Aanbiedingsbrief Tweede Kamer VPL-akkoord bij de overheid
Aanbiedingsbrief Tweede Kamer VPL-akkoord bij de overheid
19 april 2006
De voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Onderwerp
VPL-akkoord bij de overheid (inclusief het financieel arrangement)
Door middel van deze brief wil ik u op de hoogte brengen van de
uitvoering van het tussen de sociale partners bij de overheid gesloten
akkoord over VUT/prepensioen/levensloop (VPL) en in het bijzonder u nu
alvast informeren over de budgettaire gevolgen hiervan voor de
begroting van BZK in 2007 en volgende jaren.
De onderhandelingen tussen de sociale partners bij de overheid over
VPL zijn in het najaar 2005 afgerond. Vanwege de dubbele lasten van
enerzijds de omslaggefinancierde regeling voor 56-plussers en
anderzijds de structurele kosten van de kapitaalgedekte nieuwe
regeling ontstaat in de periode 2007-2012 een tekort ten opzichte van
een stabiel premiepad, en wordt dit tekort in de periode 2013-2016
geheel ingelopen. Het Vut-fonds heeft in de eerste periode een
financieringsbehoefte van EUR 2 miljard, waarin zal worden voorzien
door een lening die in de periode 2007-2009 in drie tranches wordt
verstrekt en die in de periode 2014-2016 zal worden afgelost. Deze
lening is daarmee een cruciaal onderdeel van het VPL-akkoord.
Bij de financiële ramingen voor de lening is rekening gehouden met
zakelijke voorwaarden (i.c. rente). Aanvankelijk is door het Vut-fonds
verkend of marktpartijen de lening zouden kunnen aanbieden. Mede
vanwege het omslagkarakter van het Vut-fonds zou de lening alleen
tegen ongunstige marktcondities (veel hogere rentepercentages) kunnen
worden aangeboden. Daarna is verkend of ABP (al dan niet samen met
andere marktpartijen) deze lening zou kunnen aangaan, maar mede na
overleg met de toezichthouder (DNB) is uit oogpunt van transparantie
en ter vermijding van belangenverstrengeling daarvoor niet gekozen.
Eind 2005 hebben onderhandelingen tussen het Vut-fonds en de Staat
ertoe geleid dat de Staat zich bereid heeft verklaard deze lening aan
te gaan. Vanwege mijn rol als coördinerend bewindspersoon voor het
overheidspersoneelsbeleid, is in overleg met de minister van Financiën
ervoor gekozen om de lening via een artikel op de begroting van BZK te
laten lopen. Tussen de ministers van BZK en Financiën is afgesproken
dat wanneer het Vut-fonds onverhoopt in gebreke blijft bij de
aflossing van de lening en/of de rentebetaling, dit tekort zal worden
afgeroomd van de jaarlijkse arbeidsvoorwaardenbijdrage aan de
sectoren.
De tussen de Staat en het Vut-fonds overeengekomen afspraken rond de
lening zijn in de maanden januari en februari door de respectieve
partijen en hun juridisch adviseurs vertaald naar de leenovereenkomst.
De besprekingen over deze overeenkomst verkeren momenteel in de
eindfase, zodat op korte termijn tot ondertekening van de overeenkomst
zal worden overgegaan. De autorisatie voor het aangaan van de
verplichting voor deze gehele lening zal aan het parlement worden
gevraagd via de eerste suppletore begroting 2006 van BZK en de
autorisatie voor de uitgaven in 2007 via de begroting 2007 van BZK.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
J.W. Remkes
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties