20.04.2006
M.P. Sinnige
aula
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
13:45
14-3-3 isoforms specificity in barley
Promotor: prof. dr. H. Lill, prof. dr. J.N.M. Mol
Functioneel verschil aangetoond tussen eiwit isovormen
Cellen reguleren hun eigen processen zoals celdeling, genexpressie en enzymactiviteit met eiwitten; zo kunnen zij adequaat reageren op veranderingen in de omgeving (zoals lichtintensiteit en de aanwezigheid van ziekteverwekkers). Kennis van die regulatie van celprocessen leidt potentieel tot mogelijkheden om die te manipuleren, bijvoorbeeld om infecties te behandelen of gewasopbrengsten te verhogen. Mark Sinnige onderzocht de biologische rol van een specifieke klasse van dergelijke celregulatie-eiwitten: de familie van zogeheten 14-3-3-eiwitten.
Meerdere, erg op elkaar lijkende 14-3-3-isovormen komen voor in alle onderzochte eukaryote organismen. Een van de belangrijkste vragen over de biologische rol van deze eiwitten, is of ze verschillende functies hebben. Sinnige bevestigt dat in zijn proefschrift: hij vond bijvoorbeeld duidelijke verschillen bij de regulatie van nitraatreductase (een plantenenzym waarvan de activiteit 's nachts door een 14-3-3-eiwit wordt geremd om ophoping van het giftige nitriet te voorkomen).
Een van de isovormen heeft een te lage affiniteit voor nitraatreductase om deze remming voor elkaar te krijgen. Een tweede isovorm heeft wel een zeer hoge affiniteit en is dus heel goed in staat om nitraatreductase te remmen; het is alleen niet aanwezig in dit plantweefsel. De beschikbaarheid is dus een probleem. Een derde isovorm heeft een iets lagere maar ook een zeer hoge affiniteit en is wel in ruime mate beschikbaar. Deze derde isovorm is dus ook zeer waarschijnlijk de isovorm die in de plant verantwoordelijk is voor de remming van nitraatreductase.
Verschillen in beschikbaarheid gecombineerd met functionele verschillen tussen de 14-3-3-isovormen blijken bepalend voor welk isovorm het enzym reguleert. De gevonden functionele verschillen bij de binding en regulatie van bindingspartners blijken (gedeeltelijk) het gevolg van kleine variaties (in de 14-3-3-eiwitten) die soms niet groter zijn dan één enkel aminozuur.
Voor meer informatie over activiteiten aan de VU:
dienst Communicatie, afdeling In- en externe voorlichting:
T 020 59 85661
E
Voor meer informatie over VUmc:
T 020 44 43444
E
Vrije Universiteit Amsterdam