Radboud Universiteit Nijmegen
Denkprocessen doorslaggevend bij depressie
De psychiatrie is momenteel te ver doorgeslagen in de biologische
richting. Dit betoogt prof.dr. Anne Speckens, als hoogleraar
psychiatrie verbonden aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud
in haar oratie. De biologische psychiatrie vergroot via genetisch
onderzoek en neuro-imaging weliswaar het inzicht in het ontstaan van
psychische ziekten, maar draagt nog weinig bij aan een betere
behandeling. Bij een depressie heeft praten op termijn meer effect dan
pillen, stelt zij.
Voorafgaand aan de oratie van Speckens houdt de afdeling Psychiatrie
van het UMC St Radboud een symposium over de mogelijkheden van
gesprekstherapieën, die erop gericht zijn om bij depressieve patiënten
psychologische processen bij te sturen.
Malende gedachten
Een depressie ontstaat en blijft in stand onder invloed van enkele
essentiële psychologische kernprocessen, namelijk een negatief
zelfbeeld, de neiging om gebeurtenissen negatief te interpreteren en
een negatieve kijk op de toekomst. Dit inzicht is uitgangspunt voor de
behandeling, die een depressie aanpakt via het veranderen van het
denken en van het gedrag; de cognitieve gedragstherapie.
Recent zijn er nieuwe varianten op deze therapie ontwikkeld. Veel
depressieve patiënten hebben last van rumineren, dat is het
verschijnsel dat negatieve gedachten over klachten, oorzaken, gevolgen
en betekenis van de depressie steeds maar blijven rondmalen in de
geest. Rumineren is funest voor het genezingsproces. Het hangt samen
met zowel het ontstaan als met de ernst en de duur van een depressie.
Klinisch psycholoog Ed Watkins van de Universiteit van Exeter
(Engeland) doet veel onderzoek naar rumineren. Het blijkt, dat malende
gedachten tot gevolg hebben dat de patiënt meer algemene dan
specifieke herinneringen bewaart. Malende gedachten belemmeren een
effectieve benadering van problemen en leiden tot een groter geloof in
negatieve beweringen over zichzelf. Watkins houdt tijdens het
symposium in Nijmegen een inleiding over de aanpak van rumineren via
cognitieve therapie.
Aandachtsgericht
Een tweede nieuwe en effectieve variant van cognitieve therapie bij
depressie is de aandachtsgerichte vorm. Zo nieuw is dit idee overigens
niet; de principes worden als boeddhistische meditatietechniek al
eeuwen toegepast. De patiënt wordt geleerd om zijn aandacht te richten
op het hier en nu, zonder daar meteen allerlei gevoelens en gedachten
bij te ontwikkelen. Het gaat er niet om of het glas halfvol of
halfleeg is; het gaat om het accepteren van het glas zoals het is.
Deze vorm van therapie blijkt vooral effectief in het voorkòmen van
een terugval bij mensen die al eerder een depressie gehad hebben.
Willem Kuyken, net als Watkins verbonden aan de Universiteit van
Exeter, is betrokken bij de introductie van aandachtsgerichte
cognitieve therapie in het Britse gezondheidssysteem. Hij geeft
tijdens het symposium een voordracht over deze behandelvorm.
Lobby
Het effect van antidepressiva verdwijnt zodra je ermee stopt, terwijl
cognitieve therapieën ook op de langere termijn effectief zijn. Daarom
vindt de nieuwe hoogleraar Anne Speckens het jammer, dat er vandaag de
dag veel meer geld en energie gestoken wordt in biologische dan in
psychologische behandelingen van depressie. Speckens denkt dat de
lobby van de farmaceutische industrie en het tekort aan cognitief
gedragstherapeuten hierbij een rol spelen. Een oplossing zou kunnen
zijn om psychiatrisch verpleegkundigen te specialiseren tot cognitief
gedragstherapeuten, zegt zij.
Symposium: Psychological processes and treatment of depression. Aula
Radboud Universiteit Nijmegen. 20 april 2006, 09.00 uur.
Oratie prof.dr. Anne Speckens, `Wider than the sky, deeper than the
sea'; over de doorslaggevende rol van het denken bij depressie. Aula
Radboud Universiteit Nijmegen. 21 april 2006, 15.45 uur