Reactie Ressortsparket Amsterdam op berichtgeving in NRC Handelsblad
Amsterdam, 14 april 2006
In NRC Handelsblad van vrijdag 14 april 2006 wordt gemeld dat het
openbaar ministerie zou weigeren twee aanklagers als getuige te laten
optreden in de herzieningszaak tegen Kees B. die op 20 april
aanstaande zal dienen. Die berichtgeving is onjuist.
In de herzieningszaak zal op 20 april aanstaande om aanhouding worden
gevraagd omdat de stukken die in opdracht van het Hof gevoegd dienden
te worden in het strafdossier nog niet allemaal beschikbaar zijn. Het
Hof heeft in deze zaak bepaald twaalf getuigen te horen. Voor de
advocaat-generaal is het van belang dat het dossier dat aan het Hof
wordt verstrekt volledig is alvorens wordt overgegaan tot het horen
van de toegewezen getuigen. Mede omdat sprake is van een zeer
omvangrijk en complex dossier en gezien het grote belang van de zaak
acht hij het niet opportuun om onder die omstandigheden de getuigen
reeds op te roepen voor de zitting van 20 april aanstaande.
De advocaat-generaal heeft op 7 april jongstleden een brief gestuurd
aan het Hof Amsterdam en de verdediging waarin hij heeft meegedeeld
dat voor de zitting van 20 april aanstaande de door het Hof toegewezen
getuigen door hem niet zullen worden opgeroepen.
De vertraging die bij de complettering van het dossier is ontstaan
wordt door het openbaar ministerie betreurd.
Het is niet uit te sluiten dat de advocaat-generaal, zodra het
strafdossier compleet is en aan het Hof en de verdediging beschikbaar
is gesteld, het Hof de vraag zal voorleggen of en zo ja, welke van de
toegewezen getuigen in de onderhavige zaak gehoord dienen te worden.
Immers, de veroordeling van Wik H. is inmiddels onherroepelijk
geworden. Voorts is er inmiddels tussen de Staat der Nederlanden en
Kees B. een vaststellingsovereenkomst gesloten. Dit zijn nieuwe feiten
die het Hof mogelijkerwijs tot een heroverweging van zijn eerdere
beslissing tot het horen van getuigen zou kunnen brengen. Het is
uiteraard aan het Hof om over deze kwestie een beslissing te nemen.
Er is vanzelfsprekend geen sprake van dat de advocaat-generaal de
toegewezen getuigen, onder wie de voormalig officier van justitie en
de advocaat-generaal, zou willen afhouden van het Hof.
Openbaar Ministerie