ECA/06/9
Luxemburg, 20 april 2006
Persbericht van de Europese Rekenkamer betreffende speciaal verslag
nr. 1/2006 over de bijdrage van het Europees Sociaal Fonds tot het
terugdringen van vroegtijdig schoolverlaten
In maart 2000 kwam de Europese Raad met een nieuwe doelstelling voor
de Europese Unie: Europa omvormen tot een concurrerende en dynamische
kenniseconomie die wordt gekarakteriseerd door een hogere mate van
sociale integratie. Een belangrijk aspect van de agenda inzake sociale
integratie was het onderkennen van de noodzaak om het percentage
jongeren die voortijdig de school verlaten, dat gemiddeld 19,3 %
bedroeg, te verlagen. Daartoe voerde hij de volgende benchmark in:
"Tegen 2010 horen alle lidstaten het percentage vroegtijdige
schoolverlaters minstens te halveren ten opzichte van het jaar 2000
om een EU-gemiddelde van 10 % of minder te bereiken." De controleurs
van de Rekenkamer onderzochten in zes lidstaten (Spanje, Frankrijk,
Ierland, Nederland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk) de aard van
de uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) gecofinancierde acties
teneinde het probleem van vroegtijdig schoolverlaten (VSV) aan te
pakken.
Gecontroleerd werd of:
- de Commissie een goed financieel beheer van de ESF-financiering op
dit gebied had verzekerd;
- de lidstaten een passende analyse van de verwachte economische
voordelen hadden verricht;
- de begunstigden werden uitgekozen en de middelen toegewezen op een
kostenefficiënte wijze;
- de projecten gericht waren op de specifieke doelstelling, VSV te
bestrijden;
- er geschikte toezicht- en evaluatieactiviteiten plaatsvonden.
Uit de controle bleek dat de Commissie beter gebruik dient te maken
van de beheersinformatie die zij ontvangt om te garanderen dat van de
ESF-financiering zuinig, efficiënt en doeltreffend gebruik wordt
gemaakt. Uit het onderzoek van de besluitvormingsprocedures voor het
beheer in de lidstaten bleek dat de VSV-activiteiten niet altijd waren
voorafgegaan door een passende analyse van het probleem in de
lidstaten en regio's of de definitie van de nagestreefde resultaten.
Sommige overheidsinstanties in de lidstaten konden het totaalbedrag
van de aan VSV-acties toegewezen middelen, of de basis waarop de
VSV-financiering aan verschillende regio's was toegewezen, niet
voldoende rechtvaardigen. Ten slotte was er, afgezien van
jaarstatistieken over het VSV-niveau, weinig kwantitatieve
evaluatie-informatie beschikbaar over het effect van dergelijke
activiteiten.
Er bestaat een Europese benchmark en definitie voor VSV, maar het
hanteren van uiteenlopende definities van VSV binnen een lidstaat
heeft het uitkiezen van geografische gebieden voor steunverlening en
het meten van het effect van de initiatieven niet vergemakkelijkt. Op
grotere schaal zouden de inspanningen om de Eurostat-definitie over te
nemen de communautaire inspanningen ondersteunen om het VSV-probleem
aan te pakken. Niettemin bleken uit de controle ook een aantal goede
beheerspraktijken, zoals de ontwikkeling van nationale databases voor
het toezicht op het vóórkomen van VSV, de oprichting van
scholengemeenschappen voor de ontwikkeling van projecten, vernieuwende
acties en zelfbeoordelingen door de projecten.
De Rekenkamer beveelt de Commissie aan:
- de lidstaten zo nodig passende richtlijnen te verstrekken om te
garanderen dat de communautaire financiering efficiënt, doeltreffend
en economisch verantwoord is;
- na te gaan of de beheerssystemen van de lidstaten voldoen aan de
beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid,
overeenkomstig de communautaire verordeningen.
De Rekenkamer beveelt de autoriteiten van de lidstaten ook aan, in
samenwerking met de Commissie:
- de verspreidingsgraad van VSV goed te definiëren en te
identificeren;
- procedures binnen de gecofinancierde maatregelen op te zetten of te
versterken om uit te maken wie het meest risico lopen om de school
voortijdig te verlaten en de maatregelen op hen te richten;
- de uitwisseling van informatie en de beste praktijken tussen alle
lokale en nationale organisaties die verantwoordelijk zijn voor de
aanpak van VSV aan te moedigen, voor zover juridisch geoorloofd;
- het innovatieve gebruik van ESF-financiering bij de aanpak van VSV
actief te bevorderen.
Speciaal verslag nr. 1/2006:
http://www.eca.eu.int/audit_reports/special_reports/docs/2006/rs01_06n
l.pdf
---
Dit persbericht wil slechts een samenvatting geven. Het door de
Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag is beschikbaar op haar
internetsite (http://www.eca.eu.int ) en zal binnenkort in het
Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, verschijnen.
Vroegtijdige schoolverlaters werden gedefinieerd als het
percentage 18- tot 24-jarigen die hoogstens lager secundair onderwijs
hadden genoten en geen onderwijs of opleiding volgden.
European Union