Antwoorden op kamervragen van Van Velzen over MRSA bij varkens
Kamerstuk, 21-4-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2671116
21 april 2006
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Velzen over MRSA bij
varkens
(2050609980)
Vraag 1
Is het waar dat 80% van de varkenskoppels besmet is met varkens-MRSA
en dat dat een bedreiging voor de volksgezondheid vormt? 1) Kunt u
aangeven in welke mate en in welke zin?
Antwoord 1
Het is waar dat bij 209 van de 540 onderzochte varkens (38,7%) en bij
44 van de 54 slachtbatches MRSA is aangetoond. Gewoonlijk is MRSA een
onschuldige bacterie die in de neus en op de huid voorkomt zonder de
mens ziek te maken. In een klein aantal gevallen kan MRSA bij gezonde
mensen leiden tot huidontstekingen. Bij behandeling door de arts van
dit soort ontstekingen bestaat de kans dat het gekozen antibioticum
niet werkzaam is, daarom was het van belang dat de artsen hierover
zijn ingelicht. In ziekenhuizen waar patiënten liggen die verzwakt
zijn of om een andere reden verminderde afweer hebben, zoals door
zware operaties, kan MRSA een ernstige infectie veroorzaken, die soms
moeilijk te behandelen is.
Op 27 maart heb ik u per brief (kenmerk PG/ZP 2.671.128) laten weten
dat de acute volksgezondheidsrisico's van MRSA bij varkens beperkt
zijn. Het huidige MRSA-beleid bestaat uit richtlijnen die worden
voorgeschreven door Werkgroep Infectiepreventie (WIP). De huidige
richtlijnen hoeven op basis van wat nu bekend is over de
MRSA-besmetting bij varkens en varkenshouders niet te worden
aangepast.
Vraag 2
Is er duidelijkheid hoeveel varkenshouders besmet zijn met
varkens-MRSA? Zo ja, welke gevaren zijn er voor het verbreiden van de
besmetting bijvoorbeeld in ziekenhuizen? Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Zijn er maatregelen in voorbereiding om mensen afkomstig uit
risicogroepen zorgvuldiger te screenen bij ziekenhuisopname, zoals nu
reeds het geval is bij mensen die recent een buitenlands ziekenhuis
bezocht hebben? Zo neen, waarom niet? Zo ja, waaruit bestaan de te
nemen maatregelen?
Antwoord 2 en 3
Uit een beperkt onderzoek is gebleken dat een onverwacht groot deel
van de onderzochte varkenshouders, 6 van de 26, drager was van de
MRSA-bacterie. Nader onderzoek is noodzakelijk om vast te stellen
hoeveel varkenshouders in Nederland drager zijn van deze bacterie.
Tevens moet worden onderzocht in hoeverre deze MRSA-bacterie van mens
op mens kan worden overgedragen. Als uit dit onderzoek blijkt dat er
een grote kans is op overdracht van de MRSA-bacterie van mens op mens,
dan dienen bij opname van varkensboeren in ziekenhuizen de bestaande
MRSA-richtlijnen van de WIP voor personen met een hoog risico op
MRSA-dragerschap gevolgd te worden. Het "platform
Antibioticaresistentie", waarin experts op het terrein van de
antibioticaresistentie uit zowel de humane als de veterinaire sector
vertegenwoordigd zijn, zal de ministers van LNV en VWS adviseren over
het wenselijke onderzoek.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport