GroenLinks

Tsjernobyl 20 jaar later

Nooit meer Tsjernobyl 20 april 2006

Kernenergie lijkt bezig met een opmerkelijke revival. Zelfs de Nederlandse regering bij monde van staatssecretaris voor milieu Van Geel pleit ervoor om met de bouw van meer kerncentrales de CO² uitstoot - verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde - in te perken en zo onze afhankelijkheid van de steeds kostbaarder wordende fossiele brandstoffen te verminderen.

Een groot verschil met 20 jaar geleden toen Europa de schok kreeg te verwerken van Tsjernobyl. De ontploffing van deze kernreactor op 26 april 1986 was de ergste industriële catastrofe aller tijden.

Ondanks verwoede pogingen van de nucleaire lobby om de ware dimensie van de kernramp toe te dekken, is het twintig jaar na dato meer dan duidelijk dat de erfenis van Tsjernobyl nooit geschiedenis zal zijn. Die onvermijdelijke conclusie moet je trekken op basis van de studie 'Het andere rapport over Tsjernobyl' oftewel TORCH, die op woensdag in het Europees Parlement werd voorgesteld.

Het rapport is een antwoord van de Groene fractie in het Europees Parlement op het zogenaamd 'onafhankelijke' onderzoek van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) dat in november 2005 werd gepubliceerd.

De TORCH-studie toont aan dat de totale vrijgekomen radioactiviteit van Tsjernobyl 200 keer die van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki samen bedraagt. Meer dan de helft van de stralingsdosis kwam buiten de drie zwaarst getroffen landen in Europa terecht. De bevolking van Wit-Rusland, Rusland en Oekraïne kreeg 36 procent van de radioactieve neerslag te verwerken, de rest van Europa 53 procent. De overige 11 procent was voor de rest van de wereldbevolking.

Twintig jaar geleden zorgde het ongeluk in Tsjernobyl ervoor dat liefst 40% van de oppervlakte van Europa besmet werd met meer dan 4.000 becquerel per/m2 (Bq/m2). Met deze eenheid wordt de radioactieve vervuiling van de bodem weergegeven. Van het besmette gebied in Europa werd 218.000 km2 zwaar besmet met cesium-137 en maakt delen van Wit-Rusland en Oekraïne volledig onbewoonbaar voor in mensenlevens ontelbare jaren.

De gevolgen van Tsjernobyl blijven, 20 jaar na de ramp, ook in West-Europa duidelijk zichtbaar. In grote delen zijn tot op vandaag nog steeds beperkende maatregelen van kracht. Zo gelden in Groot-Brittannië nog steeds beperkende maatregelen voor 374 boerderijen met in totaal 200.000 schapen. Hetzelfde geldt voor vee in delen van Zweden en Finland en voor rendieren in Lapland. In sommige regio's in Duitsland, Oostenrijk, Italië, Zweden, Finland, Litouwen en Polen bereiken vrij lopend wild, bospaddestoelen, bessen en vis uit meren niveaus van meerdere duizenden bequerel cesium-137 per kg!

Wat vooral zorgen baart is het verhoogde kankerrisico als gevolg van de Tsjernobyl-ramp. Het woensdag bekend gemaakte TORCH-rapport stelt dat de Tsjernobyl-ramp zal leiden tot tussen de 30.000 en 60.000 bijkomende doden als gevolg van kanker alleen. Het IAEA komt met een aanzienlijk lager aantal van 4.000 doden. Naast kanker (schildklierkanker, leukemie en andere kankers) wordt algemeen erkend dat er enorme toenames zijn van staar, een oogziekte en aandoeningen van hart en bloedvaten. Deze stijging kan rechtstreeks aan Tsjernobyl worden gelinkt. Over de genetische effecten op langere duur is nog zeer weinig bekend, omdat daar nog nauwelijks onderzoek naar is uitgevoerd.

De Groenen in het Europees Parlement roepen de WHO, de Wereldgezondheidsorganisatie, op om onafhankelijk onderzoek te verrichten naar de gevolgen van Tsjernobyl in het hele noordelijk halfrond en in het bijzonder in West-Europa. Pas dan kunnen de gevolgen van de ramp waarheidsgetrouw worden weergegeven.


* samenvatting TORCH-rapport

* TORCH-rapport (in het Engels)

«