie. LTO en de glastuinbouw steunen het wetsvoorstel niet voor niets, (4) prikkels tot kruissubsidiëring en oneerlijke concurrentie worden weggenomen, (5) de toezichthouder kan zijn werk effectiever en efficiënter doen, (6) helpt de sterke regionale verdeling die de huidige markt kenmerkt te doorbreken, (7) voor aandeelhouders biedt het maximale flexibiliteit m.b.t. hun aandeelhouderschap, (8) de privatiseringsimpasse wordt doorbroken, (9) het stelt de positie van de netten veilig en biedt de mogelijkheid hun schaal te optimaliseren. De conclusies van het rapport Kist hebben de VVD fractie bevestigd in deze overtuiging. Ik citeer: `Haar analyse heeft de Commissie tot de conclusie gebracht dat de eigendomssplitsing, economisch gezien, betere voorwaarden biedt om de publieke belangen bij de netwerken te borgen, en de effecten versterken van concurrentie met het oog op betere dienstverlening, stimulering van innovatie en grotere kostendeficiënties, dan ten opzichte van `ringfencing'. Voor de Commissie is doorslaggevend dat `via eigendomssplitsing de meeste zekerheid bestaat op het werkelijk totstandkomen van een heldere marktordening, en op een effectievere wijze gebruik kan worden gemaakt van het privatiseringsinstrument met inachtneming van publieke belangen'.

Europese ontwikkelingen
De Europese Unie heeft in de jaren '90 de liberalisering van de energiemarkten ingezet. Terecht. Zonder liberalisering zouden de kosten al 15% hoger hebben gelegen dan nu. Maar de markt is nog lang niet af, zoals recent onderzoek door de Europese Commissie aantoont. Er is nog meer winst te boeken. Het is daarom ronduit onbegrijpelijk dat landen als Frankrijk en Spanje op de golven van publieke sentimenten en economisch nationalisme - al of niet geprivatiseerde - Nationale Kampioenen proberen te creëren ter bescherming van hun bedrijven en hun eigen markten, maar ten koste van efficiency, concurrentie en dus hun consumenten. Als ieder land de ophaalbrug ophaalt en zich verschanst achter de muren van zijn eigen protectionisme, weet je in ieder geval één ding zeker: je betaalt altijd te teveel. Dit is een rampzalig scenario. Het betekent zoveel als een directe aanslag op het hart van Europa: de interne markt. Als de Commissie er niet in slaagt dit te doorbreken, heeft de EU een groot probleem. Dan wordt het hart van Europa er uit gehaald en blijft een dood lichaam over. Maar zover is het gelukkig nog niet. De Commissie is op oorlogspad. Een groot aantal inbreukprocedures is gestart tegen landen die zich niet aan de afspraken houden. De Commissie dreigt, naar Nederlands voorbeeld, met gedwongen eigendomssplitsing en ingrijpen tegen de creatie van Nationale Kampioenen met onevenredige marktmacht. Mijn fractie verwacht dat de Commissie wint. De kwestie is wanneer. Het antwoord hangt af van de vraag hoe scherp het zwaard van de Commissie is, de steun van de Europese Raad, en of politici in buitenlandse hoofdsteden en Brussel het lef hebben zich te ontworstelen aan de lobbytentakels van de grote en machtige Europese energiebedrijven. Maar wat de VVD betreft moet de Commissie de muren van de Spaanse en Franse nationalistisch conservatieve bastions zo snel mogelijk aan flarden schieten.

Nationale kampioenen: nee!
Door de Franse en Spaanse achterhoedegevechten klinkt ook bij ons de roep om een Nationale Kampioen. Waarom doen wij het tegenovergestelde en splitsen de bedrijven? Waarom zouden wij niet doen wat zij wel doen? Omdat (1) een slecht voorbeeld geen navolging verdient, (2) de bezwaren vanuit het oogpunt van transparantie en oneerlijke marktwerking die kleven aan geïntegreerde bedrijven recht overeind blijven (3) je de concurrentie in Nederland en dus de liberalisering de nek omdraait en we weer terug zijn bij af toen iedereen met huid en haar aan 1 monopolist was uitgeleverd, (4) een Spaanse Nationale Kampioen nauwelijks van invloed is op de markt in Nederland, (5) niet-splitsen niets bijdraagt aan de totstandkoming van een level playing field in Europa maar wel aan verslechtering van het level playing field in Nederland, (6) potentiële efficiencywinsten maar ten dele worden gerealiseerd en de situatie blijft bestaan waarin vanuit publieke aandeelhouders weinig druk op het management wordt uitgeoefend (7) de kans dat een Nederlandse Nationale Kampioen kan opboksen tegen de echt grote Europese kampioenen klein is, (8) en omdat een eventuele overname door een buitenlandse speler van een Nederlandse kampioen betekent dat we ook de netten kwijt zijn en daar dan een buitenlandse Nationale Kampioen op onze markt voor terugkrijgen. Voorzover je al bang bent voor buitenlandse spelers op onze markt lijkt me dat helemáál geen wenkend perspectief.

Gedeeltelijke privatisering geïntegreerde bedrijven? Een volgende variant is gedeeltelijke privatisering van geïntegreerde bedrijven. Ook dit is geen echt alternatief. De synergievoordelen die privatisering en consolidatie bieden zijn afwezig of op z'n minst sub-optimaal, de nadelen verbonden aan geïntegreerde bedrijven blijven bestaan. Aandeelhouders blijven met hun aandelen in commercieel risicovolle activiteiten zitten, de opbrengst van verkoop zou wel eens lager kunnen zijn dan in de splitsingsvariant. Dat dus ook maar niet.

Wel splitsen, niet privatiseren?
En wel splitsen maar niet privatiseren dan? Of geprivatiseerd wordt of niet is aan de aandeelhouders, daar gaan wij in Den Haag niet over. Maar splitsing maakt de keuze voor aandeelhouders die eruit willen stappen wel eenvoudiger. De VVD fractie is met het Kabinet van mening dat aandeelhouders niet met geld van hun burgers in commercieel risicovolle ondernemingen moeten zitten als dat voor de borging van publieke belangen niet nodig is. Maar de keus is uiteindelijk aan hen. Niet-privatiseren van productie en levering betekent ook een verlies aan baten met een half miljard, zoals het CPB heeft berekend en zoals dat wordt onderschreven door de Commissie Kist.

Aansluiting bij Europese spelers
De volgende vraag is of de bedrijven in hun huidige vorm op termijn krachtig genoeg zijn om zelfstandig te overleven. Dat lijkt onwaarschijnlijk. Aansluiting bij Europese spelers geeft synergievoordelen, toegang tot voldoende inkoopkracht op de wereldmarkt en kapitaal om grote investeringen te doen. Kortom: `if you can't beat them, join them'. Electrabel en Eon zijn hier al jaren actief, via de achterdeur importeren we al sinds jaar en dag Franse kernstroom, en in Engeland zijn veel meer buitenlandse spelers actief dan hier. Daar gaat niets mis.

Ik heb nog wel nagedacht over het debat dat ik had met de heer Crone over de strategische positie van met name de commerciële bedrijven na splitsing. Hoewel Den Haag aandeelhouders en directies niet kán (en niet moet willen) voorschrijven wat ze wel of niet moeten doen, is het toch goed als de Minister daarover met ze in gesprek zou gaan om te bezien welke opties vanuit het oogpunt van de Nederlandse strategische belangen, de voorzieningszekerheid in het bijzonder, de beste keuze zijn. Dat zou bijvoorbeeld een fusie kunnen zijn tussen Nuon en Essent, als de Nma daarmee instemt. Als aansluiting wordt gezocht - of daarna aansluiting wordt gezocht - bij internationale bedrijven zou ik het liefst zien dat een tegenwicht wordt gevormd aan de grote Europese spelers, zoals kennelijk ook wordt overwogen door de Raad van Bestuur van Nuon. Partijen als Centrica, Dong en Vattenfal liggen dan voor de hand. Ik dien daartie, mede namens de heer Crone, de volgende motie in.
De Kamer,

Overwegende, dat het vanuit het oogpunt van voorzieningszekerheid en marktverhoudingen gewenst zou zijn als commerciële energiebedrijven na splitsing, indien wordt overwogen aansluiting te zoeken bij internationale spelers, bij voorkeur aansluiting zoeken bij partijen die een tegenwicht kunnen bieden aan de dominerende Europese spelers,

Verzoekt de Regering daarover in gesprek te gaan met aandeelhouders en directies van de te splitsen bedrijven

En gaat over tot de orde van de dag

De Krom
Crone

Toezicht
Mijn fractie verwacht van de Nma en van de Europese Commissie dat keihard wordt ingegrepen als de concurrentie in het gedrang dreigt te komen. Cruciaal is de vraag of de gereedschapskist van de Nma en de Commissie vol genoeg zit om in verstoorde concurrentieverhoudingen te kunnen ingrijpen als dat nodig is. De Nma gaat alleen over het binnenland, de Commissie heeft geen juridische titel om in te grijpen in een lidstaat als 2/3 van de activiteiten van toekomstige fusiepartners in dat land zelf plaatshebben. Dit kan tot de situatie leiden dat bij grensoverschrijdende marktmacht noch de Nma, noch de Commissie kan ingrijpen. Bijvoorbeeld in de situatie dat een buitenlandse moeder met commerciële activiteiten in Nederland, de import van stroom afknijpt om de prijzen in Nederland te verhogen. Hypothetisch misschien, maar toch. De Nma moet dus voldoende instrumenten hebben om als dat soort situaties zich voordoen, in te kunnen grijpen. Overigens kan de situatie zoals ik die zojuist schetste ook omgekeerd werken. Een grensoverschrijdend belang zou voor buitenlandse bedrijven ook een prikkel kunnen zijn om juist meer te interconnectiecapaciteit te willen om meer te kunnen importeren en zo hun marktaandeel te vergroten. De Commissie Kist wijst op dit effect. Tenslotte kan ik mij voorstellen dat de bevoegdheden van de Commissie om rechtstreeks in Lidstaten in te grijpen wordt vergroot, door het terugbrengen of schrappen van de 2/3 regel. Het is immers voorstelbaar dat een fusie in een Lidstaat ook vanuit Europees perspectief ongewenst is maar wel plaatsvindt onder politieke druk of gebrek aan een sterke toezichthouder. Om zeker te stellen dat de Nma - en de Commissie voldoende uitgerust zijn om in te kunnen grijpen, dien ik - mede namens de heer Vendrik - de volgende motie in:

De Kamer,

Gehoord de beraadslaging,

Overwegende, dat zowel de nationale toezichthouder op de energiemarkt, als de Europese Commissie voldoende instrumenten moet hebben om ongewenste marktmacht tegen te gaan, ook in het geval van grensoverschrijdende belangen,

Verzoekt de Regering te onderzoeken welke situaties van ongewenste (grensoverschrijdende) marktmacht zich kunnen voordoen en daarbij tevens aan te geven in hoeverre de instrumenten van de Nma en/of de Europese Commissie voldoende zijn om dat tegen te gaan

Verzoekt de Regering tevens, om voorstellen te doen om de bevoegdheden c.q. instrumenten van de Nma en/of de Europese Commissie uit te breiden om slagvaardig te kunnen optreden, mocht dat uit het onderzoek blijken,

En de Kamer daarover zo spoedig mogelijk te informeren

En gaat over tot de orde van de dag

De Krom
Vendrik

Niets doen
Dan het laatste alternatieve scenario: niets doen en alles laten zoals het is. Ten koste van de consument. Kostenniveau's blijven te hoog, prikkels om scherp te concurreren blijven uit. Bedrijven gaan op slot. Ze kunnen niet of beperkt fuseren of naar de beurs, groeimogelijkheden zijn beperkt, investeringen blijven achter. De onzekerheid blijft, de bedrijven verpieteren. Vroeger of later worden ze vermalen in het Europese krachtenveld en alsnog opgekocht, of verliezen de slag om de consument van buitenlandse bedrijven met goed gevulde oorlogskassen. De toezichthouder blijft achter de feiten aanhollen. Aandeelhouders blijven nog jarenlang aan hun bedrijven vastzitten en de bedrijven nog jarenlang aan hun overheidsaandeelhouders. Het kapitaal van aandeelhouders blijft opgesloten in de energiebedrijven, terwijl ze dat geld misschien beter kunnen gebruiken om voor de samenleving nieuwe investeringen te doen. De bedrijven kunnen niet naar de beurs zoals ze zelf wilden, en evenmin of beperkt fuseren. Dit dramatischet doormodder scenario spreekt mijn fractie niet aan.

Splitsing eigendom
Blijft volledige eigendomsplitsing als enige alternatief over. Wie het rapport van de Commissie Kist leest kan niet anders concluderen dan dat de Commissie tot dezelfde conclusie komt. De VVD fractie ondersteunt de conclusie van Commissie Kist en het CPB dat de welvaartsvoordelen van splitsing het grootst zijn met volledige privatisering van productie, handel en levering, en een minderheidsprivatisering van de netten. Kostenreductie en efficiëntievoordelen zijn het grootst, de governance verbetert. De netten zijn van groot strategisch belang. Regulering, effectief toezicht en behoud van een meerderheidsaandeel voor de overheid garandeert dat de publieke belangen ook in een publiek-private samenwerkingsvorm goed worden gediend. Tegelijk zet het de deur open naar professioneel aandeelhouderschap. Voor de VVD is privatisering daarom een essentieel onderdeel van het kabinetsbesluit. De Commissie Kist - met het CPB - onderschrijft die visie met haar conclusie dat de baten van de splitsing in sterke mate afhangen van de mogelijkheid om het commerciële bedrijf volledig en het netwerkbedrijf gedeeltelijk te privatiseren.

Kosten
Hoewel de baten van splitsing uiteindelijk groter zijn dan de kosten, moeten er op korte termijn toch reorganisatiekosten worden gemaakt. Ervaringen in het buitenland, en bij Intergas en NRE leiden tot de conclusie dat splitsing niet hoeft te leiden tot hogere kosten voor de consument. Voorzover dat wel het geval zou zijn heeft de Minister wat mijn fractie betreft met de Nota van Wijziging adequate maatregelen genomen om kostenberekening naar de consument te voorkomen.

Commissie Kist
De Commissie Kist bevestigt dat de Minister en zijn ambtenaren hun huiswerk goed hebben gedaan. De Commissie heeft zich op basis van al het materiaal een volledig beeld kunnen vormen, onderzoeken en adviezen voldoen aan de eisen van expertise en professionaliteit en de conclusies die de Minister ten aanzien van het beleid trekt vinden steun in het onderzoeksmateriaal. Het overgangsrecht adresseert mogelijke CBL kwesties voldoende.

Transitieperiode
Niettemin signaleert de Commissie Kist een aantal mogelijke risico's in de transitiefase. Sub-optimale medewerking van de bedrijven zelf, een onvoldoende governance structuur, het opzetten van nieuwe bedrijven, concentratie van nieuwe productiecapaciteit door bedrijven die al gesplitst en/of zijn overgenomen en stijging van de netwerktarieven door reorganisatiekosten. Mijn fractie wil graag van de Minister horen hoe hij gedurende de transitiefase die risico's gaat ondervangen. Ook wil mijn fractie volstrekte duidelijkheid in hoeverre de bepalingen van het voorliggende wetsvoorstel van toepassing zijn op Tennet en GTS. Het lijkt mij dat dit niet het geval is.

Netbeheerders en commerciële activiteiten
Een vraag over de derde Nota van Wijziging. De Minister verankert in de wet dat netbeheerders en groepsmaatschappijen geen activiteiten mogen ontplooien die geen verband houden met infrastructurele voorzieningen. Ik ga er vanuit dat dit geen effect heeft op de huidige activiteiten van de bestaande bedrijven. Anders gezegd, energiebedrijf Delta mag zijn huidige multi-utility concept gewoon handhaven. Kan hij dit bevestigen? Heeft deze bepaling nog effecten voor bijvoorbeeld Tennet of het netwerkbedrijf van Gasunie? Hoe wordt dit overigens in de praktijk getoetst? Als een netwerkbedrijf of een moeder nieuwe activiteiten wil ontplooien, moet dan expliciete toestemming worden gevraagd? Kortom: wie bepaalt wat juridisch noodzakelijk en proportioneel is? In hoeverre wordt de kring van potentiële kopers van een minderheidsbelang in het economisch eigendom van de netwerkbedrijven door deze maatregel beperkt? Wordt er op dit criterium getoetst in geval van verkoop van economisch eigendom?

Slot
Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen - en daar ga ik van uit - ontstaat er na vele jaren debatteren eindelijk zekerheid over een transparante marktstructuur. Natuurlijk is ook de Eerste Kamer nog aan zet, maar ik ben ervan overtuigd dat wij in deze Kamer een belangrijke stap hebben gezet. Er ontstaat niet alleen nieuw perspectief voor de klanten, maar ook voor de industrie zelf.

Ik heb nogal eens kritiek op de wijze waarop het parlement debatten voert en haar controlerende taak vervult. Ik dit geval heb ik die niet. Ik vind dat wij collectief, of het oordeel over het wetsvoorstel nu positief of negatief is, ons werk integer en met grote zorgvuldigheid hebben gedaan. Ik vond de debatten inhoudelijk uitdagend en interessant. Ik heb de Minister al dank gezegd voor zijn antwoorden, maar ik wil uitdrukkelijk iedereen danken die een bijdrage aan dit debat heeft geleverd, dat zijn er teveel om op te noemen, maar niet in de laatste plaats ook de ambtenaren van Economische Zaken, die op de achtergrond een belangrijke rol hebben gespeeld ook in de inhoudelijke ondersteuning van de Kamer.