Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Persbericht ministerraad
21 april 2006
MILIEUGRENZEN BEPALEN GROEI SCHIPHOL
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Schultz van Haegen
van Verkeer en Waterstaat en staatssecretaris Van Geel van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met
toezending aan de Tweede Kamer van het kabinetsstandpunt over Schiphol. De
evaluatie van de Schipholwet, de analyse naar de ontwikkeling van de
mainport Schiphol en de resultaten van de evaluatie alternatieven voor
groepsrisicobeleid vormen het uitgangspunt voor het kabinetsstandpunt. Kern
van het standpunt is zorgen dat de beoogde groeiruimte voor Schiphol
beschikbaar komt en maatregelen om geluidshinder van vliegtuigen in de
wijde omgeving van Schiphol te beperken.
Uit de evaluatie van het Schipholbeleid blijkt dat het huidige beleid in
het algemeen goed werkt en er kansen zijn voor verbetering. Het kabinet
houdt daarom in grote lijnen vast aan dit beleid. In de eerste plaats wil
het kabinet de positie van Schiphol als een van de belangrijkste 'hubs'
(een knooppunt van verbindingen) in Noordwest-Europa behouden. Het kabinet
wil zorgen dat er groeiruimte is voor de verdere ontwikkeling van Schiphol.
In de tweede plaats erkent het kabinet dat het vliegverkeer in de ruime
omgeving van Schiphol hinder veroorzaakt en wil die hinder zo veel mogelijk
terugdringen, met name in het gebied verder van de luchthaven, waar de
meeste mensen wonen die last hebben van het vliegverkeer, het zogeheten
"buitengebied".
Het kabinet wil daartoe op twee fronten harde afspraken maken met de
luchtvaartpartijen. Ten eerste harde afspraken om groeiruimte mogelijk te
maken, binnen de gelijkwaardigheidseisen. Ten tweede harde afspraken voor
het zoveel mogelijk beperken van de hinder, met name in het buitengebied.
In het najaar van 2006 zullen de staatssecretarissen van Verkeer en
Waterstaat en VROM komen met een gezamenlijk besluit over de beide
elementen: groeiruimte voor de luchtvaart en een convenant met de
luchtvaartsector met harde afspraken over het terugdringen van de hinder.
Voor de hinderbeperking zet het kabinet in op de volgende zaken:
- Verbeteren van vliegroutes en -procedures (hoger en/of stiller
vliegen, meer over zee vliegen);
- Vergroten van de voorspelbaarheid van het vliegverkeer (minder
afwijken van vliegroutes)
- Terugdringen van grondgeluid;
- Het ontmoedigen van lawaaiige vliegtuigen door prijsbeleid en
boetes en het werken aan de bron (stille motoren);
- Het vergroten van de regionale vrijheid voor Schiphol en de
regio om verbeteringen door te voeren door experimenten toe te staan en
te laten adviseren over vliegroutes en procedures;
- Het meten van vliegtuiggeluid om deze meetgegevens te
gebruiken voor een goede informatievoorziening en het verbeteren van
geluidsmodellen.
Voor de groeiruimte van de luchtvaart wil het kabinet de volgende zaken
regelen:
- Het bevorderen van het vliegverkeer dat nodig is voor het
behouden en versterken van Schiphol als belangrijke internationale
luchthaven;
- Het bevorderen van stiller en schoner vliegverkeer: door het
beboeten van het meest lawaaiige verkeer wordt dergelijk verkeer
ontmoedigd en komt de geluidsruimte ten goede aan beter presterende
luchtvaartmaatschappijen;
- Zorgen dat Schiphol daadwerkelijk de ruimte kan gebruiken die
ze gekregen heeft binnen de randvoorwaarden aan overlast. Dit gebeurt
middels salderen tussen handhavingspunten. Lokaal kan hierdoor meer
hinder ontstaan, in totaal zal de sector binnen de maximale hindergrenzen
moet blijven.
Met deze maatregelen kan Schiphol zich de komende tien tot twintig jaar
verder ontwikkelen op de huidige locatie. Afhankelijk van de snelheid van
de groei van de luchtvaart worden aan het begin of eind van die periode de
grenzen van de groei bereikt. Het kabinet vraagt Schiphol om op korte
termijn opties uit te werken voor een eventuele uitbreiding van de
capaciteit voor de lange termijn. Op basis van die opties zal het kabinet
nut en noodzaak van een eventuele uitbreiding op Schiphol of verplaatsing
van vliegverkeer naar andere luchthavens beoordelen.
RVD, 21.04.2006
Ministerie van Algemene Zaken