IP/06/503
Brussel, 19 april 2006
Interne markt: Commissie maant 19 lidstaten EU-wetgeving uit te voeren
De Europese Commissie heeft besloten inbreukprocedures in te leiden
tegen 19 lidstaten omdat zij een of meer van acht
internemarktrichtlijnen niet in hun nationale wetgeving hebben
omgezet. De Commissie heeft besloten de volgende lidstaten voor het
Europese Hof van Justitie te dagen omdat zij geen mededeling hebben
gedaan over nationale maatregelen ter uitvoering van bepaalde
richtlijnen: bij Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Malta, Spanje en
Portugal gaat het om de verzekeringsbemiddelingsrichtlijn; bij Letland
en Nederland om een richtlijn over aanvullend toezicht op financiële
conglomeraten; bij Spanje om uitvoeringsbepalingen voor de
marktmisbruikrichtlijn; bij Zweden om een richtlijn over de erkenning
van beroepskwalificaties en bij Luxemburg om een richtlijn over
boekhoudkundige voorschriften. Verder heeft de Commissie besloten
België, Cyprus, Finland, Frankrijk, Italië, Litouwen, Slovenië,
Slowakije, Spanje, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk formeel te
verzoeken hun uitvoering van een richtlijn over bedrijfspensioenen te
voltooien, en België en Italië hun uitvoering van de
prospectusrichtlijn. Deze verzoeken worden gedaan in de vorm van een
met redenen omkleed advies, de tweede fase van de inbreukprocedure van
artikel 226 van het EG-Verdrag. Indien de Commissie binnen twee
maanden geen bevredigend antwoord heeft ontvangen, kan zij de kwestie
aan het Europese Hof van Justitie voorleggen. Ten slotte heeft de
Commissie op grond van artikel 228 van het EG-Verdrag besloten Spanje
opnieuw een met redenen omkleed advies te sturen met het verzoek
onmiddellijk gevolg te geven aan een arrest van het Hof over het niet
uitvoeren van de auteursrechtenrichtlijn van 2001. Indien Spanje dit
niet doet, kan de Commissie het Hof in laatste instantie verzoeken een
dagelijkse dwangsom op te leggen.
Commissaris Charlie McCreevy, bevoegd voor interne markt en diensten,
zei hierover: "De lidstaten hebben de laatste tijd indrukwekkende
vorderingen gemaakt bij de uitvoering van de internemarktwetgeving.
Dit blijkt ook uit het laatste scorebord van de interne markt. Sommige
lidstaten hebben evenwel bij bepaalde richtlijnen een achterstand
opgelopen, waardoor overal in Europa burgers en bedrijven niet ten
volle kunnen profiteren van de interne markt en van de maatregelen
waarover hun regeringen zelf overeenstemming hebben bereikt. De
Commissie zal alles doen wat in haar macht ligt om de lidstaten te
helpen de wetgeving op tijd uit te voeren, maar zo nodig neemt zij ook
corrigerende maatregelen."
Verzekeringsbemiddeling: Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Malta,
Spanje en Portugal
De Commissie heeft besloten Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Malta,
Spanje en Portugal voor het Europese Hof van Justitie te dagen omdat
zij Richtlijn 2002/92/EG nog niet in hun nationale wetgeving hebben
opgenomen. Richtlijn 2002/92/EG had op 15 januari 2005 door de
lidstaten moeten zijn omgezet.
Duitsland, Griekenland en Portugal hebben de Commissie ervan in kennis
gesteld dat het wetgevingsproces loopt, maar nog niet is afgesloten.
Frankrijk, Malta en Spanje hebben al wel enkele nationale maatregelen
meegedeeld, maar hebben aangegeven dat er nog meer nationale wetgeving
nodig is.
De verzekeringsbemiddelingsrichtlijn maakt deel uit van het Actieplan
voor financiële diensten. Zij heeft ertoe bijgedragen dat de
consumenten meer keuzemogelijkheden en meer bescherming krijgen, en
maakt het voor tussenpersonen zoals verzekeringsmakelaars
gemakkelijker hun diensten in het buitenland aan te bieden. Krachtens
de richtlijn moeten alle tussenpersonen in hun eigen lidstaat worden
geregistreerd. Hiervoor moeten zij aan strikte eisen voldoen. Maar
wanneer zij in hun eigen land zijn geregistreerd, mogen zij hun
diensten overal in de EU aanbieden. Omdat de uitvoering van de
richtlijn niet in alle lidstaten even ver gevorderd is, wordt de markt
verstoord en kunnen de tussenpersonen hun diensten niet overal op de
interne markt op gelijke voet aanbieden.
Aanvullend toezicht op financiële conglomeraten: Letland en Nederland
De Commissie heeft besloten Letland en Nederland voor het Europese Hof
van Justitie te dagen omdat deze landen haar niet in kennis hebben
gesteld van maatregelen tot omzetting van Richtlijn 2002/87/EG
betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen,
verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel
conglomeraat. Deze richtlijn bevat specifieke maatregelen voor het
bedrijfseconomisch toezicht op financiële conglomeraten: financiële
groepen die zowel in de bank- en investeringssector als in de
verzekeringssector werkzaam zijn. Zodra alle lidstaten deze richtlijn
hebben uitgevoerd, zullen zowel consumenten en spaarders als
investeerders in de Europese Unie hiervan de vruchten plukken, omdat
de richtlijn tot een doeltreffender financiële markt en tot grotere
concurrentie zal leiden. De termijn voor de omzetting van de richtlijn
liep op 11 augustus 2004 af. Letland heeft de belangrijkste
wetsteksten omgezet, maar de vereiste uitvoeringsmaatregelen nog niet
goedgekeurd. Nederland heeft de Commissie nog niet in kennis gesteld
van maatregelen ter omzetting van de richtlijn in nationaal recht.
Naar beide landen is in juli 2005 al een met redenen omkleed advies
gestuurd.
Marktmisbruikrichtlijn: Spanje
De Commissie heeft besloten een zaak tegen Spanje bij het Hof
aanhangig te maken omdat dit land Richtlijn 2004/72/EG, die de
uitvoeringsbepalingen voor de marktmisbruikrichtlijn (2003/6/EG)
bevat, niet heeft omgezet. Dit had op 12 oktober 2004 moeten zijn
voltooid.
De marktmisbruikrichtlijn pakt marktmanipulatie en de handel met
voorkennis op de gereguleerde markten van EU25 aan en versterkt
daardoor de integriteit van de markt.
Dit geschiedt door bij te dragen aan de harmonisatie van de regels
over marktmisbruik in heel Europa, waarbij de nadruk ligt op
transparantie en een gelijke behandeling van alle marktdeelnemers en
een nauwere samenwerking en meer informatie-uitwisseling tussen de
nationale instanties. De voordelen van deze richtlijn komen pas
volledig tot hun recht wanneer de richtlijn in volle omvang en
nauwkeurig door alle lidstaten is omgezet.
Erkenning van beroepskwalificaties: Zweden
De Commissie heeft besloten Zweden voor het Hof van Justitie te dagen
omdat deze lidstaat niet alle maatregelen tot omzetting van Richtlijn
2001/19/EG betreffende de wederzijdse erkenning van de vereiste
beroepskwalificaties heeft medegedeeld. Met name is de richtlijn nog
niet omgezet voor het beroep van landmeter.
Deze in 1997 door de Commissie voorgestelde richtlijn maakt deel uit
van het SLIM-initiatief, dat ten doel heeft de internemarktwetgeving
te vereenvoudigen. De bijwerking van de lijsten met diploma's,
certificaten en andere titels die wederzijds kunnen worden erkend,
wordt aanzienlijk vergemakkelijkt. Ook wordt de werking van het
algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties verbeterd.
De termijn voor de omzetting van Richtlijn 2001/19/EG is op 1 januari
2003 verstreken.
Boekhoudkundige voorschriften: Luxemburg
De Commissie heeft besloten Luxemburg voor het Europese Hof van
Justitie te dagen omdat dit land Richtlijn 2003/51/EG over
boekhoudkundige voorschriften nog niet heeft uitgevoerd.
Bij Richtlijn 2003/51/EG zijn de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG,
86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad over de jaarrekening en de
geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen en
verzekeringsondernemingen gewijzigd. In deze richtlijnen wordt bepaald
welke soorten ondernemingen rekeningen moeten opstellen, hoe de winst-
en verliesrekening en de balans vorm moeten worden gegeven en welke
taxatiebeginselen moeten worden gehanteerd. De richtlijnen bevatten
ook bekendmakingsvoorschriften.
Ingevolge de in juni 2002 goedgekeurde verordening betreffende de
toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (IAS)
moeten alle EU-ondernemingen die tot een gereglementeerde markt zijn
toegelaten of beursgenoteerd schuldpapier hebben, vanaf 2005 de IAS
gebruiken en mogen de lidstaten deze eis tot alle ondernemingen
uitbreiden. Waar de IAS niet worden toegepast, blijven de vierde en de
zevende vennootschapsrichtlijn (78/660/EEG en 83/349/EEG), ook de
jaarrekeningenrichtlijnen genoemd, de basis vormen voor de in de EU
geldende boekhoudkundige verplichtingen en kunnen ze bijgevolg voor
zo'n vijf miljoen ondernemingen in Europa van toepassing blijven. Deze
richtlijnen moesten worden geactualiseerd.
Richtlijn 2003/51/EG heeft de in de EU geldende boekhoudkundige eisen
in overeenstemming gebracht met de moderne boekhoudingstheorie en
-praktijk. Zij stelt de lidstaten die de IAS niet voor alle
ondernemingen toepassen in staat om tot een soortgelijke financiële
verslaglegging van hoge kwaliteit te komen. Daarbij zijn alle
inconsistenties met de internationale standaarden voor jaarrekeningen
weggewerkt.
Instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening: België, Cyprus,
Finland, Frankrijk, Italië, Litouwen, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk
De Commissie heeft besloten België, Cyprus, Finland, Frankrijk,
Italië, Litouwen, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en het
Verenigd Koninkrijk een met redenen omkleed advies te sturen omdat zij
Richtlijn 2003/41/EG betreffende de werkzaamheden van en het toezicht
op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (de IBPV-richtlijn)
niet of slechts gedeeltelijk in nationaal recht hebben omgezet.
De richtlijn had op 23 september 2005 door alle lidstaten moeten zijn
omgezet. Deze met redenen omklede adviezen volgen op de
ingebrekestellingen die in december 2005 werden verstuurd.
De IBPV-richtlijn maakt deel uit van het Actieplan voor financiële
diensten en voltooit de interne markt voor instellingen voor
bedrijfspensioenvoorziening. De richtlijn erkent weliswaar dat de
bedrijfspensioenstelsels in de lidstaten sterk uiteenlopen, maar biedt
geharmoniseerde voorschriften voor het bedrijfseconomisch toezicht en
de kapitaalvereisten voor deze instellingen. Verder bevat de richtlijn
voorschriften voor grensoverschrijdende bedrijfspensioenvoorziening.
Prospectusrichtlijn: België en Italië
De Commissie heeft besloten een inbreukprocedure te beginnen tegen
twee lidstaten die de prospectusrichtlijn niet hebben uitgevoerd. Zij
zal België en Italië formeel vragen de omzetting van deze richtlijn,
waarvoor de termijn op 1 juli 2005 verstreken is, te voltooien.
De richtlijn harmoniseert het prospectus dat gepubliceerd moet worden
wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op
een gereglementeerde markt worden toegelaten. Uitgevende instellingen
krijgen een in heel Europa geldig paspoort, waarna zij op basis van de
goedkeuring uit hun eigen lidstaat ook in alle andere lidstaten
effecten aan het publiek kunnen aanbieden. Daardoor wordt het
gemakkelijker en goedkoper voor bedrijven kapitaal aan te trekken, wat
een belangrijke stimulans voor de EU-economie als geheel betekent.
Deze voordelen zullen pas ten volle worden gerealiseerd wanneer alle
lidstaten de richtlijn volledig en nauwkeurig hebben uitgevoerd.
Auteursrechtenrichtlijn van 2001: Spanje
De Europese Commissie heeft besloten een met redenen omkleed advies te
sturen naar Spanje, dat nog steeds zijn nationale wetgeving ter
omzetting van de bepalingen van de richtlijn van 2001 over de
auteursrechten niet heeft medegedeeld, hoewel hem dit door een arrest
van het Hof van Justitie werd gelast. De Commissie heeft daarentegen
besloten de zaak tegen Finland als afgedaan te beschouwen nu dit land
haar in kennis heeft gesteld van zijn uitvoeringsmaatregelen.
Deze richtlijn vormt een essentieel element van de actualisering van
de Europese auteursrechtenwetgeving. Zij moet auteurs en andere
rechthebbenden een gepast beschermingsniveau bieden in een
gedigitaliseerde omgeving en alle materiaal waarop auteursrechten
rusten, zoals boeken, films en muziek, beschermen. De richtlijn biedt
een veilig milieu voor de grensoverschrijdende handel in
auteursrechtelijk beschermde goederen en diensten en moet de
ontwikkeling van de elektronische handel in nieuwe multimediaproducten
en -diensten vergemakkelijken.
Door de richtlijn in de Raad goed te keuren, hebben de lidstaten zich
ertoe verplicht deze vóór 22 december 2002 toe te passen. Het Europese
Hof van Justitie heeft tegen diverse lidstaten, zoals Spanje, Finland
en Frankrijk (zie IP/01/528), al arresten gewezen omdat zij de
richtlijn niet toepasten. De Commissie had daarom besloten
inbreukprocedures tegen deze landen te beginnen omdat zij zich niet
aan de arresten van het Hof conformeerden (zie IP/05/347 en
IP/05/921). De Commissie heeft de zaak tegen Finland kunnen seponeren
omdat het de omzetting van de richtlijn heeft afgesloten en zij heeft
haar beslissing jegens Frankrijk verdaagd omdat de
goedkeuringsprocedure voor de omzettingswet er begonnen is, maar
Spanje heeft een met redenen omkleed advies gekregen omdat dit land
haar nog steeds niets heeft meegedeeld.
Het laatste nieuws over inbreukprocedures tegen de lidstaten is te
vinden op:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm
European Union